Heerlijk in ‘t Haagse Sunneke
Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw gingen veel gezonde bejaarden wonen in pensionhuizen en bejaardenoorden om zo woningen vrij te maken voor jonge gezinnen. Maar steeds vaker werden gebrekkige ouderen er niet toegelaten. Zij vielen ‘tussen wal en schip’ van verpleging thuis en in het ziekenhuis. Ondernemende verpleegsters vulden deze leemte op in grote woonhuizen: zo ontstonden de eerste kleinschalige verpleeginrichtingen.
Ondernemende verpleging
Neem bijvoorbeeld Miep Nijveldt (1912-1985), dochter van een boomkweker in Boskoop. In 1935 behaalt zij haar verpleegstersspeld in het Katwijkse tuberculosesanatorium. Zij wordt wijkzuster en pedicure in Boskoop en trouwt er met Cor Dommisse, medewerker in vaders boomkwekerij. Moeizaam doorstaat zij de Duitse bezettingsperiode. Haar man moet jarenlang tegen tbc kuren en de boomkwekerij brengt niets op. Miep wordt moeder en maakt vlak na de bevrijding van haar woonhuis met gezin een pensionhuis. In ’t Sunneke biedt zij volpension en vriendelijkheid voor vereenzaamde bejaarde vrouwen. Om gezondheidsredenen verhuist het gezin Dommisse-Nijveldt in 1948 naar de Van Hoogenhoucklaan 137 in Den Haag en neemt daar een bejaardenpensionhuis over.
‘t Sunneke 1 in Boskoop blijft een rusthuis voor acht bejaarde vrouwen die huiselijk samenleven met volpension en verzorging door plaatselijke verzorgsters onder toezicht van een huisarts. Voor hen wordt verpleegster Dommisse de directrice. Op 28 mei 1971 schrijft De Boskoopse Courant dat de vergeetachtige gasten er gelukkig zijn en worden opgevrolijkt met kleine feestjes. Sunneke 1 sluit in 1979. Tussen 1950-1960 stijgt de behoefte aan bejaardenpensionplaatsen. Directrice Dommisse start in de Van Blankenburgstraat 69 ‘t Sunneke 3. Maar alleen volpension en vriendschappelijkheid is niet genoeg: er is ook dagelijkse verzorging nodig. Als zij in 1958 van gepensioneerd verpleegster D. Strackke een bejaardenpensionhuis in de Prins Hendrikstraat 21 overneemt, verbouwt zij dit met het pand ernaast dan ook tot verzorgingshuis ‘t Sunneke 4 en verhuist de pensiongasten uit haar gezinswoning hierheen. Er zijn vier verdiepingen met beddenlift en op de begane grond een recreatieruimte, een keuken met een eigen kok en een behandelruimte.
Ervaren zorgteams
Directrice Dommisse wil het verblijf in ’t Sunneke voor de gasten veraangenamen. Daartoe zoekt zij verzorgsters die met geduld aanvoelen wat moet worden gedaan. Zij vindt hen vooral via mond-tot-mondreclame onder migranten uit Suriname en de Antillen, biedt hun een woonadres en een Sunneke-opleiding met speld. Zij vormen ervaren zorgteams van vrouwen tussen 35 en 50 jaar die jonge leerlingen tot voorbeeld zijn. Maar als het beroep ziekenverzorgende met middelbare opleiding wordt erkend (1963) en na 1968 de AWBZ-verpleeghuiserkenning afhangt van gekwalificeerde zorgverleners, sluit directrice Dommisse zich in 1976 aan bij de opleidingsschool in de Scheveningse Frankenslag.
Haar gasten worden overdag uit bed gehaald, aangekleed en naar de huiskamer gebracht. Daar is het druk maar gezellig met gezamenlijke bezigheden, nieuwe vriendschappen en huiskamerfeestjes bij verjaardagen en andere aanleidingen. Het maakt de bedlegerige bejaarden weer actiever. Televisie doet zijn intrede. Men geniet van elkaars bezoek, van familie, pastoor, dominee, dokter en therapeut. Zij herdenken elkaar na overlijden. Kranten, tijdschriften en boeken worden geruild, sokken en truien met vrijwilligers gebreid. Soms is er een receptie bij een jubileum of als de hoofdzuster gaat trouwen. Hoogtepunt is de kerstviering voor bewoners en familie aan versierde tafels met gedraaide, rode kaarsen en een acht gangendiner. De bewoners zijn tevreden.
Langdurige ziekenverpleging
Inmiddels stijgt ook het aantal oudere patiënten dat niet meer in het ziekenhuis herstelt maar wel langdurig moet worden verpleegd. Omdat ’t Sunneke 4 geen uitbreiding toelaat, opent de directrice in 1959 twee woonhuizen in de De Perponcherstraat. Met drie aansluitende panden verbouwt zij deze vijf woningen tussen 1966-1968 tot erkend verpleeghuis ‘t Sunneke 2 op nummer 103. Er zijn vier verdiepingen en twee (bedden)liften en per etage een huiskamer, slaapkamers met één tot vijf bedden, sanitaire ruimten en een zusterpost. Op de begane grond bevinden zich een recreatieruimte, bibliotheek, kapsalon, personeels-kamer, behandelkamer, fysiotherapie-serre, centrale keuken met een eigen kok en twee kamers voor ontvangst. Zo regelt mevrouw M. Dommisse-Nijveldt parti-culier in twintig jaar 215 bejaardenpensionplaatsen in het Regentessekwartier. Naast huisvesting en huishouding biedt zij haar gasten volpension en verzorging. Maar dat is niet genoeg. De directrice merkt al gauw dat met veel zieken bijeen geen goede ziekenzorg ontstaat als iedereen de eigen huisdokter-op-afstand behoudt. Vanaf 1960 wordt huisarts A.H.E. van der Meer-van Manen de enige huisarts in ’t Sunneke. Zij komt elke dag langs, overlegt ’s avonds telefonisch en komt direct bij medische spoed.
Op de dag van opname onderzoekt zij de nieuwe patiënt, verzamelt medische gegevens en spreekt met patiënt, familie en zorgteam af welke zorg wordt gegeven. In plaats van voortgezette (ziekenhuis)bedverpleging worden deze patiënten uit bed gehaald en weer op de been geholpen. De directrice en de dokter bouwen in 1962 hun revalidatieserre in de achtertuin van Sunneke 2. Hier helpt elke dag een fysiotherapeut patiënten met gewrichtsslijtage, spierzwakte na een heupbreuk en verlamming na een beroerte weer stapjes te doen. Intussen wordt ook het onvermijdelijke sterven dragelijk gemaakt.
Elke dag lopen de hoofdzuster en dokter samen door ’t Sunneke: luisterend, informerend, controlerend en aantekenend op medische registratiekaarten in een metalen handkistje. Zij onderzoeken, stellen prioriteiten en regelen stap-voor-stap zorg. Zij brengen begrip voor lastig gedrag. Zij zoeken naar een betere aanpak van incontinentie. De fysiotherapeut doet voor hoe mensen uit bed te helpen. Voor de dokter gaat het minder om diagnosen stellen, maar meer om wat nog kan functioneren en hoe ziekten (zoals suikerziekte) in de hand kunnen worden gehouden. Dat valt niet mee, want vele van de huidige geneesmiddelen bestaan dan nog niet. Soms lukt het een bejaarde zo te revalideren dat zij weer naar huis gaat. De meeste patiënten leren leven met routinebezigheden en lekker eten en drinken. En als niet alleen je krachten maar ook je gedachten vervallen, moet je leefwereld veiliger worden. Winterse griep en zomerse diarree vereisen direct uiterste hygiëne. Het kan vaak niet allemaal tegelijk. Het zorgteam leert continu verplegen met pieken en dalen en weet zich gesteund door directrice, dokter en therapeut. Er worden ook tochtjes georganiseerd met bus en boot naar Avifauna en Wassenaar dierenpark: in de ‘tropenkas met vogeltjes’ aan lange tafels genieten van de uitgebreide lunch. Elk jaar gaan zo’n vijftig bejaarden met taxi’s op verjaardagsvisite bij de huisdokter thuis: op stoelen langs de muren aaneen tot in de tuin toe met koffie en (suikervrij) gebak. De echtgenoot begeleidt op de piano de meezingers van verjaarsliedjes en Neêrlands glorie. De dokter krijgt een tuinstoel kado.
Controle
In Den Haag komen dergelijke pensionhuizen vanaf 1955 met de ‘eerste Haagse verordening op de verpleeginrichtingen’ onder controle van de GGD-afdeling van de arts M.D.J. van der Meer (echtgenoot van Sunneke’s huisdokter). De GGD-verpleegster visiteert, geeft complimenten, aanwijzingen en waarschuwingen. De GGD regelt de noodzaak tot opname. Directrice Dommisse heeft bijna altijd plaats. Met wettelijke richtlijnen voor bejaardenoorden (1963) en verpleeghuizen (1968) schieten daarna aan de rand van steden overal verzorgingshuizen en verpleeghuizen als paddenstoelen uit de grond. Intussen ondersteunen in ’t Sunneke haar twee zonen de directrice in de dagelijkse gang van zaken, totdat zij om gezondheidsredenen in 1978 besluit om ‘haar Sunnekes’ onder te brengen in een stichting verpleeghuizen ‘t Sunneke. Sunneke 3 sluit in 1982. Na haar overlijden verlaten beide zonen de stichting, die in 1994 fuseert met de Haagse stichting Florence. Er wordt een nieuw verpleeghuis Duinstede in Wassenaar gebouwd en bewoners en personeel van Sunneke 2 en 4 verhuizen hierheen. Prins Hendrikstraat 23 wordt bestemd voor beschermd wonen en de De Perponcherstraat 103 voor de sociale terugkeer van ex-verslaafden.
Terugblik
Gedurende de naoorlogse wederopbouwperiode hebben zorgteams onder leiding van een verpleegkundige en een dokter intensief gepionierd in groepsgewijze pensionleven en ziekenverpleging. In de huiskamer werden de dagen besteed, het leed verzacht en herstel gestimuleerd. Verzorgenden, verpleegkundigen, therapeuten en verpleeghuisartsen hebben verbeteringen uitgedokterd. Zij werden specialisten in ouderen-zorg. In goed overleg met zieken-huis-specialisten werd veel poliklinisch bezoek overbodig. Kortom, ’t Haagse Sunneke stond 75 jaar geleden aan de wieg van kleinschalige ouderenzorg. (Klein)kinderen herinneren zich vast nog wel ‘de goede en kwade dagen’.
Details
-
Schrijver
Herman J.M. Cools -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Brievenschrijfmap met Sunneke 1 in Boskoop linksonder en volgens klokwijzer Sunneke 2,3,4 in Den Haag -
Editie
20-2021