Skip to main content

Met de schrik vrij na Haagse treinramp

Vrijdagavond 17 januari 1902. Trein 52 komend uit Duitsland nadert in volle vaart Den Haag. Als de stoomlocomotief met rijtuigen en tender, een wagen waarin kolen en water wordt vervoerd, de stad binnenrijdt, wil de machinist de snelheid verminderden. Maar dan slaat de paniek toe. De Westinghouse-rem die vanuit de locomotief bediend wordt en ervoor moet zorgen dat alle treintoestellen gezamenlijk afremmen, slaat niet aan. Onmiddellijk wordt met stevige kracht de handrem gebruikt. Maar de snelheid is te groot. 

De machinist realiseert zich dat het onmogelijk is om het toestel direct tot stoppen te krijgen. De uit acht rijtuigen bestaande trein sleept gierend over de rails het station binnen. Met ontsteltenis zien stationschef de heer Sterk en zijn dienstdoende assistent de heer Schaafsma de locomotief met zijn wagons in volle vaart het perron voorbijrazen. Aanvankelijk denken beide spoormannen dat de rem niet snel genoeg werkt of te laat is aangezet. Maar de schrik slaat al snel toe als de voortdenderende trein bij de draaischijf aan het einde van de spoorbaan niet tot stilstand komt. Met grote snelheid en veel kabaal stoomt de locomotief met vernietigende kracht door een stootblok en de muur heen die het stationsterrein scheidt van de daarachter-liggende tuin van hotel-café restaurant de Hertenkamp, gelegen aan de Bezuidenhoutseweg 17-19. 

Kort voor de inslag springt een leerling-machinist met gevaar voor eigen leven uit de trein en loopt wonderbaarlijk alleen wat schrammen en een hoofdwond op. Enkele secondes later en vijftien meter verder rijdt het gevaarte zich vast in de drassige grond, om naast een stevige beuk in de struiken tot stilstand te komen. Het scheelde een aantal voetstappen of de achtergevel van het hotel was frontaal geraakt. Op zijn verwoestende tocht werd de muur voor een groot deel tot puin gereden, een tuinhuis totaal vernield en een zware boom omvergeworpen en meters voortgesleept. De locomotief was redelijk ongeschonden de zachte bodem ingereden. Omringd door boomtakken, steenklompen en stukken hout en metaal. De tender had ook weinig schade opgelopen. De bagagewagen daarachter was echter voor het grootste deel verpletterd. De eerste personenwagen was van de rails afgegleden maar bleef vrijwel onbeschadigd. 

Ook in de trein viel de schade achteraf mee. De meeste reizigers kwamen met de schrik vrij. Een passagier was in het tumult licht gewond geraakt aan het hoofd en een ander aan het been. De machinist die tot het laatste ogenblik in de cabine bleef staan, raakte gewond aan het hoofd. De hoofdconducteur die zich in de beschadigde goederenwagon bevond, bleef wonderbaarlijk ongedeerd. Twee conducteurs in de treinstellen daarachter liepen onbeduidende kwetsuren op. Een passagier die uit paniek een ruit van een coupé had ingeslagen, had enkele sneden en schrammen aan zijn hand. Dat er geen zwaargewonden of doden zijn gevallen, is op zijn zachts gezegd een wonder te noemen. Een factor van geluk was het late tijdstip, waardoor er minder treinreizigers waren. 

Nadat de trein tot stilstand was gekomen en de passagiers in veiligheid waren gebracht, was het gevaar nog niet geweken. De ketel in de locomotief stond door de snel oplopende hitte op springen. Maar door adequaat te handelen slaagden toegesnelde hulpverleners erin het vuur te doven, waardoor gevaar voor ontploffing werd voorkomen. Het nieuws over het ongeval ging als een sneltreinvaart door Den Haag. Op de vroege ochtend van zaterdag 18 januari 1902 verzamelden zich dan ook de eerste belangstellenden bij station Staatsspoor om getuigen te zijn van wat zich die avond ervoor had afgespeeld. In de loop van de dag stonden honderden nieuwsgierigen op de plek des onheils. In de dagen daarna werd de trein met behulp van een zware locomotief met geladen tender, waaraan een dubbele ijzeren ketting was gevestigd, uit de tuin verwijderd. Ook werd door de spoorwegmaatschappij begonnen met het onderzoek naar de oorzaken van het ongeval. De uiteindelijke conclusie toonde aan dat er niet adequaat gehandeld was voor en tijdens het voltrekken van de ramp. Als straf werd de hoofdconducteur teruggezet in rang. De machinist raakte zijn plaats op de locomotief kwijt en degradeerde naar de werkplaats. De tuin werd opgeknapt en diende gelukkig nog vele jaren als geliefd buitenplaats voor de gasten van hotel-café restaurant de Hertenkamp.

 

 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De treinramp op 18 januari, 1902. Foto’s collectie HGA
  • Editie

    19-2022

Meest gelezen artikelen