De eerste bioscoop in Nederland
Volgens een bescheiden gedenksteentje in het Kurhaus is hier op 9 juni 1896 het eerste bioscooptheater van Nederland geopend. Het was in juni van dit jaar dus precies 125 jaar geleden dat deze gedenkwaardige gebeurtenis plaatsvond. Reden genoeg om uit te zoeken wat er op die datum gebeurde en of deze bewering klopt.
Van Parijs naar Scheveningen
Zaterdagavond 9 juni 1896, even voor acht uur, verzamelt een aantal notabelen zich in de theater-zaal van het Kurhaus. Onder het gezelschap bevindt zich een kamerheer van de koningin, een officier van justitie, een wethouder, de politiecommissaris en de kunstschilder Mesdag. Dit selecte gezelschap is uitgenodigd door de directie van de Maatschappij Zeebad Scheveningen om als eerste in Nederland kennis te maken met de ‘cinematograaf’: de uitvinding van de gebroeders Lumière, waarmee bewegingen kunnen worden vastgelegd en op een scherm worden weergegeven.
Op 28 december 1895 vertonen zij in Parijs voor enkele nieuwsgierigen het eerste filmprogramma in de geschiedenis van de mensheid. Het zijn filmpjes over onder andere de aankomst van een trein op een station, een fabriek die uitgaat en een tuinman die wordt besproeid. Het Parijse publiek is laaiend enthousiast en iedereen wil het wonder van de levende beelden zien. Na Parijs verrijzen bioscopen in Londen, Berlijn en Brussel. Dan wordt in Scheveningen, nog geen half jaar na de Parijse première, het eerste theater in Nederland geopend, waar dagelijks filmvoorstellingen worden gegeven.
Een wetenschappelijke vertoning
De directie van de Maatschappij Zeebad Scheveningen heeft een overeenkomst afgesloten met de Lumières om gedurende het badseizoen hun films in Scheveningen te vertonen. Het programma bestaat uit twaalf korte films van ongeveer één minuut, dezelfde films die een half jaar eerder te Parijs in première gingen. Midden in de theaterzaal is een scherm van ongeveer een vierkante meter opgesteld. Daar achter staat de door de gebroeders Lumière uitgevonden cinematograaf, een toestel waarmee zowel films kunnen worden opgenomen, maar ook worden geprojecteerd. Voor de projectie wordt gebruikgemaakt van elektrisch licht. De stroom daarvoor wordt geleverd door accu’s van de HTM.
Wanneer de zaal in het duister is gehuld, verschijnt op het scherm een tuinman die bloemen in een tuin besproeit en door een kwajongensstreek zelf besproeid wordt. Daarna volgen nog elf ‘toneeltjes’. Vooral het toneeltje van een ouderpaar dat met een kindje aan tafel zit en een maaltijd nuttigt wordt enthousiast ontvangen. Want dit alledaags gebeuren wordt tot in de kleinste details natuurgetrouw weergegeven. Het premièrepubliek is opgetogen over deze wetenschappelijke vertoning vol kunstgenot. Blijkbaar beschouwen de bezoekers de filmvoorstelling als een wetenschappelijk experiment op fotografisch gebied, om zo hun aanwezigheid te kunnen rechtvaardigen. Negen dagen na deze filmvoorstelling in Scheveningen wordt de eerste bioscoop van New York geopend.
De gedenksteen
De theaterzaal functioneert alleen tijdens het badseizoen 1896 als bioscoop. Op 30 september wordt de laatste voorstelling gegeven; inmiddels is het programma vernieuwd, geeft een explicateur uitleg bij de filmbeelden en is de toegangsprijs gehalveerd tot een kwartje. Toch besluit de directie van Maatschappij Zeebad Scheveningen het contract met de Lumières niet te verlengen, waarschijnlijk omdat er te weinig publiek komt. Publiek dat weinig zin heeft om in een muffe, duistere zaal te zitten terwijl buiten de zon schijnt. Maar ook omdat de beeldkwaliteit achteruitgaat. Tijdens de projectie geschiedde het filmtransport met kleine ronddraaiende haakjes. Daardoor ontstaan langzamerhand scheurtjes in de dunne celluloidstrook, met als gevolg een schokkerig beeld. Ook moet de film daardoor versneld worden afgedraaid om acceptabel bewegend beeld te krijgen. Maar deze versnelling vermindert het kijkgenot.
In de jaren na 1896 zal men in Nederland filmvoorstellingen vooral kunnen zien in kermistenten. En zo kan het gebeuren dat deze gedenkwaardige 9 juni 1896 in de vergetelheid raakt. Totdat men halverwege de jaren vijftig aan de hand van krantenknipsels, programma’s en onderzoek in het Haags Gemeentearchief ontdekt dat in het Kurhaus vanaf die datum filmvoorstellingen werden vertoond. Om dit feit te herdenken besluit de Nederlandse Bioscoopbond op 9 juni 1956, dus precies zestig jaar later, een gedenksteen :te plaatsen in de gevel van het Kurhaus. Dit gebeurt met enig feestelijk vertoon en bijbehorende toespraken, waarin wordt benadrukt dat de eerste filmvoorstellingen in een artistieke omgeving plaatsvonden en niet zoals vaak wordt gedacht als goedkoop volksvermaak in een kermistent. Hoogtepunt van deze herdenking is een herhaling van het filmprogramma uit 1896. Zo laat een bescheiden gevelsteen in de muur van het Kurhaus sinds 1956 de bezoekers van het terras weten dat “In dit gebouw werd op 9 juni 1896 het eerste bioscooptheater in ons land (Cinématographe Lumière) geopend”.
De eerste bioscoop?
Na de onthulling ontstond enig rumoer. Klopte het dat in Scheveningen de eerste bioscoop stond, zij het voor enkele maanden? Want in maart 1896 vertoonden de gebroeders Lumière films in een leegstaand winkelpand in de Amsterdamse Kalverstraat. Het zijn dezelfde films die enkele maanden later in het Kurhaus in ‘première’ gaan. En in de Parkschouwburg te Arnhem zijn in mei 1896 filmbeelden te zien van worstelaars, een boksende kangoeroe en Italiaanse en Russische dansen. Deze worden geprojecteerd volgens een in Duitsland ontwikkeld systeem.
Een andere vraag is: wat is een bioscoop? In de beginjaren van de film vinden vertoningen plaats in lege winkelpanden, kermistenten en afgehuurde zaaltjes. Na 1900 ontstaan de bioscopen zoals we die nu nog kennen. Een vast gebouw met een speciaal daarvoor ingerichte filmzaal waar regelmatig voorstellingen worden gegeven, meestal volgens een vooraf bekend gemaakt programma. De reden van de Nederlandse Bioscoopbond om de theaterzaal van het Kurhaus te promoveren tot bioscoop is niet meer te achterhalen. Natuurlijk was er destijds weinig of geen onderzoek gedaan naar de oorsprong van de Nederlandse bioscoop, zodat niemand de nauwkeurige feiten meer wist. Maar voor de Bioscoopbond was het ook een ergernis dat men de film als een ‘kermiskind’ zag. Nu had de bond aangetoond dat de eerste films in een chique omgeving zijn geïntroduceerd en niet op de kermis!
Hoe dan ook is het zeker dat in het Kurhaus de eerste geregelde bioscoopvoorstellingen in Nederland werden gegeven. Dus in juni 2021 konden we herdenken dat 125 jaar geleden in Scheveningen het bioscoopbedrijf zijn intrede heeft gedaan.
Verantwoording
Evenals de archiefonderzoekers uit de jaren vijftig moest ik mij behelpen met krantenknipsels en boeken over de Nederlandse filmgeschiedenis. Archiefonderzoek was door coronamaatregelen niet mogelijk. De Lumière films die ooit in Scheveningen zijn vertoond, zijn tegenwoordig (in HD kwaliteit en getransformeerd naar kleur) te zien op YouTube.
Details
-
Schrijver
Kees de Raadt -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Interieur van de theaterzaal van het Kurhaus, omstreeks 1895 (het latere Palais de Danse). Foto: collectie Haags Gemeentearchief -
Editie
18-2021