Een beetje Haags
Onlangs hoorde ik via de radio dat er op 12 juni in Veere een overzichtstentoonstelling ter ere van de 150e geboortedag van de kunstenares Lucie van Dam van Isselt geopend werd. Omdat ik dit soort artikelen voor een Haagse krant schrijf, vroeg ik mij af of Lucie misschien in Den Haag gewoond heeft en dat heeft ze. Bij elkaar zo’n twintig jaar. Voor mij voldoende reden om op zoek te gaan naar gegevens over haar.
Een beknopte biografie
Lucie is op 15 juni 1871 in Bergen op Zoom geboren. Haar vader Jacob Thomas Theodoor Carel van Dam van Isselt was beroepsmilitair en vlak na de geboorte van Lucie werd hij overgeplaatst naar Den Haag. Haar moeder heette Henriëtte Marie Lucresia Drabbe en Lucie had een oudere broer, Willem Edmond. Na het gymnasium in Kampen volgde ze van 1891 tot 1894 de schildersopleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hoogstwaarschijnlijk logeerde ze toen bij haar aanstaande schoonvader, de heer A.H.A. Ekker, de rector van het gymnasium in Kampen waar ze leerling was geweest en die na zijn pensionering in Den Haag was gaan wonen. In 1892 trouwde ze met zijn zoon, de kunstschilder en werktuigkundig ingenieur Evert Cornelis Ekker, en ze gingen op het adres Loosduinseweg 625 wonen. Ze kregen twee zonen, Evert en Martin. In 1900 verhuisden ze naar Oosterbeek en in 1907 zijn ze gescheiden. De kinderen werden aan de vader toegewezen, zo ging dat in die tijd, een vrouw had geen rechten. Lucie ging in Veere wonen en hier zou ze tot 1933 blijven. In 1909 is ze getrouwd met de kunstcriticus en dichter Albert Charles Auguste Plasschaert en dit huwelijk werd in 1921 ontbonden. In 1933 ging Lucie in Den Haag wonen, waarschijnlijk omdat haar jongste zoon Martin hier met zijn vrouw en drie kinderen ook woonde. Op 7 juni 1949 is ze hier overleden.
Het Bezuidenhout
Vanaf 12 april 1933 woonde Lucie in de Cornelis Houtmanstraat op nummer 19. Ze leerde er de voordrachtskunstenaar Koos Speenhoff kennen, die van 1934 tot 1936 vlak bij haar in de buurt in de Cornelis van der Lijnstraat woonde en vanaf 1942 in de Anna van Hannoverstraat, ook in het Bezuidenhout. In 1942 heeft ze een portret van hem gemaakt en in een verslag dat Koos hierover geschreven heeft, staat dat Lucie het voorhuis ingericht had als atelier en dat ze in het achterhuis woonde. Lucie bevond zich vaak in het buitenland. Zo bezocht ze onder meer de steden Parijs, Kopenhagen, New York en Antwerpen. Op 25 november 1941 werd het lid worden van de Kultuurkamer door de bezetters verplicht gesteld. Wilde een kunstenaar zijn of haar werk blijven exposeren dan moest men hier lid van zijn. Een van de regels was dat men een Ariërverklaring moest ondertekenen, zodat duidelijk werd dat men niet van Joodse afkomst was. Lucie weigerde dat. Hoewel het algemeen bekend is dat hét bombardement op een deel van het Bezuidenhout op 3 maart 1945 plaatsvond, is het minder bekend dat er daarvoor ook al bommen op een deel van onze stad zijn gegooid. Op 26 februari 1945 vond dit in de omgeving van de Spuistraat plaats en hierbij zijn minstens 27 doden gevallen. Lucie schreef op die datum in haar dagboek: “Zware bomaanvallen. Alles op het atelier kapot.” Ze heeft nog het een en ander kunnen redden en in een opslagplaats kunnen onderbrengen. Tijdens het bombardement van 3 maart is haar huis zo goed als geheel verwoest. Lucie vond al vrij snel een etage op het adres Joan Maetsuyckerstraat 30 en hier blijft ze tot aan haar overlijden op 7 juni 1949 wonen.
Haar werk
“Ik heb vannacht zo’n mooi schilderij gemaakt. Ik hoef het alleen nog maar te schilderen.” Ik kan me voorstellen dat Lucie dit in haar dagboek genoteerd heeft. In een krantenartikel uit 1936 over haar werk las ik: “We moeten bewondering hebben voor haar tot het uiterste gedreven verfijning en voor haar verscheidenheid in nuance en schakeringen.” Lucie maakte gebruik van diverse technieken, zoals olieverf, aquarelleren, tekenen en etsen. De onderwerpen waren vaak stillevens en soms portretten, maar vooral afbeeldingen van bloemen op velerlei manieren. Ze was lid van Pulchri Studio en de Haagse Kunstkring. In diverse musea is werk van haar te vinden, onder andere in het Rijksmuseum in Amsterdam en in het Gemeentemuseum in Den Haag. Lucie had een duidelijke voorkeur voor de kleur wit, zoals ook blijkt uit een artikel dat in de Groene Amsterdammer van 18 juni 1949 staat: “Zoals iedere schilder een eigen kleurgamma heeft, was Lucie bij uitnemendheid de schilderes in het wit, van al de witten in hun nuances, koel en warm, en werden haar stillevens meestal gecomponeerd in die toonsoort, waarin korte, geestige toetsen de nodige afwisseling brachten in contrasterende kleuren.” In een Maandblad voor Beeldende Kunsten uit 1930 stond naar aanleiding van een tentoonstelling van haar werk in kunstzaal Pictura, Bazarstraat 20, onder meer het volgende: “Mevrouw Van Dam van Isselt schildert immers nagenoeg alles in fijnen, blanken toon, een schakeering van grijzen en witten, waar op het eerste gezicht niet veel afwisseling, geen belangrijke onderscheiding van kleurwaarden in te bespeuren is. Doch als men wat nauwkeuriger toeschouwt, dieper tot het werk tracht door te dringen, dan neemt men toch allicht verschil en zelfs een beduidend verschil waar. Smaak-rijk is het inderdaad, dit werk; goeden en fijnen smaak toont Lucie van Dam van Isselt in al haar werken, geen uitgezonderd.” Op de achterkant van de catalogus van de overzichtstentoonstelling van haar werk in Veere staat: “Ze was een bijzonder moedige vrouw, onverwoestbaar”. Een mooier einde van dit artikel kan ik me niet voorstellen.
Via de site www.lucievandamvanisselt.nl kunt u de nodige werken van Lucie bewonderen. Mocht u een van haar werken in uw bezit hebben, dan zou u dat daar kunnen vermelden.
Carl Doeke Eisma
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
De Hofvijver gezien naar de Korte Vijverberg, Lucie van Dam van Isselt -
Editie
14-2021