Skip to main content

Een echt Haagse feestdag

In de week voor de Derde Dinsdag van September is het in Den Haag een drukte van belang. In de binnenstad worden tribunes gebouwd, dranghekken geplaatst, de kermis opgebouwd en televisieposten ingericht. In het weekend wordt er zelfs met de paarden op het strand geoefend. Kortom, Den Haag maakt zich op voor Prinsjesdag!

Traditie

Prinsjesdag is een feestelijke dag waar duizenden mensen af komen op een rijtoer door de koning en de koningin. Het is een van de weinige momenten in het jaar dat het koningspaar aangekondigd in het openbaar verschijnt en iedereen hen kan zien. Zij leggen weliswaar het hele jaar door werkbezoeken af, maar dat is vaak voor een select publiek toegankelijk. De rijtoer is niet zomaar een ritje per koets van paleis naar parlement en terug. Het is een lange optocht met onder andere het garde-regiment Jagers en Grenadiers in gala-uniform, een ere-escorte van de bereden marechaussee, politie en cavalerie aangevuld met diverse muziekkorpsen. In de stoet rijden koetsen mee met de prinsen en prinsessen en als stralend middelpunt de Glazen Koets met het koningspaar en de prinses van Oranje. Dit alles in een volgorde die berust op een lange traditie. Tot enige jaren geleden was de Gouden Koets het rijtuig van de koning maar de koets moest gerestaureerd en aangepast worden aan de eisen van nu. Het zou een mooie gelegenheid zijn geweest om de koets te vervangen door een moderne, veilige auto maar gelukkig is daar niet voor gekozen. Zo kan het sprookje blijven bestaan. 

Studentenweerbaarheid

Langs de route vormen diverse legeronderdelen erewachten, met bij het parlementsgebouw een bijzondere erewacht en wel die van de Studentenweerbaarheid. Dit regiment bestaat uit leden van studenten-verenigingen die zich vrijwillig hebben aangemeld de koning en de koningin in oorlogstijd te beschermen. Nu had koning Willem I zelf al een regiment militairen opgericht, het Garderegiment Jagers en Grenadiers om zich te beschermen. Zij heeft de opdracht onder de ‘ogen van de koning’ te leven en is dan ook gelegerd in de directe nabijheid van het paleis. In de Tweede Wereldoorlog hebben zij Den Haag verdedigd en vliegveld Ypenburg op de Duitsers heroverd. Op zo’n wapenfeit kan de Studentenweerbaarheid niet bogen. Zij werden al in de zeventiende eeuw incidenteel wel eens bij oorlogshandelingen gebruikt, maar meer als ondersteuning van het reguliere leger. Na de gevechten werden zij dan ook direct weer opgeheven. 

In 1831 boden zij traditiegetrouw hun diensten aan koning Willem I aan om hem te helpen bij het ongedaan maken van de afscheiding van België van Holland. Zij deden mee aan de zogenaamde Tiendaagse Veldtocht maar tot deelname aan gevechtshande-lingen is het nooit gekomen en werd het regiment weer opgeheven. In 1866 kregen de weerbaarheidsverenigingen officieel een permanente status. Iedere universiteitsstad kreeg een eigen studentenweerbaarheid, altijd gekoppeld aan het corps. Utrecht en Leiden zijn de oudste verenigingen waarbij het Leidse Pro Patria het meest aan de weg timmerde. Prins Bernard was hun beschermheer en liet zich graag jaarlijks op de sociëteit uitnodigen voor een borrel en diner. De leden van de verenigingen mochten bij hun moederregiment, in geval van Leiden was dat het garderegiment Grenadiers, meedoen aan militaire oefeningen. Dat blijft heden ten dage beperkt tot een jaarlijks rondje op de stormbaan en een keer schieten op de schietbaan. Een persoonlijk wapen zit er dan ook niet in en ook geen militair tenue. Men draagt daarom met Prinsjes-dag nog het eretenue uit 1866 en een onklaar gemaakt geweer. Kortom, het is een ere-regiment als ere-wacht.

Folklore

Op de grens van traditie en folk-lore zijn de jaarlijkse bezoeken van personen in klederdracht aan Prinsjesdag. Op televisie zien wij hen geïnterviewd worden met de terugkerende vraag of zij ieder jaar naar Den Haag komen. Uiteraard, want het is mooi om het koningspaar te zien en het is ook een gezellig dagje uit. Daar staan zij niet alleen in. Veel toeschouwers kleden zich al dan niet uitbundig in het oranje, soms zelfs met een nepkroontje, sjerp en medailles. Anderen dragen speciale hoeden zoals de ‘hoedenclub’ uit Valkenburg. Deze groep dames bezoekt ieder jaar de hofstad en zij verheugen zich op het kiezen van een nieuw hoofddeksel. Feestelijk gekleed trekken zij zo veel bekijks. Hoe anders de heren van de Oranjevereniging uit Z. die keurig in jacquet met hoge hoed langs de route staan. Zij hebben een vaste plek aan de route en de koning groet hen ook ieder jaar, zeggen ze. Wat niet onvermeld mag blijven, zijn de grote aantallen kinderen met hun zelf geknutselde kroontjes en slingers in het haar die achter de hekken staan. Die doen het altijd goed op tv. 

Dit alles speelt zich buiten af, maar binnen is ook het een en ander te zien. Wat te denken van de hoedenparade van de vrouwe-lijke Kamerleden. Hun keuzes zijn altijd goed voor kritische of bewonderende commentaren. Bepaald niet leuk is het wanneer het hoofddeksel van een kamerlid wordt gekwalificeerd als ‘gewoontjes’. Dat komt niet vaak voor omdat de dames zich zeer bewust zijn van de impact van hun keuze. De Partij voor de Dieren steelt vaak de show met originele creaties rond het thema ‘dier en natuur’. Maar meestal worden ontwerpers van naam ingeschakeld wier hoeden gelukkig door de vakpers worden herkend.

Politiek

Prinsjesdag vieren wij omdat die dag koning Willem-Alexander de plannen van de regering voor het nieuwe jaar openbaar bekend maakt. Deze troonrede is eigenlijk een toelichting op de begroting die die middag aan de Tweede kamer wordt aangeboden door de Minister van Financiën. Sommige plannen lekken al enige weken daarvoor uit, meestal in de vorm van korte mededelingen, maar de troonrede niet. Dat komt omdat daar vaak nog tot op het laatst in gewijzigd wordt. De koning ontvangt de tekst in grote lijnen al enige dagen van tevoren om te oefenen. Het voorlezen luistert nauw, geen woord mag worden overgeslagen en het moet duidelijk verstaanbaar zijn. Na het voorlezen vouwt hij de blaadjes dicht, overhandigt die aan de bode achter de troon en verlaat met de koningin aan zijn zijde de zaal. De cabaretier Wim Kan heeft in een van zijn oudejaarsconferences daar eens een grapje over gemaakt. Het was nog in de tijd van koningin Juliana en zij had dat jaar wat geaarzeld bij het voorlezen van bepaalde passages. Wim Kan interpreteerde dat als dat zij niet kon geloven wat er stond en dat zij de troonrede daarom dichtvouwde, in haar tasje stopte om die thuis nog eens na te lezen. Daar is dus nu echt geen sprake meer van, de koning komt niet voor verrassingen te staan.

Tot slot

De rijtoer wordt afgesloten met de balkonscène bij Paleis Noordeinde. Dit trekt altijd veel bekijks, zeker bij mooi weer. Wat helpt is dat de ambtenaren op Prinsjesdag tussen 12.00 en 14.00 uur vrij hebben om naar de troonrede te luisteren en naar de rijtoer te gaan kijken. Of daar veel gebruik van wordt gemaakt, is de vraag. De scholen zijn wel dicht die dag en het aantal ouders met kinderen bij het paleis is dan ook groot. Het feest is pas compleet als na afloop de kermis wordt bezocht. En zo is een dag die van nationaal belang is een echt Haags feestje.


Details

  • Schrijver

    Ton van der Pijl
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De balkonscène op Prinsjesdag 2012. Foto: Ingrid Biljouw
  • Editie

    18-2024

Meest gelezen artikelen