Skip to main content

Kinderboeken uit de vorige eeuw

In De Haagse Tijden van 23 maart stond mijn artikel over de stripverhalen die wij lazen in de jaren zestig. Al snel na verschijnen van de editie stroomde mijn mailbox vol met reacties. Naast de vele tekenen van herkenning kreeg ik ook veel aanvullingen (zoals onlangs de in de brievenrubriek geplaatste reactie over het striptijdschrift Mickey).

Ik heb de respondenten laten weten dat ik vanwege beperkte ruimte in de krant nooit volledig kan zijn. Daarnaast put ik altijd uit eigen herinnering en ervaring en heb ik natuurlijk in mijn jeugd niet alle stripverhalen gelezen. Ook werden veel titels van boeken genoemd (zo verbaasde iemand zich erover de boekjes van Dick Bos niet te zijn tegengekomen). Die lezers heb ik kunnen geruststellen dat die in een vervolgartikel aan bod zouden komen. En zo behandel ik dit keer kinderboeken en een volgende keer de boeken van volwassenen, zoals Pim Hofdorp die zich geheel in Den Haag afspeelt.

Kortom, op naar de veelgelezen boeken uit de vorige eeuw! We beginnen met de boeken van Pietje Bell, die al verschenen vanaf 1914, dus ruim een eeuw geleden. Schrijver van Pietje Bell Chris Van Abkoude werd geboren in de havenstad Rotterdam en was zijn werkzame leven onderwijzer. Het leven op de kaden, de straten en de pleinen inspireerde de schrijver tot de verhalen vol guitenstreken en malle invallen die de boeken zo’n succes maakte. De verhalen gaan over schoenmaker Pieter Bell die een dochter Martha heeft en een zoon Pietje. In de tegenwoordige tijd zou Pietje een ADHD-kind zijn met tomeloze energie en vol streken. Vaste karakters in de boeken zijn tante Cato, die een enorme wrat op haar neus heeft, wat Pietje steeds weer pesterijen uitlokt en zelfs een keer een poging de wrat te verwijderen door deze met een touwtje aan de deurknop vast te binden. Uiteraard mislukt dit hersenspinsel. Ook drogist Geelman met zijn brave zoon Josef is regelmatig de klos en komt zich dan weer beklagen bij vader Bell.

Tussen 1914 en 1936 verschijnen acht delen die wisselende emoties oproepen bij de lezers. De kinderen vinden de verhalen geweldig, maar van ouders komen ook protesten vanwege het slechte voorbeeld dat Pietje Bell, die overigens een gouden hart blijkt te hebben, aan de jeugd geeft.

Na de oorlog worden de acht delen opnieuw uitgebracht, deels gemoderniseerd door W. van der Sluys. Ook verschenen er toneelstukken en tussen 1964 en 2002 kwamen er drie films uit, gebaseerd op de boeken. Begin jaren negentig verscheen er nog een stripboek gebaseerd op het eerste deel. Schrijver van Abkoude, die ook nog bekendheid verwierf met de boeken van Kruimeltje, overleed in 1960.

Dan de boeken over Pinkeltje. De boeken die ik als kind al bezat en waar ik mijn drie kinderen allemaal uit heb voorgelezen voor het slapen gaan. Ook deze boeken stammen al uit een ver verleden want toen ik in 1980 als ras Hagenaar Pinkeltje in Madurodam aanschafte, was dit al de achttiende druk. Het eerste exemplaar van Pinkeltje van auteur Dick Laan verscheen in 1939. In totaal schreef Laan 29 boeken. Vier daarvan verschenen pas na zijn dood in 1973. De nu antiek aandoende illustraties waren van Rein van Looy. Nergens in het boek wordt gesproken over een kabouter; Pinkeltje is gewoon een klein mannetje met een puntmuts die met vijf muizen in een muizenhol woont bij een gezin met drie kinderen, die geen van allen bij naam worden genoemd. Naast de vijf gezinsleden is het gezin aangevuld met een kat, een hond, een goudvis en een spin. Ook de kraai Wipstaart vliegt regelmatig langs en wordt door Pinkeltje soms als taxi gebruikt. Maar ook de spreeuw Spikkelveer bewijst zijn diensten weleens. De bewoners van het huis weten overigens niet van het bestaan van Pinkeltje af. Sinds 2014 verschijnen er nieuwe uitgaven van Pinkeltje, uitgegeven door studio Dick Laan.

Mijn favoriete reeks boeken zijn de verhalen over de Kameleon. Die werden door mijn moeder gehuurd bij de bibliotheek aan de Mient. Op latere leeftijd heb ik de boeken zelf aangeschaft. Auteur van de boekenreeks was Hotze de Roos, geboren in 1909. In 1948 kwam het eerste exemplaar uit, De Schippers van de Kameleon. Het verhaal speelt zich af rondom de Friese tweeling Hielke en Sietse Klinkhamer, die van de plaatselijke dorpsdokter het wrak van de auto geschonken krijgen waarmee de onfortuinlijke arts bij een hevige storm in het water is beland. Toevallig zijn de belhamels ook in het bezit gekomen van een oude duwboot waar de motor van ontploft is en samen met vader Klinkhamer wordt de motor van het autowrak in de boot gemonteerd. Voor het verven van de oude duwboot worden allerlei resten verf uit de smederij van Klinkhamer gebruikt waardoor de boot steeds van kleur verandert, wat hen op het idee brengt de boot ‘de Kameleon’ te noemen.

In de boeken van De Roos wordt nooit de naam van het dorp genoemd, maar pas 51 delen later wordt het dorp Lenten bekendgemaakt. Door toedoen van een grote schare fans wordt het Friese dorp Terherne omgedoopt tot Kameleondorp, waar een replica van de Kameleon verschijnt, maar ook de praam van Gerben, een van hun vrienden, waar rondvaarten mee kunnen worden gemaakt.

De Roos overlijdt na het uitgeven van zestig delen van het boek, waarna andere schrijvers onder pseudoniem verder gaan met het schrijven van verhalen over de tweeling die maar niet ouder lijkt te worden. Inmiddels zijn er twee bioscoopfilms van gemaakt en komt binnenkort de derde film op het witte doek.

Een Britse kinderserie, geschreven door Enid Blyton met als titel De Vijf, verscheen vanaf 1943 en handelt over twee jongens, Julian en Dick, twee meisjes George en Annie en de hond Timmy die steeds weer spannende avonturen beleven met geheimzinnige ondergrondse treinen, verdwenen piloten en geleerden, smokkelaars en zigeuners. Opvallend is dat George eigenlijk Georgina heet, maar zich een jongen voelt. Ze kleedt zich dan ook als jongen, knipt haar haar kort, en laat zich George noemen. Ver haar tijd vooruit dus. Blyton schreef 21 verhalen en overleed in 1968. Van de boeken zijn er miljoenen verkocht en in 1995 verscheen nog een deel 22 als verhalenbundel.

Van kinderboekenschrijver Jaap ter Haar, overleden in 1992, verschenen diverse kinderboeken van de tweeling Saskia en Jeroen en Erstjan en Snabbeltje. De boeken werden weer geïllustreerd door Rein van Looy, die we al kennen van de Pinkeltjesboeken. De karakters werden als hoorspel uitgezonden door de NCRV en kwamen daarna in boekvorm uit. Voor Saskia en Jeroen, de tweeling van auteur putte Ter Haar uit zijn belevenissen met zijn eigen kroost. Snabbeltje is een klein, dom eendje dat wordt aangeschaft op de markt om Erstjan een speelkameraadje te geven. Zoals een kind met poppen of autootjes speelt, gaat Erstjan met zijn eendje op stap, en hoewel het eenvoudige diertje alleen kwak en kwek zegt, beleven ze allerlei avonturen. De boeken zijn nog steeds in gemoderniseerde versie verkrijgbaar in de boekhandel.

Het vermelden waard zijn ook de boeken van Paulus de Boskabouter, een creatie van Jean Dulieu, pseudoniem voor Jan van Oort die allereerst vanaf 1946 verscheen als stripverhaal in het Vrije Volk, en in boeken vanaf 1948. Van 1955 tot 1964 was de kabouter te horen als radiohoorspel, en vooral de stem van heks Eucalypta deed mij als klein jongetje griezelen op schoot van mijn moeder. Generaties kinderen zijn opgegroeid met de avonturen van Paulus de Boskabouter. De wijze vogels Oehoeboeroe en Salomo, Gregorius de das en Eucalypta de heks behoren tot het nationale erfgoed. Begin jaren zeventig verschenen er weer stripverhalen van Paulus in de krant. Het doek viel in 1984. Dulieu overleed in 2006, maar de boeken blijven verschijnen in meerdere vormen.

Tot zover een deel van de mij bekende kinderboeken. Volgende keer zal ik de boeken behandelen die werden gelezen door twintigers en ouder, zoals Dick Bos, Bas Banning, Bob Evers en Baantjer.

 


Details

  • Schrijver

    Ruurd Berendes
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Diverse kinderboeken
  • Editie

    13-2021

Meest gelezen artikelen