Ik denk dat ik beter schrijf dan teken
Op de vraag wat het beste jeugdboek is dat tot nu toe in de Nederlandse taal geschreven is, valt geen zinnig antwoord te geven. We hebben vaak de neiging om van alles en nog wat op een rijtje te zetten, maar in dit geval heeft dat geen zin. Daarvoor verschillen al die boeken veel te veel van elkaar. Wél is het zo, dat er maar weinig schrijvers en schrijfsters zijn die hun eigen boeken illustreren. Dit artikel gaat over een schrijfster die dit wel deed en nog goed ook.
Antonia Johanna Dragt is op 12 november 1930 in Batavia in Nederlands-Indië geboren. Haar vader, Andries Dragt, was verzekeringsdeskundige bij de Nillmy en haar moeder heette Alida Francina Meeldijk. Tonke, zoals Antonia genoemd werd, had twee zusjes, Corlien en Ada. Toen Tonke twaalf jaar oud was, kwam ze in een Japans interneringskamp terecht. In 1945 vertrok Alida met haar drie kinderen naar Nederland. Ze gingen in februari 1946 in de buurt van de ouders van Alida in Dordrecht wonen. Het was een van de koudste winters ooit, dus ze wilden maar wat graag terug naar Indië. Vader reisde voor zijn werk heen en weer tussen Nederland en Indië en nam zijn gezin in 1947 weer mee terug naar Nederlands-Indië. In 1949 kwam het hele gezin voorgoed naar Nederland.
Tonke slaagde voor het eindexamen HBS in Dordrecht en vervolgens ging ze van 1950 tot 1955 naar de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hoewel ze oorspronkelijk linkshandig was, kon ze met beide handen schrijven en tekenen. In die tijd was het nog gebruikelijk om dat linkshandig zijn af te leren, voor zover dat al mogelijk is. Het gezin woonde in die tijd op de Laan van Poot. Ze was al tijdens haar studie aan de Academie teken-lerares op een lagere school in Den Haag en daarna op de Tweede Christelijke Huishoudschool in de Maarsberg-en-straat in onze stad. Later ging ze lesgeven op het Gemeentelijk Lyceum Rijswijk aan de Van Vredenburchweg. Tot 1980 heeft ze voor de klas gestaan. Toch zou ze beroemd worden als schrijfster van jeugdboeken. Hoe is dat zo gekomen?
Om te beginnen heeft Tonke als kind al verhalen geschreven en haar vader kon ook goed vertellen, dus ze had het niet van een vreemde. Zo heeft ze samen met een vriendinnetje, Tineke Straub, tijdens de internering in het Jappenkamp al een boek geschreven met als titel De jacht op de Touwkleurige. Het gaat over een voortvluchtige boef met touwkleurig haar. Tijdens de tekenlessen die ze gaf, vertelde ze vaak spannende verhalen. Zo hoopte ze de fantasie van de leerlingen op te wekken zodat er fantasievolle tekeningen uit hun handen kwamen. Ook las ik dat ze aan het begin van haar carrière als tekenlerares nogal eens moeite had met orde houden. Dan vertelde ze het begin van een meestal spannend verhaal, waarna ze beloofde het af te maken als de leerlingen zich tijdens de les gedroegen. Dit werkte naar ik begrepen heb uitstekend. Ze kon dan ook prachtige verhalen vertellen én opschrijven en bovendien illustreerde ze haar boeken zelf.
Tonke was niet de eerste in haar familie die les ging geven. Haar grootvader van vaderskant was hoofd van een school in Indië. In 1961 gaf de uitgeverij Leopold haar eerste boek uit: Verhalen van de tweelingbroers. Er zouden nog vele boeken en verhalen volgen. Zo’n vijfenveertig! Ze was in de jaren zeventig in de Rozenstraat in een benedenwoning op nummer 76 gaan wonen. Later kwam daar de bovenverdieping op nummer 78 bij. Ze woonde toen boven en beneden was haar atelier. Haar huis leek wel een museum vol poppenhuizen, collages en tekeningen. Haar tweede boek De brief voor de koning, dat in 1962 verscheen, is maar liefst in 34 verschillende talen uitgegeven. Ook schreef ze een serie van acht deeltjes voor het basisonderwijs. Ze heeft diverse bekroningen voor haar werk gekregen, zoals de voorloper van de Gouden Griffel, de Nienke van Hichtumprijs, Vlag en Wimpel en de Griffel der Griffels; de prijs voor het beste jeugdboek aller tijden. Voor haar hele oeuvre kreeg ze in 1976 de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur en in 2001 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hoewel ze het liefste thuis wilde blijven wonen, is ze uiteindelijk naar het woonzorgcentrum Uitzicht in de Zonnebloemstraat gegaan. Hier is ze op 12 juli 2024 overleden.
Zelf heeft ze over haar werk gezegd: “In mijn boeken moeten de hoofdpersonen vaak belangrijke en moeilijke keuzes maken die tegen de wens van de omgeving ingaan. Ik probeer altijd aan de lezers mee te geven; wat er ook gebeurt, volg je eigen inzicht en maak dan je eigen keuze. Als schrijfster ben je eigenlijk nooit uitgeschreven, dus misschien zit mijn mooiste boek nog in de pen. Ik denk dat ik beter schrijf dan teken.”
Tonke heeft zich ook wel eens aan een gedicht gewaagd. Voor het Kinderboekenweekgeschenk eind jaren zeventig schreef ze onderstaand gedichtje, dat helaas nooit is gepubliceerd.
Op zoek naar gegevens over Tonke Dragt, kwam ik via via aan het telefoonnummer van haar zus Ada. Hoewel ze aanvankelijk niet veel over haar zus wilde vertellen, veranderde dit al snel toen we erachter kwamen dat we allebei in de jaren vijftig van de vorige eeuw op de kweekschool van het Haagsch Genootschap hebben gezeten. Een deel van ons verleden kwam zo weer ter sprake en dat deed ons goed. Ik vertelde haar dat ik een artikel over haar zus voor De Haagse Tijden wilde gaan schrijven en dat leek haar een uitstekend idee.
De naam De Haagse Tijden zei haar niet veel, totdat ze me het volgende verhaal vertelde: “Enkele maanden voordat Tonke overleden is, was ik bij haar en ze liet me een krantje zien dat met een zekere regelmaat bij het verzorgingshuis waar ze toen woonde in de hal lag. Op de middenpagina staat een verhaal dat iets met koningen te maken heeft en ook het boek De brief voor de koning van Tonke wordt erin besproken. Tonke vond het een goed artikel, ook al omdat er uitgelegd wordt wat het verschil tussen jeugdboeken en boeken voor volwassenen is. Hierbij wordt de bekende zin uit een gedicht van Elsschot “want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren” gebruikt en daar was Tonke het ten dele mee eens. Ze vond dat ze niet voor kinderen schreef of voor volwassenen, maar voor mensen. Maar vooral de tekeningen die erbij staan, vond ze indrukwekkend.”
Het duurde even tot het tot me doordrong dat het hier om het artikel gaat dat in de uitgave van De Haagse Tijden van 16 april van dit jaar staat en laten die tekeningen nu door mijn jongste zoon Taco gemaakt zijn. Toen ik Ada dit vertelde, kon ons gesprek helemaal niet meer stuk, dat begrijpt u.
Een originele en eigenzinnige schrijfster met een grote verbeeldingskracht is overleden. Wie van ons kent haar boeken niet?
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Prijs Kinderboek van het jaar 1963 door mr L.B. van Ommen uitgereikt aan Tonke Dragt op 25 oktober 1963. Fotocollectie Anefo, Wikimedia commons -
Editie
21-2024