De Heilige Marthakerk, een rijksmonument
De leegloop van de ooit dichtbevolkte Schilderswijk en de voortgaande ontkerkelijking vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw waren desastreus voor de kerken in dit deel van de stad. In nog geen tien jaar tijd gingen de Sint Jozefkerk aan de Van Limburg Stirumstraat (1974), de Heilig Hart van Jezuskerk aan de Hobbemastraat (1974), de (hervormde) Zuiderkerk aan de Falckstraat (1979) en de H.H. Engelbewaarderskerk aan de Brandtstraat (1981) tegen de vlakte. Het waren grote kerkgebouwen, die ieder plaats boden aan meer dan duizend gelovigen. Het mag daarom een klein wonder heten dat de Marthakerk dit lot bespaard is gebleven.
Hoe anders was de situatie toen de kerk werd gebouwd. Door de gestage groei van het aantal katholieken was de Heilig Hart van Jezusparochie te groot geworden en dat maakte de oprichting van een nieuwe parochie en kerk noodzakelijk. Een in 1906 benoemde bouwcommissie kocht op 9 april 1907 een lap grond aan de rand van Den Haag. De omgeving was nog maagdelijk, de straten en de huizen rondom de kerk zouden pas later komen. Alleen de Hoefkade was er, een landelijk weggetje dat van het Zieken naar de Westerbeek (bij de Moerweg) liep. Op 25 januari 1909 werd de nieuwe parochie van de Heilige Martha opgericht.
Voor de bouw van de kerk en pastorie kreeg Nicolaas Molenaar, de architect die ook de kerk in de Elandstraat had ontworpen, de opdracht. De start was moeizaam, omdat de kerk door geldgebrek niet meteen kon worden afgebouwd. Op 21 april 1908 legde de deken van Den Haag, P.C. Wijtenburg, de eerste steen, die links in het koor is ingemetseld. Op 21 juni 1909 werd de kerk gewijd, maar toen waren alleen het koor met twee zijkapellen, de sacristie, de parochiezaal en een deel van het schip tot en met het tweede transept (dwarsbeuk) gerealiseerd. Ook de pastorie in de Stortenbekerstraat – lange tijd koud, tochtig en vochtig – was in het begin nog niet de helft van wat hij nu is, met de ingang in een aanbouw. Die ingang was in het begin nog niet goed bereikbaar zodat men via de keukendeur aan de achterzijde naar binnen moest. Ook de kerkgangers gebruikten die deur bij voorkeur omdat de route door de pastorie de gemakkelijkste manier was om in de kerk te komen. Via de voorzijde aan de Hoefkade kon wel, maar dan moesten de gelovigen over een houten toegangsbrug naar de ingang in de provisorische voorgevel.
De aan de kerk verbonden priesters vonden het jammer dat de kerk nog niet af was. Ook binnen was het nog heel sober. Er was wel een mooi neogotisch hoogaltaar, maar dat was een oud exemplaar, afkomstig uit Rijswijk. De zijaltaren waren ‘omgekeerde kalkbakken’ waar de heilige Antonius en Jozef op troonden. En als preekstoel diende een akelige grauwe ton, zei kapelaan J.B.W.M. Moller (1909-1912). “Je moest daarom heel kalm preken en altijd oppassen dat je niet met ton en al voorover zou duikelen.” Een echt orgel ontbrak; voor de begeleiding van de zang deed een noodorgel dienst dat op de hevig krakende orgelgalerij voorin de kerk stond en dat de gelovigen oneerbiedig de Hoempa noemden. Pas in 1924 werd de kerk voltooid, door de zoon van de architect, Nicolaas Molenaar jr.
De vijftien jaar tussen het eerste en het tweede deel van de kerk is aan de buitenkant duidelijk te zien. De voorgevel en de toren zijn duidelijk uit een nieuwere tijd. Zij hebben niet het rijzige en elegante silhouet dat zo kenmerkend is voor de neogotische kerken maar zijn sober en robuust, passend bij de architectuur van het interbellum. Ook de pastorie in de Stortenbekerstraat werd afgebouwd en aanzienlijk vergroot tot de huidige omvang. Wat onmiddellijk in het interieur opvalt, is de nadrukkelijke aanwezigheid van de talloze bakstenen in witte, zachtgele, blauwe en bruinrode kleuren. Dat maakt het ten opzichte van de andere neogotische kerken heel bijzonder. Molenaar heeft de muren en de pijlers van de scheibogen niet laten bedekken met pleisterwerk, maar gekozen voor de modieuze verblendsteen. Dat is een gladde, zacht glanzende baksteen die rond 1900 vooral in de vernieuwende art nouveau of Jugendstil werd toegepast.
Langzaam werd de kerk gevuld met de noodzakelijke kerkschatten. De ‘grauwe ton’ maakte al in 1910 plaats voor een mooie kalkstenen preekstoel, dankzij een gift van Martinus Leene, een boer uit de omgeving. De kuip toont vier taferelen; één tafereel is gewijd aan het verhaal van Jezus in het huis van Martha en Maria. De zorgzame Martha is de beschermheilige van de kerk, de enige kerk in Nederland die aan Martha is gewijd.
Het koor met de zijkapellen vormt het duidelijke hoofdmoment in de kerk. Het witmarmeren hoogaltaar met tabernakel en eikenhouten retabel dat het oude altaar uit Rijswijk verving, was een geschenk van de parochie in 1932 en gemaakt door de Haagse beeldhouwer H.G.J. (Herman) van Remmen. In het midden zien we de kruisiging van Christus op de berg Golgotha. De zijkapellen zijn voorzien van uitgesproken expressieve muurschilderingen. Ze zijn van de hand van kunstschilder en glazenier Alex Asperslagh wiens werk, samen met dat van zijn broer Lou, in vele katholieke kerken en scholen te bewonderen is. In de linkerkapel staat Sint Paulus met wijd uitgespreide armen, oprijzend uit een bed van passiebloemen, als symbool van het lijden van Christus. Christus zelf is ook afgebeeld, met bloedend hart. De rechterkapel toont de heilige Familie, met Maria, Jozef en het Christuskind.
Hoewel de Marthakerk de dans van de sloopkogel is ontsprongen, zijn er wel degelijk grote zorgen geweest over haar voortbestaan. Oud-pastoor P.M. Vismans had zich in de jaren zeventig in alle ernst afgevraagd of de kerk nog wel bestaansrecht had. Misschien was het beter om er een flatgebouw neer te zetten met een kerkruimte op de begane grond. Dat zou in financieel opzicht een verstandige beslissing zijn, het betrof immers een arme parochie. Maar door de goede zorgen van de penningmeester en de steun van vele parochianen lukte het om het hoofd boven water te houden. In 1993 viel de Marthakerk de hoogste waardering in monumentenland ten deel: zij werd een rijksmonument.
Wilt u meer lezen? Mijn boek Een lust voor het oog, 25 Haagse Kerken staat vol verhalen over bijzondere kerken in Den Haag.
Details
-
Schrijver
Botine Koopmans -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Muren en pijlers zijn uitgevoerd in een kleurige verblendsteen. Foto’s: Dick Valentijn -
Editie
16-2021