Piet Wijn, een (on)bekende Hagenaar
Als striptekenaar wordt hij bij de grote vier van Nederland geschaard, samen met Marten Toonder (Tom Poes), Hans G. Kresse (Eric de Noorman) en Pieter Kuhn (Kapitein Rob). Toch is hij altijd (al dan niet opzettelijk) onder de radar gebleven. Grotere naamsbekendheid verwierf hij tegen zijn zin door het tekenen van Douwe Dabbert. Alle avonturen van deze wonderlijke kabouter met zijn toverknapzak zijn ontstaan in zijn werkkamer in de Haagse Theresiastraat, waar Piet Wijn (1929-2010) tussen 1954 en 1998 woonde en vooral heel hard werkte.
Pieter Cornelis Wijn (Piet Wijn) werd op 17 mei 1929 geboren in Hilversum als zoon van een metselaar. Het tekenen zat vanaf zijn geboorte in zijn bloed en hij begon zijn carrière dan ook als illustrator voor de schoolkrant van zijn basisschool in Hilversum. Als tiener werkte hij later in deze zelfde plaats ook nog voor een kunstatelier. Na zijn middelbare schoolopleiding volgde hij tekencursussen aan de tekenschool Rec’s Teekeninstituut aan het Frederiksplein in Amsterdam. Hier werd reclame-, mode-, modeltekenen en illustratiekunst onderwezen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog, in 1946 kreeg Wijn een baan aangeboden bij de befaamde Toonder Studio’s. Zijn eerste werk had echter nog maar weinig met strips te maken. Toonder maakte namelijk ook reclamefilms en Wijn kreeg de opdracht een film voor Philips te maken.
In het begin was de Toonder Studio’s nog gevestigd in Amsterdam, in 1966 verhuisde deze naar kasteel Nederhorst in Nederhorst den Berg. De filmafdeling moest wegens te weinig opdrachten dicht en Wijn ging op freelancebasis strips tekenen voor de Toonder Studio’s. In 1948 verscheen de eerste strip van de hand van Piet Wijn in Tom Poes weekblad, De zwarte Hertog. Nog vele strips zouden volgen, waaronder Verowin, Aram en strips van De scheepsjongens van de Bontekoe en Alleen op de wereld. In 1954 trouwde Wijn met zijn vriendin Ineke en vervolgens gingen ze in een vierkamer appartement in de Haagse Theresiastraat wonen. Hier zouden ze tot 1998 blijven.
Piet Wijn zat iedere dag op zijn kleine werkkamer van een paar vierkante meter en tekende zeven dagen per week zo’n tien tot twaalf uur per dag. Met mooi weer tekende hij graag buiten op zijn balkon, die hij als groene oase had ingericht. Hier hoorde hij regelmatig hoe zijn bovenbuurman miljoenen verdiende of verloor met de handel in olie. Zelf de verhalen bedenken en schrijven heeft Piet Wijn nooit gedaan, hij werkte altijd samen met anderen. Hij beschreef dat zelf als volgt: “Ik heb met een schrijver eigen producten gemaakt. De eigen fantasie, dat is een soort kruisbestuiving. Met de auteur ga je samen zitten. Wie uiteindelijk de geestelijk vader is, dat is moeilijk te zeggen.”
Piet was eigenlijk een artiest en vond dat de tekstballonnen in zijn strips de compositie van de figuren aantastte. Hij heeft zelf nooit gewerkt aan naamsbekendheid. Enerzijds door zijn nuchtere en bescheiden instelling, anderzijds omdat hij jaren in opdracht werkte. Pas door Douwe Dabbert maakte hij naam en werd zijn eerdere werk met terugwerkende kracht bekend. Zelf vond hij het raar om werk te ondertekenen dat niet helemaal van hemzelf was, dus dat deed hij ook niet. Hij omschreef zichzelf als ‘slechts een tekenaar, een soort camera-man’. Op de vraag waarom hij ooit tekenaar was geworden, antwoordde hij: “Omdat je nu eenmaal iets moet worden”. Zelf had hij liever helemaal geen keuze gemaakt, maar er moest nu eenmaal brood op de plank komen. Daarnaast vond hij tekenen leuk om te doen.
Na verloop van tijd ging hij ook steeds meer mee tekenen met de verhalen van Marten Toonder zelf. Zo tekende hij veel verhalen van Kappie, Koning Hollewijn en Panda, maar het schijnt dat hij ook aan Tom Poes heeft meegetekend. Marten Toonder heeft altijd volgehouden dat hij Tom Poes zelf tekende, maar het lijkt erop dat dit veelal door medewerkers van de studio’s is gedaan en Toonder het inkten op zich nam. In 1965 verhuisde Marten Toonder naar Ierland en genoot daar van natuur en rust. Wijn zelf had een duidelijke voorkeur voor Den Haag om te wonen, want hij had liever wat vertier wanneer hij de deur uitstapte, dan altijd in dezelfde stille omgeving te zijn.
In 1975 werd Wijn benaderd door het weekblad Donald Duck. Zij publiceerden in die tijd enkel verhalen uit de Disneystudio’s en vonden dat te beperkt. Wijn kreeg de vraag om een kabouterverhaal te bedenken en ontwierp vijf kabouters. De redactie van Donald Duck koos er één uit en zo werd de hoofdpersoon Douwe Dabbert geboren. De hoofdredacteur van Donald Duck, Thom Roep, bedacht en schreef de verhalen en Piet Wijn tekende ze. Door deze werkwijze is Douwe Dabbert tussen 1975 en 2001 een vast onderdeel geweest van Donald Duck, waarna de verhalen in 23 albums zijn gepubliceerd. De eerste albumuitgave was overigens niet in Nederland, maar in Denemarken. Ook hier zijn alle albums verschenen en droeg Douwe de naam Gammelpot.
Naast Douwe Dabbert tekende Wijn ook andere strips voor Donald Duck, zoals De kleine boze wolf en Hiawatha. Ook ging hij tussen 1973 en 1986 verhalen voor het tijdschrift Tina tekenen. Samen met Andries Brandt maakte hij Jennifer Scott en met Paul Deckers tekende hij Gloria van Goes. In 1984 ontving Wijn de Stripschapprijs voor al zijn werk. Dit heeft hem zelf verbaasd, omdat hij alle verhalen in samenwerking maakte. Hij zei ook wel dat hij het te druk had om de verhalen te schrijven en het gewoon leuk vond om samen te werken. Op 30 september 1986 kreeg Piet Wijn een hersenbloeding, waardoor hij verlamd raakt aan zijn rechterzijde. Aangezien hij met rechts tekende was dit een enorme aanslag op zijn gezondheid en zijn werk. Zelf zag hij wel een lichtpuntje in dit aangrijpende gebeuren, want hij hoefde nu niet meer te signeren op stripdagen, volgens hemzelf.
Wijn ging niet bij de pakken neerzitten en leerde zichzelf na deze hersenbloeding tekenen met links, iets wat vanzelfsprekend veel trager ging. Daarom concentreerde hij zich vanaf die tijd enkel nog op Douwe Dabbert. Dit heeft hij nog volgehouden tot 1997, tot hij een tweede hersenbloeding kreeg en het tekenen hem helemaal niet meer afging. Het album dat nog in ontwikkeling was, is vervolgens afgemaakt door Dick Matena. De laatste jaren van zijn leven, tot zijn overlijden op 6 oktober 2010, woonde Wijn in Leidschendam. Piet Wijn heeft een geweldig oeuvre aan stripverhalen getekend, waarbij lang niet al zijn verhalen in dit artikel zijn benoemd. De herkenbare lijn in de verhalen van Piet Wijn is dat veel zich afspelen in de historie en/of fantasiewereld. Zelf vond hij het prettig om te kunnen vluchten in deze wereld, die volgens hem veel fijner en simpeler was. Hij was een van de grootste striptekenaars die Nederland gekend heeft en daar mogen we in Den Haag best een beetje trots op zijn.
Details
-
Schrijver
Meine Ludema -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Piet Wijn. Foto: incognito-comics.blogspot.com -
Editie
07-2025