De moord op Blonde Dolly (deel 3)
In een driedelige serie onderzoekt cabaretier Sjaak Bral de moord op de beroemde prostituee Blonde Dolly. Hij ontdekt een verborgen familiegeschiedenis en ontmaskert de dader. Deze week het laatste deel: De Ontknoping.
De drie verdachten
Uiteindelijk zijn er drie namen die steeds weer komen bovendrijven. Haar gewezen minnaar Cor de Bruin, haar ex-man Botto van den Bergh en haar beschermer, Gerard V.. Cor de Bruin heeft een alibi. Zijn vader en moeder verklaren dat hij de deur niet uit is geweest - hun zoon heeft de avond doorgebracht bij zijn duiventil op zolder. Cor zat in zijn eentje op het dak te kijken hoe het vrouwtje de mannetjes lokt. Oh, ironie!
Botto van den Bergh heeft op de avond van de moord tot half 1 in café ‘t Paviljoen op het Rijswijkseplein, zoals hij zelf verklaart, ‘het biljartspel beoefend.’ Hoe hij naar huis gekomen is weet hij niet meer, maar hij is niet via de Nieuwe Haven gelopen. Uit nader onderzoek en het horen van getuigen blijkt dat hij geen bemoeienis heeft met de moord.
Botto van den Bergh en Blonde Dolly leren elkaar kennen op het werk. Dat wil zeggen: zij zit in de Doubletstraat en hij komt langs. Ze trouwen in 1950. Hij introduceert haar in een wereld, die ze gezien haar afkomst, nooit zou hebben gekend. Botto is immers violist van het Residentieorkest en neemt haar mee naar het Kurhaus, de Koninklijke Schouwburg en sjieke soirees. Sebilla geniet ervan. Ze beweegt zich tussen twee werelden. Ze draagt gedichten voor en net zo makkelijk helpt ze mannen aan hun gerief in het Haagse Bos. Tijdens één van de verhoren zegt Botto: “Ik vond haar zielig en eenzaam. Ze was niet mooi, ze was niet lelijk en had een soort vermoeide bekoorlijkheid. Ze had mij beloofd: Ik wil wel stoppen, maar ik doe het langzaam aan.” Ze kon het niet laten. Dat ze nooit stopte, heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het mislukken van het huwelijk.
De ontknoping
De rechercheurs raken gefrustreerd. Maar na maanden en maanden van vreugdeloos en vooral vruchteloos onderzoek, valt de verdenking weer op Gerard V. , de beschermer van Blonde Dolly. Hij woont in de Schilderswijk, Falckstraat 275, samen met zijn moeder, zijn zus en een nichtje.
Alle drie leggen ze belastende verklaringen af over Gerard. Zijn zus verklaart: “Mijn broer is goed bij de tijd, bijdehand, doorziet alles en is zeker niet dom”. Zijn nichtje Helena verklaart: “Oom Gerard is driftig van aard. Die zaterdagnacht hoorde ik geritsel op de zolder.
Oom Gerard zei dat ik niet boven mocht komen. Hij zei: ‘Denk erom, als de politie komt, jij weet van niks’.” Aanvankelijk verklaart Helena dat ze die nacht van 30 op 31 oktober in haar eigen bed lag. Later verklaart zij dat ze bij oom Gerard in bed heeft gelegen. Ze zegt dat ze zich daarvoor schaamt, maar in werkelijkheid slaapt ze altijd bij oom Gerard in bed. Niet alleen is Helena zijn nichtje - ze is ook minderjarig. En Helena verklaart nóg iets vreemds: Gerard heeft geprobeerd om Dolly te drogeren.
“Ongeveer twee weken geleden vertelde oom Gerard mij dat hij Sebilla morfinepoeder had gegeven. Dat was afkomstig van zijn grootvader die een paar jaar geleden aan kanker is gestorven. Hij had het poeder in haar koffie gedaan. Hij had zelf eerst geproefd en omdat het zo bitter smaakte had hij er extra veel suiker bij gedaan. Dolly vond dat er iets raars op de koffie dreef maar ze heeft het opgedronken. Volgens oom Gerard had zij er bijna niet op gereageerd. Ze werd alleen een beetje slaperig.”
Het bewijs
Helena vertelt dat oom Gerard haar zei: “Dolly is dood, ze is gewurgd”. Ook de moeder van Gerard verklaart dat hij op maandagavond, toen de moord werd ontdekt, tegen haar heeft gezegd dat Dolly is gewurgd, terwijl hij dat niet kán weten, want de politie gaat op dat moment nog uit van zogenaamde ‘natuurlijke dood’. Gerard ontkent tegenover de politie dat hij dit tegen zijn moeder heeft gezegd, maar zijn moeder blijft bij haar verklaring. Ook aan omstanders, die na de ontdekking van de moord buiten op straat staan vertelt Gerard dat ze is gewurgd - terwijl hij geeneens in de zolderkamer is geweest. Haar minnaar Cor de Bruin verklaart bij zijn verhoor: “Sebilla hep tegen mij gezeg: ‘Cor, als er iets met mij gebeurt dan moet je in de Falkstraat 275 zijn.’ Dat zei ze. En ze zei erbij: ‘zal je het huisnummer niet vergeten?” “Je zag het aan zijn houding”, zegt rechercheur van den Bulk. “Onverschillig, een door en door onbetrouwbare man. Hij loog over van alles in zijn verklaringen.”
De rechercheurs staan klaar om Gerard op de grill te leggen. Maar dan verschijnt ineens een oude bekende ten tonele: de chef van de recherche, commissaris van Harskamp. Hij draagt voor de gelegenheid een gleufhoed, want er is pers aanwezig, en hij zegt: “Ik hoop dat ik morgen met die hoed op in de krant sta, dan lijk ik op ‘Commissaris Maigret’.” Een beroemde speurder in die tijd uit een tv-serie.
Commissaris van Harskamp schuift alle rechercheurs aan de kant. Niemand mag zich nog met de moord bemoeien. Hij zal Gerard V. persoonlijk verhoren. Van dat laatste verhoor is, tegen alle regels in, geen proces-verbaal opgemaakt. Gerard werd, zo blijkt uit alles, van de haak gehouden.
In 1977, achttien jaar na de moord op Blonde Dolly, werd politiedossier 1281/1959 officieel gesloten. De moord was verjaard. Twee rechercheurs zijn op de valreep, in 1977, nog een keer bij Gerard V. langs geweest. Hij zweeg als het graf.
Hoofdcommisaris Jan Gueltherie van Weezel, alias Jan Hak, bemoeide zich persoonlijk met de moordzaak rond Blonde Dolly. Na zijn dood trof zijn zoon, Hans Gualthery van Weezel, in de kluis van zijn vader een envelop. Daarop stond: ‘De Zaak-Niemans – vernietigen’.
“Maar er stond niet bij dat ik er niet eerst in mocht kijken”, zegt Hans aan de bar van hotel des Indes tegen journalist Casper Postmaa. “Dus ik weet wie verantwoordelijk is voor de moord. Maar ik zeg het niet. Uit staatsbelang. U kunt hem nooit achterhalen. Zulke mensen hebben nu eenmaal een goed alibi.” Moet ik zijn verhaal serieus nemen? Is het een fantast? Ik ben geneigd te denken van niet. Hans Guelthérie van Weezel is prominent oud-politicus van het CDA en had een lange diplomatieke carrière. Bij zijn pensionering, in 2005, was hij ambassadeur van Luxemburg. Zijn dochter Annemarie is in 2010 in het huwelijk is getreden met een van de zonen van Prinses Irene. Nu pas weet ik: ik heb anderhalf jaar voor lul in dat politiearchief gezeten. De waarheid zit namelijk niet in die drie archiefdozen, de waarheid ligt bij de mensen die dit op hun geweten hebben - en die dit willens en wetens hebben laten verkloten. Het einde van dit verhaal is onbevredigend. Dit verhaal kent, in tegenstelling tot de huidige gang van zaken in de prostitutie, geen happy end. Er is tot op de dag van vandaag geen gerechtigheid geweest voor Blonde Dolly.
Als Gerard V. niet per ongeluk in haar leven kwam – hij drong zich aan haar op als ‘bewaker’ – opent dit de reële mogelijkheid dat hij gestuurd is om haar het zwijgen op te leggen. Ze wist te veel. En met wat ze teveel wist perste ze mensen af. Iemand die in de oorlog met de Duitsers heulde, iemand die ze gezien had in het bordeel waar ze werkte. Een man die na de oorlog op zondagmiddag in het Kurhaus kwam luisteren naar een uitvoering van het Residentieorkest. Een NSB’er, die de dans was ontsprongen. U weet toch hoe het gaat? Alleen de kleintjes worden gepakt, de groten ontsnappen. Sebilla vroeg zwijggeld. En iedere keer wilde ze meer. Dat moest stoppen. En waarom lag al haar geld er dan nog? Omdat de moordenaar al vorstelijk was betaald.
Dolly en mijn moeder
“Ik heb Blonde Dolly gekend.” Die opmerking van mijn moeder zegt meer dan ik dacht. Natuurlijk kende ze Blonde Dolly niet echt, maar hun levens vertonen opvallend veel overeenkomsten. Allebei getekend door de oorlog. Opgegroeid in een verscheurd gezin, een afwezige, liefdeloze vader. Een stiefmoeder die niet naar ze omkeek. Weggelopen uit het weeshuis en allebei nooit een echte moeder gehad. Ze hebben beiden moeten vechten voor hun bestaan - omdat niemand anders dat wilde doen. Ik had Sebilla toegewenst wat mijn moeder wél is gelukt. En dat is: de klappen die je in je jeugd hebt gehad achter je laten. Ook al weet je niet hoe dat moet, omdat niemand je dat heeft geleerd.
Tot slot
Wat is er gebeurd met haar fortuin? Dolly heeft haar dood misschien aan voelen komen. Vlak voor haar overlijden heeft ze een testament op laten maken. Haar vermogen ging deels naar het psychiatrisch ziekenhuis waar haar moeder werd verpleegd en deels naar KWF Kankerbestrijding. Die weigerde in eerste instantie haar geld omdat het van een hoer was; maar toen ze hoorden hoe hoog het bedrag was, hebben ze het geld alsnóg aangenomen. Het graf van Sebilla Niemans ligt op begraafplaats Westduin in Den Haag. U kunt het bezoeken. Tot 2013 lagen er ieder jaar op haar geboortedag, 27 september, bloemen op haar graf. Een mogelijke verklaring voor het feit dat het in 2013 ophield is dat Botto van den Bergh het al die jaren heeft gedaan. Maar die stierf in 1989. Zijn zoon heeft het uit naam van zijn vader daarna gedaan. Tot ook hij stierf. In 2013. Sinds dat jaar liggen er geen bloemen meer op haar graf. Dus neem gerust een bloemetje mee als u gaat.
Sjaak Bral
Met dank aan:
Corien Glaudemans, Gemeente-archief Den Haag, Tomas Ross, Casper Postmaa en mijn moeder.
Details
-
Schrijver
Sjaak Bral -
Editie
12-2021