Koning Willem II, Held van Waterloo
Naast de haringkraam bij de ingang van het Binnenhof staat een groot ruiterstandbeeld van koning Willem II. Het ziet er oud uit, maar is dat niet. Nog geen honderd jaar geleden werd het onthuld, vlak bij de plaats waar een eerder aan hem gewijd monument had gestaan. Dat werd verwijderd omdat het in de weg stond, maar ook omdat men het lelijk en onwaardig vond.
De jonge prins werd in 1795 op Paleis Huis ten Bosch geboren en werd door zijn ouders op hun vlucht voor het Franse leger meegenomen naar Engeland. Daar kreeg de familie Van Oranje onderdak bij de Engelse koninklijke familie. Willem groeide op aan het Engelse hof en nam dienst in het Engelse leger. Hij vocht in Spanje en Portugal tegen de Fransen en behaalde daar als jonge officier diverse overwinningen. Hij vergaarde grote roem door zijn optreden tijdens de Slag van Waterloo. Zelfs Napoleon sprak zijn bewondering uit voor Willems strategisch inzicht. Niet voor niets verwierf hij hiermee de bijnaam ‘Held van Waterloo’.
Terug in Nederland
Na het vertrek van de Fransen keerden de Oranjes in Nederland terug, waar de vader van Willem tot koning Willem I werd gekroond. Met zijn Regiment Huzaren vestigde Willem zich in Tilburg, waar ook het regiment Grenadiers en Jagers was gelegerd. Hij hield van het leven als militair en betrok een eenvoudig huis. Hij waardeerde het Brabantse plattelandsleven, kocht boerderijen en liet zandgronden ontginnen. Kortom, in Tilburg voelde hij zich thuis. In 1840 overleed Willems vader en werd hij tot koning Willem II gekroond. De Staten-Generaal verplichtte hem op Huis ten Bosch te gaan wonen, hetgeen hij met tegenzin deed. Hij was echter wars van het hofprotocol en hield ook niet van de Haagse politiek. Om die reden hield hij zijn woning in Tilburg aan, waar hij meestal verbleef. Voor staatszaken reisde hij op en neer naar Den Haag, ook om gasten te ontvangen. Soms liet hij zijn gasten naar Tilburg komen, maar daar was zijn woning eigenlijk niet geschikt voor. Daarom verzocht hij de Staten-Generaal om toestemming en geld om een klein paleis te laten bouwen. Na lang soebatten kreeg hij zijn zin, maar hij heeft er nooit gebruik van kunnen maken. Kort na zijn overlijden in 1849 werd het opgeleverd. Het gebouw fungeert nu als Raadhuis van de Gemeente Tilburg en wordt tot op de dag van vandaag aangeduid als ‘Paleis’.
Opstand voorkomen
Heel Europa kreeg in 1848 te maken met politieke onrust. Niet eerder vonden in zoveel landen tegelijk opstanden plaats, van Denemarken tot Zuid-Italië, van de Balkan tot Frankrijk. Het waren revoltes met elk hun eigen doelstelling. Zo waren het in Italië en Duitsland de nationalisten die streefden naar een eenheidsstaat. In Nederland waren het de liberalen die de macht van de Staten-Generaal wilden vergroten ten koste van de rol van de koning. Hun politiek leider Thorbecke had een ingrijpend voorstel voor wijziging van de grondwet gemaakt en aan Willem II voorgelegd. Hij wees de koning op de noodzaak van hervormen, dat de tijd van absolute vorsten voorbij was en dat onlusten zoals in de rest van Europa met de nieuwe grondwet voorkomen konden worden. Willem II ging na lang aarzelen akkoord en wist op die manier een mogelijk gedwongen aftreden en een einde van de monarchie af te wenden. Samen met Thorbecke stond hij daarmee aan de wieg van de moderne monarchie en van de moderne Nederlandse staat.
Standbeeld
Kort na het ondertekenen van de nieuwe grondwet overleed de koning in zijn woning in Tilburg. In diverse steden werden comités opgericht om geld in te zamelen voor een standbeeld. Amsterdam was al snel met het zoeken van een ontwerper, maar daar ging het door geldgebrek en ruzie niet door. In de stad Luxemburg werd ook een comité opgericht. Willem II was namelijk niet alleen koning van Nederland maar ook groothertog van Luxemburg. Daar werd in 1887 een ruiterstandbeeld onthuld. Tilburg eerde Willem
met een gedenknaald met medaillon, welke verrees op de plek waar zijn inmiddels gesloopte oude woning stond. Den Haag plaatste in 1854 bij de ingang van het Binnenhof een klassiek bronzen beeld van hem. Staand, hoog op een sokkel met op de vier hoeken vrouwenfiguren die Koningschap, Wetgeving, Kunsten en Wetenschap en Welvaart symboliseerden. Het beeld werd niet bepaald enthousiast ontvangen en kreeg al snel de bijnaam ‘Suikertaart’.
Buitenhof
Begin 1900 nam de verkeersdrukte in Den Haag toe. De verbinding tussen de Kneuterdijk en de Hofweg, het Buitenhof, vormde toen een grote flessenhals. De aanleg van een tramlijn maakte verbreding nog noodzakelijker, wat wel ten koste van een stukje van de Hofvijver zou gaan. Het gemeentebestuur gaf architect Berlage opdracht deze nieuwe weg te ontwerpen en allure te geven. De balustrade met vlaggenmasten en de gemetselde banken op de hoeken vormen nog steeds een markant onderdeel van de weg. Bij de aanleg stuitte men op een probleem: het monument van Willem II stond in de weg!
Er werden diverse oplossingen naar voren gebracht, variërend van verplaatsen naar een andere plek in de stad tot afbreken en vervangen door een nieuw beeld, maar dan iets opgeschoven. Burgemeester Patijn was een groot voorstander van het laatste en stelde zich aan het hoofd van het Comité voor de Oprichting Nieuw Standbeeld Koning Willem II. Het comité liep er al snel tegenaan dat het zoeken naar een geschikte ontwerper lang kon gaan duren, evenals het werven van fondsen. De directeur van het Rijksmuseum te Amsterdam nam met burgemeester Patijn contact op met de mededeling dat hij in het depot het ontwerp van het ruiterstandbeeld in Luxemburg had liggen. Het maken van een kopie was beduidend sneller en goedkoper dan een geheel nieuw beeld ontwerpen. Een extra meevaller was dat de Gemeente Tilburg het oude monument wilde kopen. Men bood tienduizend gulden voor het beeld en was bereid de vervoerskosten te betalen.
Het comité was er toen snel uit en legde het voorstel voor advies voor aan de Schoonheids-commissie. Die had echter grote bezwaren: het beeld was weinig vorstelijks, had niets van een veldheer, was eigenlijk gewoon een man te paard. Voorts kwam de belangrijke rol van Willem II als staatsman niet tot uitdrukking. Burgemeester Patijn legde de bezwaren naast zich neer, beklemtoonde dat het beeld een ‘Held van Waterloo’ waardig was, dat de locatie vlak bij het Binnenhof voldoende zei en diende zijn voorstel bij de gemeenteraad in. De raad ging met het voorstel akkoord en stelde de nog ontbrekende financiën ter beschikking, waardoor het standbeeld in 1924 kon worden onthuld. Zo kreeg Den Haag een monumentale verbinding tussen de Kneuterdijk en Hofweg, werd het verlost van de suikertaart en kreeg de Held van Waterloo een waardig beeld op een politiek correcte plaats.
Details
-
Schrijver
Ton van der Pijl -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Ruiterbeeld Willem II op het Buitenhof, 2011. Foto: C. van Noord, collectie Haags Gemeentearchief -
Editie
14-2021