Skip to main content

Kees & Jan, een communistisch gezin voor, tijdens en na de oorlog

Bij mij op de keukentafel lag een papiertje. Kees en Jan Schalker stond erop, vader en zoon, communisten, hoog in de partij, actief in het Haagse verzet, gefusilleerd. Wat betekende dat allemaal, wie waren die Schalkers? Het zou wel eens familie kunnen zijn, dacht mijn partner, die ook Schalker heet. En dus gingen we op zoek (en werd het een boek).

Dit verhaal begint met de dood. Dat klinkt akelig. Het is 13 janu-ari 1944. Communist Kees Schalker, door de nazi’s gearresteerd op verdenking van politiek extremisme, wordt uit zijn cel in het Oranjehotel in Scheveningen gehaald en naar de Waalsdorpervlakte gebracht, een paar honderd meter verderop. Daar wacht hem het vuurpeloton. 

Zijn zoon Jan zit dan al een paar jaar in concentratiekamp Buchenwald, zijn vrouw, dochter en schoondochter in Ravensbrück. Een warm gezin, vol idealen, durf en doorzettingsvermogen. De levens van Kees en Jan vertonen opmerkelijke gelijkenissen. Allebei behoren ze tot de top van de Communistische Partij van Nederland, allebei zijn ze Kamerlid en zitten ze in de gemeenteraad, allebei zijn ze in de oorlog leidende figuren in het Haagse verzet. 

Het zijn mannen bij wie het communisme in de genen zit. Met een blind vertrouwen in de Sovjet-Unie. Geen woord van kritiek komt er over hun lippen, ze zijn betoverd door Moskou. Jan heeft er zelfs bijna gewoond, zo fantastisch vindt hij het daar in de schaduw van Stalin, de dictator die miljoenen mensen over de kling jaagt. En als Kees het idee heeft dat zijn stem in Moskou niet wordt gehoord, zit hij al in de trein naar Rusland voordat de rest van de partij het door heeft.

In de enorme berg publicaties over de CPN kom ik Kees en Jan maar mondjesmaat tegen, terwijl ze toch allebei prominente communisten waren en een niet gering aandeel hadden in de ontwikkeling van de CPN tot een massapartij. Dat zit ‘m vooral in het feit dat het geen mannen waren die zichzelf heel gewichtig maakten.

Kees komt uit een Haags middenstandsgezin, hij is de derde Kees, geboren in 1890. De andere twee Keesjes sterven al vroeg na de geboorte. In die tijd kwam babysterfte veel voor, maar in huize Schalker slaat het noodlot wel vaak toe: van de tien baby’s gaan er zes dood. Kees verhuist later van Den Haag naar Delft, waar hij bij Calvé een baan krijgt als administratief medewerker en voor de communisten lid wordt van de gemeenteraad.

In zijn vrije tijd is hij godsdienstleraar, daar stopt hij mee. Dat hij zijn christelijk geloof inruilt voor het communisme, is voor hem volstrekt logisch. Er heerst enorme armoede, de Eerste Wereldoorlog woedt en als klap op de vuurpijl is daar de Russische revolutie die een einde moet maken aan de schrijnende ongelijkheid en het heersende kapitalisme. Zoon Jan gaat dezelfde kant op. “Mama”, vraagt hij als jongetje aan zijn moeder, “papa wil zeker wel dat ik communist word hè?” “Nou jongen”, zegt Riek tegen haar zoon, “ik denk dat hij zegt dat je moet worden wat je zelf denkt.” 

Vader en zoon trekken samen op. Bij een herdenking van de Russische revolutie houden ze allebei een redevoering, Kees - de ervaren politicus - in Amsterdam, Jan - nog geen twintig en bestuurder van de jonge communisten - in Haarlem. Thuis zijn het gewoon aardige mannen met een klein hartje, maar daarbuiten zijn ze bikkelhard en eerste klas activisten. 

Neem september 1934, de eerste Prinsjesdag voor Kees na zijn benoeming tot lid van de Tweede Kamer. Koningin Wilhelmina heeft zojuist in de Ridderzaal de troonrede uitgesproken. Ze staat op, samen met haar dochter Juliana. De voorzitter roept ‘Lang leve de Koningin’, waarna de hele zaal losbarst in een ‘hoera hoera hoera’. Iedereen doet mee. Kees niet. Met gebalde vuist roept hij met twee andere CPN-parlementariërs: ‘Weg met het hongerplan van Colijn’ en ‘Indonesië vrij’. “Onmiddellijk wierpen zich met geweld een kluwen van rechercheurs op onze moedige kameraden”, schrijft een verslaggever van de linkse krant De Tribune. “Ze werden op beestachtige wijze de zaal uitgewerkt en door de politie tot bloedens toe mishandeld.” Een agent roept ‘zullen wij hem het raam uit sodemieteren’, maar zover komt het niet. ’s Avonds, tijdens een partijbijeenkomst wordt Kees door de zaal uit-bundig toegejuicht.

In zijn adoratie voor Stalin en zijn fanatisme om het communisme wereldwijd te verspreiden, gaat Kees soms pijnlijk en op een angstaanjagende manier over de schreef. Zoals in 1937, waarin hij onderdeel wordt van de showprocessen die Stalin in Moskou organiseert. Oude vrienden (ook van Kees) worden voor het gerecht gesleept en ter dood veroordeeld. Kees verdedigt Stalin kritiekloos en schrijft een vlammend protest tegen zijn makkers van toen die hij beulen en moordenaars noemt. Jan is net zo blind en laat zich op kosten van Moskou verwennen in kuuroorden aan de Zwarte Zee, zoals zoveel communisten.

En dan is het oorlog, mei 1940, Hitler valt Nederland binnen. Jan gaat onmiddellijk in verzet, zet met zijn vrienden het illegale blad De Vonk op en wordt hoofdredacteur van de Haagse editie. Robby, de zus van Jan, doet mee aan de verspreiding. Vader Kees zit zich intussen ontzettend te verbijten. Hij mag van Moskou niet in het verzet en krijgt het bevel om onder te duiken. Zo kan hij vanuit zijn onderduikadres werken aan een blauwdruk voor het naoorlogse Nederland, waarin de communisten een prominente rol voor zichzelf zien weggelegd.

Het loopt anders. Op een zonnige dag, juni 1941, wordt Jan aangehouden door mannen van de Sicherheitsdienst. Hij wordt opgesloten in het Oranjehotel en van daaruit op transport gezet naar Buchenwald, waar hij jarenlang systematisch wordt gemarteld. Ook Robby komt in het Oranjehotel terecht, samen met Meta, de vrouw van Jan. Tijdens de oorlog zitten 25.000 gevangenen in het Oranjehotel, waarvan er 250 worden gefusilleerd. Een van hen is Kees, die in november 1943 op straat wordt gearresteerd, met het plan voor de toekomstige communistische machtsovername op zak.

Het wordt zijn dood. In de vroege ochtend van 13 januari 1944 wordt Kees uit zijn cel gehaald en in een vrachtwagen naar de executieplaats gebracht. Het laatste stuk gaat te voet. “Gij weet dat de schoten die gericht waren tegen uw hart, het hart moesten doden van de Communistische Partij”, schrijft De Waarheid, het lijfblad van de CPN, in een extra nummer. “Was er niet een zweem van minachting op uw gelaat, toen ge voor het laatst uw vijanden in de ogen keek?”

De Stuwstraat in Den Haag, na de bevrijding. Jan is weer thuis, vel over been, z’n pak slobbert om zijn magere lijf. Het wachten is op de rest van het gezin, zonder Kees. Daar zitten ze dan met zijn vieren in dat bovenhuis, mishandeld maar ongebroken. Erover praten doen ze niet. Ze hebben maar één doel: doorgaan. Jan gaat weer naar kantoor, het hoofdkwartier van de CPN, als secretaris van het bestuur. Later wordt hij lid van de Eerste Kamer. De CPN is op dat moment razend populair, dankzij hun rol in het verzet, maar lang duurt dat niet.

De CPN wordt met harde hand geleid door Paul de Groot, ook wel de kleine Stalin genoemd. Hij rekent keihard af met leden die hem niet bevallen. Als je in het archief van de CPN duikt, komt er een enorme spruitjeslucht naar boven. Mensen maken elkaar zwart, klikken. Jan is uiteindelijk ook aan de beurt: ‘Kameraad Schalker is in elkaar geploft’. Hij moest een staking in de havens organiseren, maar wat er ook van de grond kwam, geen staking. Wel spandoeken met teksten als ‘Wil je honger en ellende, kies dan Schalker en zijn bende’. 

En dus is het met Jan gebeurd, ook lichamelijk. Tijdens een vergadering van de Rotterdamse gemeenteraad wordt hij onwel en verlaat de zaal om niet meer terug te keren. Burgmeester Van Walsum roemt hem om zijn intelligentie en sprekerstalent. Natuurlijk, hij was zo nu en dan een etterbakje, maar dat hoorde bij zijn werk als communist. Jan gaat naar huis, klaagt of zeurt niet. “Als ik m’n leven opnieuw zou kunnen doen”, zegt hij op zijn sterfbed, “zou ik het net zo doen. Zelfs met het concentratiekamp erbij.”


Details

  • Schrijver

    Hanneke Boonstra
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Kees (rechts) met zijn zus en broertje
  • Editie

    03-2024

Meest gelezen artikelen