Skip to main content

Een scoutinggroep in de Schilderswijk - deel 2

In de Schilderswijk is weinig natuur te beleven, dus vaak moesten de verkenners en welpen van de Sint Willibrordusgroep eropuit. De Eekhoornpatrouille ging op natuurtocht naar de Waalsdorpervlakte en merkten opeens dat ze op het militair oefenterrein zaten. Ze bekeken de schietbanen, maar plotseling verschenen er twee man van de MP. Dezen stuurden hen onder het prikkeldraad door, maar toen kwamen ze in het natuurreservaat ‘De Spreng’ terecht. Een bewaker had dit al snel in de gaten en stond hen aan het einde van het pad op te wachten. Na een praatje kregen zij een rondleiding en werden er bij de hoofdpoort uitgelaten.

In 1953 overstroomde Zeeland en natuurlijk bleven de verkenners niet achter bij de hulpverlening. Het NHK (Nationaal Hoofdkwartier) startte de actie ‘Mouwen omhoog, ons land moet droog’. In de zomer ging iedereen weer op kamp. Tijdens kampen kwam er altijd een commissaris op bezoek. Deze vroeg aan oubaas Sas: “Kampeert u altijd op een weiland?”, waarop de oubaas antwoordde: “Als het moet wel, ja.” Een andere keer zei de commissaris: “Ik zag een verkenner gehakt klaarmaken op een krant!” Oubaas Sas antwoordde: “Als ik goed kijk, zie ik de letters nog op uw lippen staan...” Verder zei de commissaris maar niets meer. Op de laatste dag van het kamp werd het materiaal op de kar door verkenner Han naar de weg gereden, met een onstuimige merrie. Het gevolg bleef dan ook niet uit; de schuur van de familie Van Alphen onderging een kleine verzakking. In september van dat jaar werd het troeplokaal in de Rubenstraat 145 in gebruik genomen.

Om met het 25-jarig jubileum met alle jongens in compleet uniform te kunnen aantreden, zette hopman Paternotte de ‘Actie: HOED’ op touw. Het werd een ware strooptocht naar hoeden. Op alle mogelijke manieren werden verkennershoeden daadwerkelijk ‘op de kop getikt’. Het 25-jarig jubileum begon bij het St. Joriskampvuur. Later die week was er een toneeluitvoering voor alle leden van de groep. De verkenners brachten het toneelstuk Yell voor een APL. Deze uitvoering werd viermaal herhaald, namelijk een avond voor de ouders, een avond voor de oud-leden en oud-leiding van het district en donateurs en de laatste avond voor kaartverkoop. Stuk voor stuk waren deze avonden een succes. Het welpenspel dat ook al deze avonden heel veel succes had, was in handen van oud-akela Berger.

Het zomerkamp 1954 was wéér spannend. In de nacht brak er een vreselijk noodweer los. Eén patrouille moest met de hele uitrusting evacueren naar het stafkamp, want de houten noklat van de tent was finaal gebroken. Tijdens het slot kampvuur werden de reeds afgedankte ‘verkennersschoenen’ van oubaas Sas op een zelfgemaakte draagbaar gecremeerd. Er werd een rede bij uitgesproken en daarna werden de beschilderde schoenlippen met de naam ‘Knof’ en ‘Look’ als herinnering aangeboden aan oubaas J. Sas. Op 23 April 1955 werd oubaas J. Sas onderscheiden met de Gouden St. Jacobsstaf. In 1956 kregen Akela H. Blokhuizen en hopman A.J. Paternotte op Sint-Jorisdag deze onderscheiding uitgereikt.

Op 5 April 1959 werd het dertig-jarig jubileum gevierd. Om de feestkosten te dekken, werd een luciferactie gehouden. De omzet was tweeduizend pakken lucifers: dat zijn dus 20.000 doosjes ofwel 600.000 lucifers. Oubaas J. Sas kreeg de Pauselijke onderscheiding Bene merenti uitgereikt. Op 6 maart kreeg ook Akela Blokhuizen deze onderscheiding. Zij was vanaf 1921 bij de St Jansknapen geweest en na de oorlog werd zij akela. Na vijftien jaar moest zij vanwege haar vele werk op de kleuterschool afscheid nemen van de groep en van de Welpen. Ze vond het heel erg jammer, maar haar motto was: voor 100% of niet.

In mei 1962 werd een prima ouderavond gegeven met als hoogtepunten een Russisch koor met dans en het optreden van de troepband De Herrietrappers. Gerard B. imiteerde André van Duijn. Deze maand was er ook een groepsontbijt, waarna aan Akela C. Pauw van de Sionie Horde de Gouden St. Jacobsstaf werd uitgereikt. Ook akela Pauw heeft vijftien jaar in de St. Willibrordusgroep gewerkt. Op 10 maart 1963 nam oubaas J.J. Sas afscheid van de St. Willibrordusgroep. Hij had zich 34 jaar volledig voor de Jeugd en de leiding ingezet. Hopman G.J. Wiek nam van hem de taak als groepsleider over. Het 35-jarig bestaan in 1964 werd gevierd met een pracht van een ouderavond en een Jubileum-stertocht door Rotter-dam met een rondvaart per Spido. En bij een Jubileum hoort een goede daad! De Kabouters van de Agathagroep hebben deze fijne dag met ons kunnen meemaken. Zij stonden op dat moment alleen omdat er geen Gidsenkring was. Inmiddels liep het ledental terug tot ruim vijftig. Veel andere soorten van jeugdwerk waren inmiddels op de been en sport werd belangrijker. Op het kamp in Lierop in 1967 kwam hopman Wiek ten val. Met aspirines kon hij op de been blijven. Na het kamp moest hij na twaalf weken volledige rust in de Ursulakliniek een rugoperatie ondergaan. Pas in oktober kon de verkennerstroep weer gaan draaien, doordat vaandrig Henskens en vaandrig Roel hun zaterdagmiddag ter beschikking stelden. Na korte tijd moesten zij echter in mili-taire dienst. Gelukkig liet de legerleiding Vaandrig Henskens na enkele weken weer afzwaaien. Nu ging de troep onder zijn leiding volledig draaien.

Oubaas Sas schreef bij het jubileum in 1969: “Toen ik in maart 1963 de St. Willibrordusgroep noodgedwongen moest verlaten, werd mijn taak overgenomen door Hopman Wiek, die reeds vele jaren een trouw lid was van de staf. Bewondering en ontzag heb ik voor hetgeen deze hopman voor de groep heeft gedaan en nog doet. Zijn taak is zwaar en bepaald niet benijdenswaardig. Uit eigen ervaring weet ik welke onoverkomelijke moeilijkheden zich kunnen voordoen. Goddank heeft hij - ook dit weet ik - een enorme steun aan Vaandrig Henskens, voor wie geen opdracht te zwaar is als het de groep ten goede komt.“

In 1969 werd het veertigjarig bestaan feestelijk gevierd. Maar toen… In 1970 moest de groep haar vier lokalen in de school in de Vliegerstraat ontruimen. De kabouters- en gidsenkring moesten noodgedwongen worden opgeheven en ook de horde verloor een behoorlijk aantal welpen. In 1971 werd met de overgebleven jeugd en leiding een nieuwe start gemaakt op de zolder van Hoefkade 7. De welpenhorde kon daardoor groeien en er ontstond een prettige band met de Luciagroep (kabouters). Onze horde doet ook mee aan de Palmpasenviering en -optocht, die door de Luciagroep was opgezet.

In 1973 maken de verkenners een moeilijke tijd door op hun zolder in de Rubensstraat. Vaak wordt er ingebroken en worden vernielingen aangericht. Spel- en sportmateriaal gaan verloren. Meerdere malen moest de politie het dak op om dit van gespuis te zuiveren. Na het kamp in 1974 moesten de verkenners hun zolder ontruimen op last van de Gemeente in verband met de bouw van·een Wijk- en Dienstencentrum aldaar. Het materiaal kon worden opgeslagen bij de Sociale Dienst, maar de verkenners werden zwervers. De groep schreef uit wanhoop een open brief aan de Gemeenteraadsleden. De huisvestingsproblemen kwamen in de Raadsvergadering van 25 oktober 1974 aan de orde, maar zonder oplossing.

In het voorjaar van 1975 kwamen ook de welpen op straat te staan. Hun pand ging over in slopershanden. Inmiddels werd er druk onderhandeld met de Gemeente. De leiding vocht ervoor om de St. Willibrordusgroep te redden. Voorlopig was het een groep zonder vaste woon- of verblijfplaats. Maar gelukkig! De groep vond gehoor en alle medewerking van de Stichting Haagse Jeugdverblijven. Een zonnetje brak langzaam door. In 1976 kreeg de groep een pand toegewezen op de Hooftskade 195. Daar moest eerst nog een ingrijpende verbouwing plaatsvinden. Na het kamp in Westelbeers kon de vrijwillige bouwploeg beginnen aan de grote klus, namelijk het opknappen, schoonmaken en inrichten van het nieuwe groepshuis. In deze zelfde periode werd een nieuwe Kabouterkring gestart en de opkomst was geweldig.

Vanaf 1976 hield de groep al bijeenkomsten in het nieuwe pand, zo tussen de werkzaamheden door. Dit was een vermoeiende maar gezellige tijd. De samenwerking was enorm en iedereen was enthousiast. Op 4 juni 1976 werd het groepshuis officieel geopend door raadslid Zr. Marie Josef Van der Ven. Dit was een grootse dag in de geschiedenis van de St. Willibrordusgroep.

Vanaf 1978 kon de groep weer volop draaien, met geregelde bijeenkomsten in een fijne ruimte. Er zijn dan ook allerlei vieringen met anderen, zoals carnaval, PaImpasen, Sint Nicolaas, Kerstviering voor de Jeugd en zelfs een Kerst-in voor dak- en thuislozen en zwervers op Tweede Kerstdag. De groep zit weer in het goede spoor. Maar het ledenaantal zou een grote zorg blijven. Door de vele afbraak in de wijk, trokken ook veel gezinnen weg naar elders.

In 1979 bestond de groep vijftig jaar. Het ledenaantal was redelijk, maar kon hoger en leiding was nog steeds een zorg, overigens net als financieel en materieel. De groep ging verder, totdat de gemeente de huur van het pand opzegde. Dan is het gebeurd. De enige en laatste scoutinggroep in de Schilderswijk ging rond 1985 ter ziele.


Details

  • Schrijver

    Gerard van Dijk
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De Welpenhorde in 1961
  • Editie

    11-2025

Meest gelezen artikelen