Skip to main content

De geschiedenis van Maria van Jesse

De lange geschiedenis van Den Haag en Delft, die teruggaat naar de Middeleeuwen, kent vele gezamenlijke verhalen en gebeurtenissen. Zo ook het wonder van de Haagse Machteld. Begin veertiende eeuw woonde in Den Haag, toen nog Die Haghe geheten, een vrouw genaamd Machteld. In het Haags gemeentearchief is niets over haar te vinden. Waarschijnlijk zou ze anoniem zijn gebleven als er geen wonderbaarlijke gebeurtenis op haar levenspad was gekomen. Machteld was door voortschrijdende ouderdom gaandeweg haar gezichtsvermogen kwijtgeraakt. In de Middeleeuwen, zonder de hedendaagse voorzieningen, betekende dat in veel gevallen een troosteloos einde. Maar de rooms-katholieke Machteld had geluk. Haar zoon, de slager Willem Jansz, zorgde goed voor zijn blinde moeder. Hij gaf haar liefdevol kost en inwoning zodat ze zorgeloos van haar oude dag kon genieten. 

In 1327 werd in de rooms-katholieke Sint Bartholomeuskerk van Delft, die nu bekend staat als de Oude Jan, een Maria van Jesse beeld vervangen door een nieuw, houten sculptuur. De naam verwijst naar de voorouderlijke afstamming van de moeder van Jezus. Jesse, in het Hebreeuws Isaï, was de vader van koning David. De inwijding van het Mariabeeld, die gepaard zou gaan met veel plechtigheid en eerbied, gaf aanleiding tot het geven van een groot feest dat een aantal dagen zou duren. Uit alle windstreken kwamen pelgrims, belangstellenden, kermisklanten en marktkoop-lieden. Onder de gelovigen bevond zich ook de Haagse Machteld. Een aantal dagen eerder had ze in haar slaap een visioen gekregen waarin ze werd aangespoord een bezoek te brengen aan de toen nog enige parochiekerk van Delft. Daar moest zij om genezing bidden bij het nieuwe beeld van Maria. Samen met haar zoon en een aantal plaatsgenoten van wie de namen onbekend zijn gebleven, vertrok Machteld vol hoop en vertrouwen naar Delft. Daar aangekomen ging ze naar de kerk, waar een priester met de naam Christiaan op het punt stond de heilige mis te beginnen. Machteld, met haar visioen in gedachte, viel met intens geloof bij het beeld van Maria op haar knieën en vroeg in haar gebed vol devotie of zij haar verloren gezichtsvermogen terug mocht krijgen.

Op het moment dat de priester de inzegening van het Mariabeeld wilde beëindigen, riep Machteld met luide stem en overmand door emotie dat ze weer kon zien. “Heer Jezus Christus, Zoon van de levende God, gezegend bent u en gezegend is uw goedertieren moeder Maria, want ik was blind en kon niet zien, maar ik kan u en haar nu met liefde aanschouwen.” Het godswonder dat in de bomvolle kerk begroet werd met gebed en lofgezang ging als een lopend vuurtje door Delft en omstreken. Ook in Den Haag werd het mirakel al snel het gesprek van de dag. Na de mis volgde er een plechtige dankzegging. Het Mariabeeld werd vervolgens op een draagbaar geplaatst en met trots door een aantal sterke gelovigen in processie rondgedragen. Daarachter liepen de geestelijken, de kerkgangers en de Haagse Machteld, die met eigen ogen kon zien wat het wonder deed met de mensen die gaandeweg in steeds grotere aantallen bij de processie aansloten.

Van het wonder werd in de Bartholomeuskerk een akte opgesteld door notaris de heer Marijn Claesz van Zaltbommel. Als getuigen waren aanwezig Jacob Willemsz, Jan Vosz en Willem Jansz, de zoon van Machteld. Gelijkertijd werd de belofte gedaan om ieder jaar op de zondag na het feest van Sint Odulfus op 12 juni, het beeld van Maria van Jesse door de stad te dragen tijdens een ommegang. Na het mirakel van de Haagse Machteld vond nog een aantal wonderen plaats. Negen daarvan zijn overgeleverd in een handschriftje uit de vijftiende eeuw. Delft werd een bedevaartsoord, waar jaarlijks tienduizenden gelovigen naar toe kwamen om bij het Mariabeeld een bijzondere gunst te vragen. In 1398 verleende paus Bonifatius IX een aflaat van twee jaar en tachtig dagen aan ieder die de ommegang bezochten en Maria van Jesse vereerden. 

Halverwege de zestiende eeuw kwam er abrupt een eind aan de pelgrimage en de jaarlijkse processie. De reformatie deed in Nederland zijn intrede. Vele gebedshuizen werden geplunderd en vernield door opstandelingen. In 1566 belaagden protestanten de als inmiddels bekendstaande Oude Kerk. Het beeld van Maria van Jesse overleefde de beeldenstorm, maar verdween zes jaar later op mysterieuze wijze. Dankzij de Delftse priester Michaël Vosmeer, die in 1572 naar Keulen was gevlucht, is meer bekend over het Mariabeeld. Omstreeks 1620 schreef hij hoogbejaard zijn herinneringen op. “In de Oude Kerk bevond zich een houten beeld van Maria, zittend op een zetel en omhangen met een mantel. Zij had het uiterlijk van een jonge vrouw op wier rechterknie het kind Jezus zat, dat zij om zijn middel vasthield en dat in de linkerhand een aardbol droeg of gouden appel waarop een kruisje, terwijl het de halfgeopende rechterhand vooruitstak, als wilde het iets aanwijzen”. 

De reformatie zorgde ervoor dat rooms-katholieken hun geloof niet meer in het openbaar mochten beoefenen. De Oude en Nieuwe kerk kwamen in gereformeerde handen en de Maria processie werd door het stadsbestuur verboden. Noodgedwongen namen de katholieke Delftenaren hun toevlucht in schuilkerken. In 1795 komt het grootste deel van Nederland onder invloed van de Fransen te staan. Met de vlucht van stadhouder Willem V naar Engeland doet de Bataafse Republiek zijn intrede. Staat en kerk werden van elkaar gescheiden. In de praktijk betekende dat een beperkte godsdienstvrijheid. Pas na de instelling van het Koninkrijk Holland in 1806 en dankzij koning Lodewijk Napoleon kregen de katholieken meer vrijheid om hun geloof in het openbaar weer te belijden. De godsdienstvrijheid werd definitief met de grondwet van 1848. Het gevolg daarvan was dat in de tweede helft van de negentiende eeuw in Nederland vele rooms-katholieke kerken werden gebouwd. Zo ook in Delft. In 1882 werd de nieuwe neogotische parochiekerk aan de Burgwal ingewijd. Oorspronkelijk aan Sint Jozef maar sinds 1971 aan Maria van Jesse. 

In 1929 organiseerde Julius Froger, lid van de Mariacongregatie van de Katholieke Studenten Vereniging Sanctus Virgilius voor het eerst weer een ommegang ter ere van Maria van Jesse. In 1939 waren er vijftien deelnemers, een jaar later ongeveer driehonderd. Om de continuïteit van de organisatie te waarborgen, werd in 1939 het Maria van Jessegilde opgericht waarin alle parochies van de stad waren vertegenwoordigd. Ondertussen was men al een tijd op zoek naar een Mariabeeld die het tijdens de reformatie verdwenen mirakelbeeld kon vervangen. Ook dit verhaal kreeg uiteindelijk een Haags tintje. In 1939 vond de heer K. van der Horst jr. bij antiquair J. Muiselaar in het oude centrum van Den Haag een beeld dat redelijk voldeed aan de oude beschrijvingen van het oorspronkelijke exemplaar. Het beeld dateerde uit dezelfde tijd en was vervaardigd in Keulen. De Sint-Jozefkerk aan de Burgwal verwierf het voor driehonderd gulden. Het beeld werd op Maria ten Hemelopneming (15 augustus) gewijd en na een plechtige processie in de kerk geplaatst op het voormalige Heilig Hartaltaar. Op zondag 16 augustus 1942 werd het beeld verplaatst naar het tot kapel verbouwde en ingewijde catechismuskamer. 

In de hongerwinter van 1944/45 werd het beeld op zondagen onder grote belangstelling door de kerk gedragen. De katholieke inwoners van Delft beloofden een kinderhuis te stichten als hun stad op voorspraak van Maria gespaard zou blijven van het oorlogsgeweld. Dat gebeurde ook. Na de oorlog werd de belofte ingelost met een weeshuis voor meisjes aan de Oude Delft 174. Sinds die tijd is het beeld te bewonderen in de Mariakapel, waar iedere dag mensen komen om te bidden of om er een kaarsje te branden.

Zelf kom ik graag en met regelmaat in de Maria van Jessekerk. Naast spiritualiteit zijn er tal van bezienswaardigheden. Het gebouw, de historie, de beelden, de wandschilderingen, glas-in-lood ramen, kerkelijk erfgoed, een eeuwenoude preekstoel en altaarstuk, iconen en het Maarschalkerweerd orgel. De indrukwekkende veertien staties vertellen het kruisingsverhaal van Jezus. Overal kan je een kaarsje opsteken of even stil zitten. Ook worden er activiteiten georganiseerd, zoals de Mariahulde waar verschillende koren mooie Marialiederen ten gehore brengen. In de kerk staan vriendelijke en behulpzame vrijwilligers klaar om vragen over de kerk te beantwoorden. Ook is er een klein winkeltje waar allerlei geloofsartikelen gekocht kunnen worden. De Maria van Jessekerk biedt nog veel meer. Het maakt een bezoek meer dan waard.


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De gebrandschilderde ramen van de kapel van het wonder van Machteld en de processie. Gemaakt in 1949 door franciscaner broeder Cosmas Tap
  • Editie

    24-2024

Meest gelezen artikelen