Skip to main content

Met vlag en wimpel

Zo tegen de zomer begint de periode van het uitbundig vlaggen. Dan volgen Koningsdag, Dodenherdenking en Bevrijdingsdag elkaar op met tussendoor de verjaardag van koningin Maxima en daarna de eindexamens. De vlag uitsteken mag iedere dag, maar dat bewaren we wel voor bijzondere gelegenheden en activiteiten. Op Koningsdag steken we de vlag zelfs uit met oranje wimpel en als je met vlag en wimpel slaagt voor je examen dan hangen we de schooltas bij de vlag. En als boeren boos zijn dan hangen ze de vlag ondersteboven. Maar hoe hoort het nu eigenlijk en was de vlag altijd al rood-wit-blauw?

De kleuren rood, wit en blauw in vlaggen hebben net als andere kleuren een bepaalde betekenis. Rood staat voor moed en kracht, wit voor vrede en zuiverheid en blauw voor vrijheid en stabiliteit. Geel en groen zien we ook vaak terug in vlaggen en staan voor rijkdom en voorspoed respectievelijk vruchtbaarheid en hoop. Maar waarom Nederland nu een rood wit blauwe vlag heeft, daarover zijn de meningen van historici verdeeld. Het meest waarschijnlijke is dat de Graven van Holland rond 1350 een vlag gingen voeren met deze drie kleuren. Deze vlag is lang door de Staten van Holland als de Hollandse of Statenvlag gebruikt. Het waren de Geuzen die als hun steun aan prins Willem van Oranje in de Tachtigjarige Oorlog de oranje, witte en lichtblauwe vlag gingen voeren; het oranje, blanje, bleu. Het wit en lichtblauw kwam overeen met de kleuren van de kostuums van de bedienden van prins Willem, de livreien, en het oranje sloeg op de naam van het prinsdom in Frankrijk.

Op de schepen van de marine werd deze zogenaamde Prinsenvlag maar kort gevoerd en de Statenvlag weer in ere hersteld. Het oranje en het lichtblauw waren slecht zichtbaar op zee. Bij het identificeren van schepen, van belang om te weten dat je niet met piraten of vijanden te maken had, was dat wel van belang. Het gebruik van de Statenvlag lag in sommige provincies gevoelig, met name in Zeeland waar men niet goed tegen de dominantie van Holland kon. In vlootverband werd echter altijd de Statenvlag gevoerd. De Oranjegezinden bleven op land de oranje-wit-lichtblauwe vlag voeren en de staatsgezinden de rood-wit-blauwe vlag. Het heeft tot 1795 geduurd tot er meer duidelijkheid hierover kwam. Stadhouder Willem V was naar Engeland gevlucht en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd omgedoopt tot Bataafse Republiek. Nu kon er maar één vlag mogelijk zijn en wel de rood-wit-blauwe vlag.

Het was van korte duur want in 1810 lijfde Napoleon Nederland in bij Frankrijk en gold de Franse vlag. Met de terugkeer van de zoon van Willem V als koning Willem I (1815) werd de Staten-vlag in ere hersteld. Het was geen punt van discussie, ook niet toen koningin Wilhelmina op 19 februari 1937 een Koninklijk Besluit tekende: ”De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw”. Zij deed dit omdat de nazi’s in Duitsland plannen smeedden om buurlanden te annexeren. Oostenrijk en Südetenland in Tsjechië waren daar voorbeelden van. Nederland stond ook op de nominatie. Het korte en krachtige besluit was ongetwijfeld van invloed op het Duitse besluit na de bezetting in 1940 de Nederlandse vlag in ere te houden, maar wel op voorwaarde dat er niet uitbundig mee zou worden gevlagd.

Oranje

Met het naar de achtergrond raken van de Prinsenvlag en het verbod erop in de Bataafse en Franse tijd werd in de negentiende eeuw toch de behoefte gevoeld het oranje een plaats te bieden bij festiviteiten. De oranje wimpel bleek een uitkomst te zijn. De wimpel in combinatie met de Nederlandse vlag ging gevoerd worden bij verjaardagen van de leden van de koninklijke familie. Vroeger werd er niet al te veel aandacht besteed aan wanneer er wel of niet gevlagd werd. Er waren bijvoorbeeld gemeentes met een overwegend communistische of socialistische bevolking waar met de verjaardag van koningin Wilhelmina helemaal niet gevlagd werd, ook niet op het gemeentehuis. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er daarom instructies van de minister-president wanneer er op gebouwen van ministeries, provincies en gemeentes de vlag al dan niet met wimpel uitgestoken moest worden. De instructies golden ook voor overige overheidsinstellingen als rechtbanken, scholen en waterschappen. Tegenwoordig is de instructie vrij summier, maar wordt er wel onderscheid gemaakt tussen uitgebreid en beperkt vlaggen. Uitgebreid, bijvoorbeeld op Koningsdag, wil zeggen op alle rijksoverheidsgebouwen en beperkt, bijvoorbeeld op de verjaardag van prinses Beatrix, alleen op de hoofdgebouwen. Voor Den Haag geldt een aparte regeling en wel voor Prinsjesdag: dan geldt daar uitgebreid vlaggen. Bedrijven en particulieren zijn vrij te vlaggen wanneer zij willen. Bij de opening van een winkel of een nieuw bedrijfspand is het helemaal niet gek de nationale driekleur uit te steken. Ook bij de tachtigste verjaardag van opa of het 25-jarig huwelijksfeest van opa en oma mag de vlag uit. Maar de oranje wimpel is alleen voor Koningsdag en de verjaardagen van koningin Maxima en prinses Amalia gereserveerd.

Diverse soorten vlaggen

De laatste jaren zien we het gebruik van vlaggen en banieren in straten en op gebouwen toenemen. Steeds meer bedrijven en instellingen laten vlaggen maken met hun logo en/of bedrijfsnaam en laten die iedere dag wapperen. Maar ook banieren die op stoepen de aandacht van voorbijgangers proberen te trekken. Zij moeten als het ware de klanten naar binnen lokken. Het gebruik van vlaggen in het dagelijks leven is iets dat uit Azië is overgewaaid. Bij tempels in Tibet bijvoorbeeld is het heel gebruikelijk lange lijnen met vlaggetjes te spannen tussen bomen of gebouwen of gewoon een lange stok met lijnen naar de grond. Deze vlaggetjes zijn vaak in vijf kleuren uitgevoerd en bedrukt, en beschreven met gebeden. Men gelooft dat de heilige en heilzame teksten door de wind worden meegenomen en verspreid. In China zien we bij de aanleg van wegen rijen banieren, spandoeken en vlaggen langs de bouwplaatsen met daarop de naam van het project en teksten die een lofzang op de arbeiders zijn. De wapperende stukken textiel moeten ook de goede geesten aantrekken en de slechte afschrikken. In Nederland blijft uitgebreid vlagvertoon beperkt tot een feestelijke aankleding van een te openen gebouw, winkel of straat.

Het gebruik van de nationale driekleur kent een vlaginstructie. Hetzelfde geldt voor provinciale en gemeentelijke vlaggen. Den Haag heeft een officiële geelgroene vlag die iedere dag op en voor het stadhuis wordt gehesen. Sinds kort staan op het Spui drie hoge vlaggenmasten met daarin de nationale driekleur, de vlag van Europa en de vlag van Den Haag. Mocht in de stad een groot internationaal evenement plaatshebben dan wordt de Europese vlag vervangen door de vlag van de organiserende instelling, bijvoorbeeld de NAVO. Het vlaggenprotocol van Den Haag wordt vastgesteld door de Gemeenteraad. En zo kan iedere gemeente en provincie naast de officiële vlaggeninstructie een eigen ‘vlaggenbeleid’ voeren.

Slagen met vlag en wimpel is iets waar iedereen van droomt. Is het niet op school dan is het wel met projecten op het werk, het organiseren van een feest of het halen van je rijbewijs. De wimpel is net het beetje extra. Geen wonder dat op Koningsdag de straten extra feestelijk kleuren door de oranje wimpel naast de vlag. Dat hebben we toch maar mooi te danken aan de geuzen die hun enthousiasme voor Willem van Oranje vertaalden in het uitdragen van de kleur oranje in de vlag. Bij internationale sportwedstrijden is de zee van in oranje uitgedoste supporters daar een blijvende herinnering aan.


Details

  • Schrijver

    Ton van der Pijl
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Tibetaanse gebedsvlaggen. Foto: Dominick Vietor, pixabay.com
  • Editie

    08-2025

Meest gelezen artikelen