Honderd jaar per HTM-bus
Op 1 juli van dit jaar bestond het busbedrijf van de HTM in Den Haag honderd jaar. Reden voor mij om weer eens in de pen te klimmen en te proberen die honderd jaar samen te vatten in een leesbaar artikel. Mijn intentie is om de lezer niet te vermoeien met een overdaad aan data, feiten en busnummers - die voor de bus-spotter overigens van groot belang zijn - maar om een reis door de tijd te maken waarbij naast het busmaterieel ook folders, buskaartjes en leuke feitjes interessant zijn.
Vanaf 1923, het geboortejaar van mijn vader, exploiteerde de HTM al de stoomtramlijn Huygenspark-Delft-Rotterdammerpoort maar kreeg het niet voor elkaar de lijn te elektrificeren en dubbelsporig te maken tussen de remise Delftweg en Delft. Met tegenzin werd daarom vanaf 1 juli 1924 een tijdelijke autobusdienst in dienst gesteld in het ter discussie gestelde traject in Delft. Hiertoe had de HTM 10 bussen besteld van het merk Scemia-Schneider, gebouwd bij het Haagse carrosseriebedrijf Pennock. De bussen kregen onderdak in de nieuwe remise ’s-Gravenmade aan de Delftweg.
Het busvervoer in Den Haag zelf kwam in 1925 op gang met de opening van buslijn 4 van het Hobbemaplein naar het Zuiderpark, waarna in 1927 HTM het alleenrecht kreeg op busvervoer in Den Haag en de naam werd veranderd in gemengd bedrijf. Alle lokale vergunningen werden hiertoe ingetrokken. In januari 1927 werden de buslijnen K.L. en M ingesteld. De opmars van de bus ging vaak ten koste van sommige tramlijnen, waaronder ook die van de Blauwe tram, een beslissing die tot op de dag van vandaag wordt betreurd. In een eerder artikel had ik het al over het inkorten van de Hofpleinlijn van NS die een uitstekende verbinding gaf met Scheveningen.
In 1939 was het busbedrijf sterk gegroeid en waren er inmiddels negen buslijnen actief en was het busmaterieel fors uitgebreid met bussen van de merken Minerva, Studebaker en Kromhout, zoals te zien is op het lijnoverzicht uit 1939. Op 6 september 1944 kwam er tijdelijk een einde aan de busexploitatie want op dolle dinsdag nam de bezetter het laatste bus-materiaal in beslag.
Na de oorlog was er geen rijvaardige bus meer voorhanden. Met hulp en door tips van particulieren werden veel bussen op dumps teruggevonden en zelfs een aantal bij de Twentse TET. Samen met Beynes werkte de HTM met man en macht om het busmaterieel weer rijvaardig te krijgen. Daarnaast werden veertien Chaussonbussen met benzinemotor in Frankrijk aangeschaft. En zo hielpen deze bussen het busvervoer in Den Haag weer op gang. In 1955 werden de lijnletters vervangen door lijnnummers. Ik schreef hier al over in een voorgaand artikel. Ook waren de zomerrondritten weer gestart. Vanaf 1953 werden hiervoor de nieuwste bussen ingezet.
In 1952 bestond de HTM 25 jaar en werden de eerste autobussen geïntroduceerd met een platte Kromhout-motor onder de vloer. Hierdoor kwam er voorin meer ruimte bij de chauffeur, werd de dieselgeur gereduceerd en nam het motorgeluid af. Specialisten noemden dit ‘pannenkoekmotoren’. Nadat de HTM ervaring had opgedaan met dit type bus plaatste de HTM in de jaren 1954-1956 grote aantallen bussen bij Verheul met carrosserie van Kromhout en AEC. De Hagenaar heeft over het algemeen nog goede herinneringen aan de geelgroene bussen, in tegenstelling tot het oudere materieel dat bij de meeste inwoners uit de herinnering is verdwenen.
Toch bleek de HTM de behoefte aan bussen te hebben overschat. Temeer omdat het onmogelijk bleek voldoende chauffeurs te werven, een probleem dat zich anno 2024 nog steeds landelijk voordoet. Een deel van de nieuwe bussen werd daarom doorverkocht aan de RET in Rotterdam. Het is aan dit bedrijf te danken dat wij destijds een van deze bussen met nummer 327 via Zestienhoven konden terughalen naar Den Haag, waar deze als museumbus voortleeft.
De geelgroene bussen hebben van 1955 tot 1973 het Haagse straatbeeld bepaald. Zie hiertoe mijn vorige publicaties. In het HTM-nieuws van september 1965, een gratis nieuwsblad dat voor de reizigers in de bussen hing, werd de komst van de wijnrode standaardbus aangekondigd. Deze nieuwe standaardbus kwam tot stand middels een samenwerkingsverband tussen Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en later Utrecht. Onder andere de bussenbouwers Hainje, Den Oudsten en in mindere mate Van Hool bouwden identieke bussen op een onderstel van DAF. De eerste bussen uit deze mega-serie werden overigens nog gebouwd door Verheul met Leylandmotor.
Deze wijnrode en later felrode stadbussen (zontomaatjes) hebben de HTM vele tevreden kilometers bezorgd. De laatste standaardbussen werden in 1988 afgeleverd. Rond 2000 waren ze allemaal verdwenen. Naast sloop is er een groot aantal bij particulieren of in het buitenland terecht gekomen en een deel ervan rijdt in 2024 nog steeds als camper, motorhome of museumbus.
Na het vertrek van de standaardbussen, die door de jaren heen steeds verder werden ontwikkeld en verbeterd, kwamen er diverse andere typen bussen de dienst versterken. Het zou te ver gaan om al deze bussoorten in dit artikel te bespreken, het zou een hele editie van De Haagse Tijden beslaan. Ik noem ze daarom kort: vanaf 1989 de Neoplan Deutz (serie 701-773), de Mercedes Benz- Mannheimer serie 801-840, de Den Oudsten B93 geledebussen van de serie 901-923, de Den Oudsten Alliance (serie 101-207), de VDL- Berkhof Diplomat (serie 301-330). Deze bussen vervingen een vervolgserie Alliances vanwege het faillissement van Den Oudsten.
Vanaf 2009 werd de serie bussen afgeleverd die heden ten dage het stadvervoer in en om Den Haag verzorgen. Het betreft hier de witte MAN-Lion CityA21 CNG uit de serie 1001-1135. Een deel van deze bussen bleek te veel en werd onder andere verkocht aan Connexxion en Syntus.
Het zal duidelijk zijn dat deze bussen na vijftien jaar zwaar stadsvervoer aan vervanging toe zijn. Op 14 juni j.l. werden aan de Dynamostraat de opvolgers van deze busserie aangekondigd. HTM heeft hiertoe bij Daimler 102 bussen van het type E- Citaro, inclusief laad-apparatuur besteld. Eerst zullen de twaalf meter bussen worden afgeleverd, hierna volgen achttien meter geledebussen. Het is de bedoeling dat er in 2030 uitsluitend elektrische bussen in de Randstad zullen rijden. De eerste bussen zijn binnen en worden gebruikt om de chauffeurs vertrouwd te maken met dit type bus. Tot nu toe werden nieuwe chauffeurs opgeleid met van Veolia overgenomen stadsbussen van MAN, waarvan hierboven nog een plaatje.
Dit was in vogelvlucht honderd jaar per HTM-bus. Niet volledig, maar dat was ook niet de bedoeling. Wel dat u een idee krijgt hoe de HTM zich vanaf 1924 heeft ontwikkeld tot een gezond en succesvol busbedrijf. Ik wens ze veel succes de komende jaren met de elektrische bussen, maar maak daarbij wel de kanttekening dat ik de heerlijk naar diesel ruikende, ronkende bussen ga missen!
Details
-
Schrijver
Ruurd Berendes -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Dafbus 203 op de Stationsweg, 10 april 1982 -
Editie
17-2024