75 jaar Haagse Jazz Club
Op zondag 24 april 2022 viert de Haagse Jazz Club haar vorig jaar vanwege corona uitgestelde 75-jarig bestaan met een optreden van de Dutch Swing College Band, het nog altijd swingende wereldberoemde orkest, waarvan de geschiedenis nauw verweven is met die van de Haagse Jazz Club, en met het trio van pianist en erelid Rob Agerbeek.
De Haagse Jazz Club is de oudste nog bestaande jazzclub van Nederland, met als oorsprong de in 1946 opgerichte Dutch Swing College Club. In de afgelopen 75 jaar heeft de HJC bijgedragen aan de rijke historie van Den Haag als belangrijke jazzstad. Voor de oudestijl-jazz biedt de HJC het enige podium in de stad. In de voorbije periode hebben veel bekende musici in de HJC opgetreden. De HJC mocht en mag ook tal van beroemde musici en jazz-groten met klinkende namen tot haar ereleden rekenen, onder andere Louis Armstrong, Duke Ellington, Sydney Bechet, Paul Acket, Peter Schilperoort, Dim Kesber, Rob Agerbeek en Rita Reys.
Korte geschiedenis
In 1945, direct na de bevrijding, worden door onder andere Peter Schilperoort, Frans Vink en Joost van Os in St. Regis aan de Valkenboskade plannen gesmeed voor het oprichten van de Dutch Swing College Club, plannen die al tijdens de oorlogsjaren vorm hadden gekregen. Het was de bedoeling om in dit College verschillende activiteiten op te zetten. Uiteraard een orkest, maar ook een muziekschool en een opnamestudio. Al voor het eind van de oorlog hadden pianist Frank Vink en klarinettist Peter Schilperoort met de eigenaar van café St. Regis afgesproken dat zij daar op Bevrijdingsdag zouden optreden. Dat is inderdaad gebeurd: met bassist Henny Frohwein en drummer Tony Nüsser vond op 5 mei 1945 het eerste optreden plaats van het Dutch Swing College Kwartet. Het kwartet werd al snel uitgebreid met trompettist Joost van Os, trombonist Bill Brant en gitarist Otto Gobius. Dit orkest kreeg de naam: the Orchestra of the Dutch Swing College. In de zomer van 1945 kreeg het orkest een contract van drie maanden in de Canada Club in Apeldoorn. Dit was een club ter ontspanning van Canadese militairen. Daarna keerde men terug naar Den Haag.
Begin 1946 werd op initiatief van Otto Gobius in café Zillerthal in de Nieuwstraat gestart met de Dutch Swing College Club. De club gaf ook een wekelijks mededelingenblaadje uit onder die naam. Na een paar nummers verscheen als ondertitel ‘Nederlandse Studieclub voor Jazzmuziek’. In Zillerthal speelde het DSC-orkest elke zaterdagmiddag en er vonden jam sessies plaats met medemuzikanten. Dit moment wordt wel gezien als het begin van de Haagse jazzactiviteiten in verenigingsverband die werden voortgezet in de Haagse Jazz Club. Het jaar 1948 was een roerig jaar. Peter Schilperoort kon zijn voorzitterschap van de Studieclub niet meer combineren met de leiding van het orkest. Hij werd bij de club opgevolgd door Frans de Boer. Ook ontstond er op initiatief van onder andere Roefie Hueting en Eric Krans een nieuwe club, de Nederlandse Jazz Club, als gevolg van onenigheid tussen voor- en tegenstanders van de traditionele en nieuwe jazzstijlen en speelwijzen. In de loop der jaren verminderden die tegenstellingen. In 1951 fuseerden beide clubs en werd de nieuwe naam: Haagse Jazz Club.
De uitgebreide clubgeschiedenis is te vinden in het boek van Arie van Breda, getiteld: 100 jaar Jazz in Den Haag. De HJC hield zich aanvankelijk niet alleen bezig met livemuziek, maar ook met het beluisteren en analyseren van jazzplaten. Hiervoor was veel belangstelling omdat de jongste generatie jazzfans door de oorlogsjaren, waarin de jazz een ondergronds bestaan leidde, een kennisachterstand had opgelopen. Het educatieve aspect is echter geleidelijk op de achtergrond geraakt; de nadruk is bij de HJC komen te liggen op het bieden van goede live jazzmuziek die zowel bij luisteraars als bij danslustigen in de smaak valt.
Details
-
Schrijver
Wim Nieuwstraten -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Dutch Swing College Club in de Nieuwstraat 21, café Zillerthal in 1945 -
Editie
6-2022