Skip to main content

Een heerlijke jeugd in het Benoordenhout

Als het al zo was dat de bewoners van het Benoordenhout voetballen op straat niet op prijs stelden en daarvoor wel eens de politie belden, dan hebben mijn vriendjes en ik zich daar nooit veel van aangetrokken. Natuurlijk, je moest oppassen als je bal in een tuintje verdween en de ijlings door de bewoner gewaarschuwde ‘bink’ (ons woord voor agent) er vandoor ging met je bal onder de snelbinders van zijn zwarte dienstfiets. Zie hem maar eens terug te krijgen!

Van 1945 tot ongeveer 1964 heb ik in de Van der Woertstraat gewoond. In september 1945 kwamen we terug in het Benoordenhout vanuit Oegstgeest, waar we vanaf najaar 1943 geëvacueerd waren geweest. De komende jaren zouden we in de Van der Woertstraat, zijstraat van de Waalsdorperweg, een heerlijke kindertijd hebben. We leefden op straat, ’s zomers tot half negen, wanneer onze ouders het tijd vonden om naar bed te gaan. We speelden er putje-hockey, voetbalden en cricketen naar hartenlust, totdat we oud genoeg waren om lid te kunnen worden van een sportclub, waarvan er vele in de buurt gevestigd waren. Om aangenomen te worden moest je toen minstens tien jaar zijn, want mini’s waren er nog niet. 

We speelden verstoppertje, ‘blikkietrap’, we tolden en knikkerden, tekenden hinkelbanen op de stoep en hielden levensgevaarlijke fietswedstrijden door de belendende straten. Het kon allemaal, want er was nog weinig autoverkeer en er stonden nog vrijwel geen auto’s geparkeerd. De eigenaar van die grote Ford was soms wel zo vriendelijk om hem een eindje verder te parkeren als hij toevallig zijn slee juist voor de lantaarnpaal had geparkeerd die wij als doel hadden uitgekozen. We bouwden bootjes van een oude klomp of volgens een eigen ontwerp en lieten die zeilen in het slootje tussen de Ruychroklaan en de Ridderlaan. ‘De berm’ noemden we dat slootje. 

We speelden in de ruïnes van de villa’s aan de Van Voorschotenlaan die in de oorlog getroffen waren door een in de oudejaarsnacht van 1944 uit zijn koers geraakte en ontplofte V2. Er waren gelukkig geen slachtoffers want de hele buurt was geëvacueerd. Ook bouwden we ‘zeepkisten’ en reden ermee de paden van het Hubertuspark af, totdat een van mijn vriendjes het primitieve stuur verloor en met zijn kop in het prikkeldraad belandde… 

We tennisten op de tennisbaan van Bronovo met tennisballen die we vonden in de bosjes rond de WW-tennisbanen aan de Van Hogenhoucklaan. En natuurlijk was er ook bij ons, net als in andere buurten van de stad, het jaarlijkse feest… Met de jongens van de Van der Aastraat vochten we om kerstbomen en op Oudejaarsavond verbrandden wij onze buit, of wat ervan over was, op het kruispunt van de Van der Woertstraat en de Van Diepenburchstraat. De politie of de brandweer waren in geen velden of wegen te bekennen; waarschijnlijk was het veel te druk in de stad. Tja, die politie... Sommigen van ons zijn wel eens meegenomen naar het politiebureau van de wijk in de Mildestraat. Het ging erom dat er gevist was in de tankgracht bij de hockeyvelden. Niemand heeft mij ooit uit kunnen leggen waarom je daarvoor een vergunning moest hebben; vis zat er nauwelijks en wat er zat was oneetbaar want het water was van zeer slechte kwaliteit. Onze vaders moesten ons dan soms komen ophalen - wat mijn vader overigens vertikt heeft omdat hij terecht meende dat deze vorm van vrijheidsberoving ongepast was voor zo’n klein vergrijp. Hij maakte dat in beleefde doch krachtige taal duidelijk aan de wachtcommandant.

Ook de duinen hadden een grote aantrekkingskracht op ons en speciaal de Waalsdorpervlakte die nog een kale duinvallei was waar je prachtig vliegers en zelfgebouwde zweefvliegtuigen kon oplaten. Wanneer er bramen waren, kwamen we naar huis met potten vol, waarvan onze moeders jam maakten. Talloze hutten bouwden we in de duinen, waar we de verhalen naspeelden uit de boeken die we in de leesbibliotheek vonden... spannend was dat!

Er is natuurlijk veel meer te vertellen over die heerlijke tijd, toen bijna niemand nog tv had, om van computers en internet maar te zwijgen. Dus waren de straat en de natuur onze speelplekken. Is het nu beter? U mag het zeggen.


Details

  • Schrijver

    Dick Moor
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De ‘berm’ is niet veranderd sinds mijn jeugd. Foto: Harry van Reeken, collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    22-2021

Meest gelezen artikelen