Winterspelen in beeld
Op vrijdag 4 februari 2022 beginnen de Olympische Spelen in het Chinese Beijing. De mooiste beelden zullen rechtstreeks de huiskamer binnenkomen. Op vaak grote, haarscherpe televisies. Maar ook op mobiel of tablet kunnen we de Winterspelen prima volgen. Kortom, we kunnen overal genieten van onze sporthelden. Dat het ooit anders was, is zeker voor jongeren moeilijk te bevatten. Want de tijd van dikke zware beeldbuizen, zwart-wit beelden en antennes op het dak ligt ver achter ons.
De allereerste reguliere Nederlandse televisie-uitzending werd op 2 oktober 1951 uitgezonden vanuit NTS Studio Irene in Bussum. De zwart-wit beelden waren te zien op ongeveer vijfhonderd televisietoestellen, op het enige kanaal dat Nederland op dat moment rijk is: Nederland 1. De uitzending werd geopend door de wapperende vlag van de Nederlandse Televisie Stichting (NTS), gevolgd door omroepster Jeanne Roos die de kijkers verwelkomde. Na de opening hielden staatssecretaris Cals en KRO-voorzitter Kors een toespraak over de technologische vooruitgang. Ook werd er gewaarschuwd voor mogelijke passiviteit en vervlakking die het nieuwe communicatiemiddel teweeg zou kunnen brengen. De drie uur durende uitzending werd verder gevuld met een filmpje over de geschiedenis van televisie, een documentaire over het gieten van klokken en het televisiespel de Toverspiegel.
Op 5 april 1959 werd de eerste uitzending van Sport in Beeld uitgezonden, de voorloper van Studio Sport. In 1960 verschijnt het eerste programma op de Nederlandse televisie die geheel in het teken staat van de Olympische spelen. Van de Winterspelen die gehouden werden in het Amerikaanse Squaw Valley zond de NTS dagelijks een uur uit. Nederland werd vertegenwoordigd door vijf schaatsers en twee kunstrijdsters. De kijkers zagen schaatser Jan Plasman op de vijfduizend meter een bronzen medaille behalen. Bij het Olympisch kunstrijden won de legendarische Sjoukje Dijkstra een zilveren plak. De eerste voor Nederland in deze tak van sport.
De Haagse Joan Haanappel behaalde in dezelfde discipline een vijfde plaats. Het waren haar tweede Winterspelen. Vier jaar eerder in 1956 op de Olympische Winterspelen in het Italiaanse Cortina d’Ampezzo eindigde ze op de dertiende plaats. Het grote publiek maakte toen voor het eerst kennis met Haanappel, toen ze samen met Sjoukje Dijkstra voor het nieuwe medium televisie ruim drie minuten geïnterviewd werd door Siebe van der Zee. Ze vertelde onder andere over haar trainingen in Engeland.
Joan Haanappel werd op 13 november 1940 geboren in Den Haag. Op zesjarige leeftijd begon ze haar succesvolle kunstschaatscarrière bij de Haagse ijsclub Houtrust. In 1951 won ze haar eerste grote prijs; brons op het Nationaal Kampioenschap. In 1955 werd Joan Haanappel Nederlands kampioen. De eerste van vier opeenvolgende titels. Ook internationaal had de Haagse kunstrijdster succes. In 1953 debuteerde ze op het Europees Kampioenschap met een veertiende plaats. Twee jaar later werd ze op haar eerste wereldkampioenschap vijftiende. In 1958 behaalde ze op het EK een bronzen plak. De eerste van drie. In 1960 besluit Joan Haanappel een punt te zetten achter haar wedstrijdloopbaan. Het jaar werd succesvol afgesloten met een zilveren plak op het NK, een bronzen op het EK en een vijfde plaats op het WK en de Olympische Spelen. Nederland had toen een miljoen televisies. De meeste huishoudens hadden pas rond 1970 een beeldbuis in de kamer staan. Het was in de jaren vijftig en zestig dan ook heel gebruikelijk om televisie te kijken bij familie, buren of kennissen. Wie geen televisie had, nestelde zich voor tv-winkels om maar niets te hoeven missen. Zo zagen velen Joan Haanappel in zwart-wit beelden de sterren van de hemel schaatsen.
De met souplesse schaatsende Haagse schone behaalde mooie successen, maar stond vrijwel altijd in de schaduw van Sjoukje Dijkstra die technisch beter was. Toch kwam het na afloop van beider topsport carrières tot een soort van genoegdoening. Beide dames gingen schaatsen bij professionele ijsrevues als Holiday on Ice, waar vooral telt hoe gracieus je over het ijs beweegt. Een stijl wat Haanappel beter afging dan Dijkstra. In al die jaren heeft hun vriendschap er nooit onder geleden. Beiden delen de liefde voor het kunstrijden. De sport werd in Nederland door Haanappel en Dijkstra op de kaart gezet. Het nieuwe medium televisie zorgde ervoor dat de sport en het duo uitermate populair werden bij het grote publiek.
Details
-
Schrijver
Jan Kaffa -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Bij de Nederlandse kampioenschappen kunstrijden in 1958 werd Joan Haanappel eerste; Sjoukje Dijkstra tweede en Jeanine Ferir derde. Foto: Anefo, collectie Haags Gemeentearchief -
Editie
2-2022