Skip to main content

Amateurtoneelvereniging Visie

In de jaren tachtig waren er vele amateur toneelverenigingen actief in Den Haag. Denk aan Visie, Video, de Hofspelers, Vocabaal, St. Jan Baptist, Mimicri, Facet, Odia en St. Bonifatius. Omdat ik begin jaren tachtig een aantal jaren deel uitmaakte van de cast van Visie - een vereniging die dit jaar zestig jaar geleden, op 30 mei 1961 werd opgericht - leek het mij leuk eens een artikel te schrijven over mijn belevenissen in die jaren.

In februari 1985 werd ik door een vriendin, Frida Rademaker, geïntroduceerd bij Visie, die driftig op zoek was naar herenleden. Het was in die tijd geen probleem aan actrices te komen maar de mannen waren dun gezaaid. Zo dun dat soms mannelijke rollen door het bestuur werden omgezet naar vrouwelijke rollen wegens gebrek aan heren. Mijn komst werd daarom direct toegejuicht, hoewel ik geen enkele ervaring als toneelspeler had. Als gitarist van diverse bandjes zoals Tarkus, waar ik al eerder over schreef in deze krant, was het podium mij echter niet vreemd. 

 

Ik ging dus met Frida mee naar de repetitieruimte, die zich bevond in het FHAT-gebouw aan het Zieken 115. Later zouden we verhuizen naar het speciaal voor toneelclubs gebouwde theater de Poort aan de Paviljoensgracht. Hier maakte ik kennis met de aimabele en zeer bevlogen voorzitter Wim Leurs, oprichter van de club. Verder zaten in het bestuur penningmeesteresse Hilda van Nieuwenhuizen, secretaresse Irene Leurs (dochter van) en de commissarissen Armand van Harrewijn en Piet Janssen. 

 

Visie bleek een serieuze vere-niging. Voorzitter Wim Leurs regisseerde de meeste stukken en liet zich af en toe vervangen door een gastregisseur als Ben van Hest of Alfred van den Heuvel. Het vervaardigen van de decors, grime- en kapwerk en de kostuums werd in eigen beheer verzorgd. Naast de spelers zorgden Aukje Leurs (vrouw van Wim) en Mia van Harrewijn (vrouw van Armand) voor het grimeren. Armand was inspiciënt en zorgde ervoor dat alles op het podium op de juiste plaats stond, en op het juiste moment de deurbel dan wel telefoon klonk. Mia was tevens souffleuse en zorgde ervoor dat via een kelderluik of gordijn, de wat minder tekst vaste speler zijn juiste tekst kreeg toegefluisterd. Ik vertel daar straks nog een anekdote over, maar dan heeft u vast een beeld. Ook waren we dankbaar voor sponsor woninginrichting Caminada van de Rijswijkseweg 51 die ons voorzag van de benodigde meubels en verlichtingsartikelen.

 

Na een kort onderhoud werd ik toegelaten tot de vereniging en na betaling van mijn contributie kreeg ik meteen een hoofdrol aangeboden in het blijspel Waar een wil is, is een omweg, een bewerking van het blijspel Kom, doe eens wat van Neil Simon. Omdat er drie heren meespelen in het stuk en Visie beschikte over twee herenspelers, ondergetekende en postbode Piet Janssen, werd van een andere club Marcel Bes ingehuurd. De repetities begonnen en op 27 april 1985 vond de voorstelling plaats in het Nederlands congresgebouw. Nu hoeven Youp, Guido, Jochem en Bert niet zelf te leuren met toegangskaarten, wij moesten dat wel van de familie Leurs (vandaar de naam vermoedelijk) want je wilde de zaal toch afgeladen hebben. Het lukte mij om voor mijn eerste optreden vijftig kaarten te verkopen, tot volle tevredenheid van het bestuur.

 

De voorstelling werd een groot succes en ik sloeg mij er goed doorheen zonder ook maar één keer mijn tekst te vergeten. Hier was ik zelf nog het meest verbaasd over. Wat na een voorstelling in een dergelijke zaal gebruikelijk en bijzonder spannend was, was de daaropvolgende recensie in de Haagse Courant en het Binnenhof. De recensenten Len van der Maaten (HC) en John Niemans waren niet misselijk in hun bewoordingen en beoordeelden de spelers niet als amateur maar als professional. Extra trots was je dan ook als je een goede recensie kreeg. 

 

Na het Congresgebouw speelden we elk stuk nog eenmaal in een bejaardenhuis of wijkcentrum en de week erna begonnen we alweer met instuderen van het volgende toneelstuk. In het begin ageerde ik hier nog tegen tijdens vergaderingen, je was immers toch een half jaar bezig met het instuderen van de lappen tekst en het repeteren van het stuk. Bovendien vond ik dat je na verloop van tijd groeide in een rol en er steeds beter in werd. Helaas was het bestuur onverbiddelijk; het ging meer om het repeteren dan het optreden en het bleef dus bij één of twee voorstellingen. Het feit dat ik mij elke zomervakantie twee weken met mijn script terugtrok in ons vakantieverblijf, met twee jonge dochters om mij heen die mij niet mochten storen, zorgde ervoor dat ik na een paar jaar besloot de pijp aan Maarten te geven. 

 

Mijn tweede toneelstuk was Liefde half om half van Alan Aykbourn. Een zeer ingewikkeld stuk omdat zich op het toneel twee huiskamers tegelijk bevinden, waar drie echtparen onafhankelijk van elkaar om en om acteren. Dat vergt een enorme discipline van de spelers en maakt het stuk ook tot een uitdaging. Ik had dit toneelstuk op tv gezien met onder andere Ko van Dijk, Jeroen Krabbé en Pleunie Touw in de hoofdrollen, en ik verheugde mij er erg op. Op 23 november 1985 speelden we het stuk in het Congresgebouw met een fraai opgebouwd decor van Caminada, met twee totaal verschillende woonkamerinrichtingen. Voor dit stuk wist ik ruim zeventig kaarten te verkopen!

 

Hoewel ik hier de rol van mijn leven meende te acteren, in de rol van Bob Phillips, ging het even mis in een scène die ik in pyjama diende te spelen. Ik was hiertoe voorzien van een ouderwetse streepjespyjama waarvan de broek een paar maten te groot was. Tijdens mijn spel zakte de broek ineens af! Binnen enkele seconden had ik de broek weer opgehesen, maar toch werd deze gebeurtenis in de recensie van Rob van der Mijl betiteld als onderbroekenlol. Gelukkig was John Niemans een stuk milder en roemde mij om het natuurlijke spel.
Smaken verschillen!

 

In januari 1986 maakte ik kennis met Alfred van den Heuvel die het stuk Drie mannen had geschreven en ons persoonlijk zou regisseren. Later werd Alfred bekend door zijn rol in Purper en maakte zichzelf onsterfelijk in de komische tv-serie Kinderen geen bezwaar.

 

Natuurlijk gebeurde er van alles tijdens de voorstellingen. Ik noemde al het incident met mijn pyjamabroek, maar dat stelde nog niets eens zoveel voor. Ik herinner me nog een toneelstuk waar op een gegeven moment de voordeurbel klonk en de tekst van mijn mannelijke collega - laten we hem even Jan noemen - was: “Hé, er wordt gebeld! Wie kan dat nou zijn op dit tijdstip?” (of woorden van die strekking). Jan had echter een black out en was zijn tekst kwijt. Uit de coulissen kwam tweemaal de fluisterstem van Mia: “Hé, er wordt gebeld! Wie kan dat nou zijn op dit tijdstip?” Jan kon het niet goed verstaan en liep richting de souffleuse, die voor de derde maal, nu iets harder, fluisterde: “Hé, er wordt gebeld! Wie kan dat nou zijn op dit tijdstip?” Helaas, Jan hoorde het in zijn zenuwen wéér niet, waarna de volledige eerste twee rijen van het publiek riepen: “Hé, er wordt gebeld! Wie kan dat nou zijn op dit tijdstip?” 

 

Ook herinner ik me nog een stuk waarbij mijn mannelijke tegenspeler, die de rol van een kleine kruimeldief of wetsovertreder speelde, zijn dag niet had en steeds uit zijn rol viel, verkeerde teksten sprak of volledig stilviel. Zo liep hij naar de voordeur als de telefoon ging en koos op het toneel steevast de verkeerde stoel uit. Op een gegeven moment was er een inval van de politie en verborg Jan zich in een kast. De binnengedrongen politie vroeg mij of ik wist waar Jan zich bevond, waarna het volledige publiek scandeerde: “Hij zit in de kast!” Hilarische momenten, waar ik van genoot.

 

Het laatste stuk waarin ik meespeelde was het jubileumstuk van 25 jaar Visie, waarbij was gekozen voor Trekvogels, een blijspel in zeven taferelen, geschreven door Peter Yeldham, waarbij twee vrouwen (Carla Kruger en de onnavolgbaar goed spelende Ingrid Leurs (mijn favoriete tegenspeelster in de meeste stukken) als oplichters in New York aan de kost komen. Als mijn karakter Charlie dan op het toneel verschijnt gebeurt er van alles! Aan het stuk deden ook een aantal oud-spelers mee. Hierna viel het doek definitief voor mij viel en ik ging me weer helemaal aan de muziek wijden.
Het was in ieder geval een leuke, leerzame tijd!

 


Details

  • Schrijver

    Ruurd Berendes
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Scène uit ‘Liefde half om half’ met Ruurd en Irene
  • Editie

    18-2021

Meest gelezen artikelen