Nel, of Nelly zoals ze ook wel genoemd werd, is in 1925 in Malang, Nederlands-Indië geboren. Haar vader was topograaf en ze had één broer. Na de lagere school ging ze naar de HBS in Malang. Nadat ze in het kamp gezeten had, deed ze na de oorlog eindexamen op deze school. Rond 1948 kwam het gezin naar Nederland en ze gingen in de Beekbergenstraat wonen. Nelly volgde de opleiding MO A tekenen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Tijdens het laatste jaar zat ze in dezelfde klas als haar toekomstige man Jan Breeschoten. In 1952 slaagde ze voor het examen. Totdat ze ging trouwen, heeft ze lesgegeven in Dordrecht en Rotterdam. In 1957 zijn Nelly en Jan getrouwd en ze kregen drie kinderen; Jeroen, Diewertje en Mijke. Jan werd docent op dezelfde Academie waar hij les heeft gekregen. Hij onderwees onder andere het juiste gebruik van het perspectief en uiteindelijk werd hij adjunct-directeur. In 1958 gingen Nelly, Jan en Jeroen op het adres Vrederustlaan 142 wonen. De twee meisjes zouden later geboren worden. Nelly ontwikkelde zich tot een pottenbakster of liever keramiste van grote klasse. In de kelder stond een oven waar haar werkstukken, vooral beeldjes, gebakken werden. In 1965 nam ze deel aan het Concorso Internationale della ceramica d’arte Faenza Italia en in diverse galerieën exposeerde ze haar werk, zoals bij Leirnur in de Zeestraat en ook in het Bronovo ziekenhuis. In 2000 werden de huizen van de Bergeendsingel in Leidschenveen gebouwd en Nelly en Jan gingen hier op nummer vier wonen. Hier bevond zich ook haar atelier. Nelly is in 2015 overleden en haar man drie jaar later.
Naast het maken van edelmeedwerk van zilver, het schilderen met acrylverf onder andere op kamerschermen en het vervaardigen van aquarellen, heeft Nelly toch vooral beeldjes gemaakt. Samen met Jan heeft ze het vak van edelsmid op latere leeftijd geleerd van de Haagse edelsmid Albert Kok (1913-1978). Laat ik eens beschrijven hoe het maken van die beeldjes in z’n werk gaat. Voordat je met het kneden en modelleren van de klei begint, moet je eerst zorgen dat je de juiste klei voor handen hebt. Er bestaan vele soorten klei, afhankelijk van de vindplaats langs rivieren of bij de zee. Tijdens dit kneden moet je zorgen dat de eventuele luchtbelletjes verdwenen zijn. Doe je dit niet, dan kan zo’n beeldje in de oven letterlijk ontploffen. Heb je de juiste vorm gevonden, dan gaat het beeldje de oven in op ongeveer 900 graden Celsius. Hierna wordt het gladgeschuurd en vervolgens wordt het glazuur aangebracht. Ten slotte gaat het weer de oven in en dan bedraagt de temperatuur zo’n 1250 graden. In een enkel geval voegt Nelly nog enkele voorwerpen toe, zoals uit de bijgevoegde illustratie waar een boot op staat, blijkt. De roeispanen zijn van hout gemaakt. In een artikel over Nelly las ik dat haar beeldjes vrijwel altijd vrolijk en geestig zijn. Een familielid van Jan en Nelly schreef mij het volgende: “Zij (Nelly) was een bijzondere vrouw. Uitgesproken in haar ideeën, creatief en uiterst artistiek, lief, hartelijk en Indisch gastvrij. Zij en Jan vulden elkaar prachtig aan. Jan was de ernstige, de afgewogene, de bèta en Nel de kleurrijke alfa. Nel was kunstenares en een heel goede, Jan was adjunct-directeur van de Academie en zelf ook uitvoerend kunstenaar.“
Laan van Meerdervoort 174
2517 BH Den Haag
Lezersservice
ma t/m vrij van 10 tot 12 uur:
070 - 345 76 97
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.