Verzetsman van het eerste uur
Inus van Haersma Buma, Hagenaar met Friese roots
Tot de zomer van 2019 is Sybrand van Haersma Buma partijleider en fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer. In augustus van dat jaar wordt hij burgemeester van Leeuwarden. Daarmee trad hij in de voetsporen van zijn vader, die burgemeester was van Workum en Sneek. Ook grootvader Buma, Sybrand Marinus - roepnaam Inus -, bekleedde dat ambt sinds 1930 in Stavoren. Wat vrijwel niemand weet is dat de ogenschijnlijk Friese familie Van Haersma Buma helemaal niet zo Fries is als zij lijkt. Rond 1900 wonen en werken alle Buma’s op een enkeling na in Den Haag.
Inus van Haersma Buma, van wie bij uitgeverij Walburg Pers recent een biografie verscheen onder de titel Pionier van het verzet, wordt op 30 december 1903 geboren aan de Theresia-straat nummer 5. Op die plek staat nu het Paleis van Justitie. De Britse luchtmacht (RAF) bombardeert in maart 1945 bij vergissing een groot deel van het Bezuidenhout; de RAF heeft de bedoeling om het Haagse Bos plat te gooien, omdat daar lanceerinstallaties van V2-raketten staan. Daarmee bestoken de nazi’s Londen. De piloten hebben verkeerde coördinaten van de vluchtplanning meegekregen, waardoor zij hun bommen te vroeg droppen.
Het gezin Van Haersma Buma heeft niet te lijden onder het bombardement; het is in 1909 verhuisd naar de Jan van Nassaustraat, waar de huizen groter zijn dan in de Theresiastraat. Na de geboorte van Sybrand Marinus volgt in 1907 zusje Catharina en in 1909 Minette. De woning in het Bezuidenhout is te klein geworden voor het gezin, waarvan ook nog twee dienstmeisjes deel uitmaken. Inus krijgt ook nog twee broertjes: Wibo (1911) en Willem (1917). Inus Buma zou het bombardement sowieso niet meemaken. Hij is dan al overleden. Kort voor zijn 39ste verjaardag bezwijkt hij in december 1942 in het concentratiekamp Neuengamme, bij Hamburg.
Bankkantoor Kneuterdijk
Inus’ vader Bernhard is bankier. Zijn moeder komt uit een Haags bankiersgeslacht, zodat Bernhard als vanzelf ook in die wereld belandt. Begin vorige eeuw werkt hij voor de Rotter-damsche Bank Vereeniging, een verre voorloper van ABN AMRO. Bernhard Buma doet het goed en wordt directeur van het filiaal in Den Haag, dat vanaf 1923 in een nieuw kantoor aan de Kneuterdijk is gevestigd. In juli van dit jaar is in het inmiddels voormalige bankgebouw een hotel geopend.
De moeder van Inus Buma is Rietje van Benthem van den Bergh, die haar ouders vroeg verliest, waardoor zij op haar zeventiende wees wordt. Ze groeit verder op in een streng christelijk domineesgezin. Dat maakt haar zelf ook tot een zeer gelovige vrouw, en die vroomheid geeft zij door aan haar oudste zoon. Zijn sterke geloof zal hem in 1941 en 1942 mentaal op de been houden.
In het jaar van de verhuizing naar Benoordenhout gaat Inus naar de Haagsche School Vereeniging (HSV) aan de Nassaulaan. Wanneer hij 33 jaar later in Duitsland het leven laat, bereikt dat bericht ook de HSV. De lerares die hij in de eerste klas had, juffrouw Van ’t Hoff, stuurt Inus’ weduwe een brief, waarin ze schrijft “hoe een lief ventje hij was met zijn open gezicht, en hij deed zo zijn best”.
Pim Boellaard
In 1915 gaat Inus naar het prestigieuze Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort. Van de Jan van Nassaustraat fietst hij ’s ochtends naar school door de Javastraat, maar voor de middagpauze lóopt hij terug naar huis. De lunchpauze duurt in die tijd twee uur. Na de maaltijd loopt Inus weer terug naar school voor nog twee lesuren, om daarna weer op de fiets op huis aan te gaan. Zoals het een jongeman uit de betere kringen betaamt, gaat Inus op zijn zestiende naar dansles. Daar leert hij niet zijn latere echtgenote Marca van Heloma kennen, maar wel Pim Boellaard, die een van zijn beste vrienden zal worden. Midden jaren twintig van de vorige eeuw zitten de twee samen op de officiersopleiding bij de artillerie in Ede. In de meidagen van 1940 is Boellaard commandant van een artilleriebatterij in de duinen bij Ockenburgh.
Na zijn studie rechten in Utrecht krijgt Inus Buma een stageplaats op de secretarie van een dorpsgemeente in Friesland. De jonge jurist heeft een hang naar het verleden en hij weet dat zijn voorvaderen in voorgaande eeuwen carrière in Friesland hebben gemaakt. Dat wil hij ook. Een jaar later wordt hij benoemd tot burgemeester van Stavoren, waar hij acht jaar blijft en waar drie van zijn vier kinderen worden geboren.
De jongste, Cornélie, ziet in 1940 het levenslicht in IJsbrechtum, een gehucht even buiten Sneek. Het dorpje is onderdeel van de gemeente Wymbritseradeel, waar vader Inus in oktober 1938 burgemeester wordt.
Provocerend
Tweede helft jaren dertig heeft Inus al snel in de gaten dat Hitler en zijn nazipartij een verwerpelijk beleid voeren. Wanneer het Duitse leger in mei 1940 Nederland binnenvalt, beraadt Buma zich meteen op maatregelen om het de bezetter zo lastig mogelijk te maken. Buma is de eerste burgemeester in Nederland – en bovendien een van de weinige – die ondergrondse activiteiten ontplooit: hij regelt vervalste persoonsbewijzen voor verzetsmensen en onderduikers, organiseert een netwerk van schuiladressen en brengt militaire posities van de Wehrmacht in kaart.
In maart 1941 ontslaan de Duitsers Inus uit zijn burgemeestersambt. Niet omdat hij illegaal werk doet, dat weten ze helemaal niet, maar omdat hij in het openbaar nogal provocerend optreedt. Na zijn arrestatie brengt de SD hem naar Den Haag, waar hij aan de Lange Vijverberg wordt verhoord in het pand waar nu nog steeds de Duitse ambassadeur resideert. Buma is bepaald niet bang en stelt dat de bezetting volkenrechtelijk niet mag, omdat Nederland neutraal was. Ook veegt hij de vloer aan met de NSB en laat hij weten dat hij alleen (de gevluchte) koningin Wilhelmina gehoorzaamt.
Het kost hem een lange periode van opsluiting in het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen en een vreselijk verblijf in doorgangskamp Amersfoort. Zijn vader fietst zo vaak hij kan van de Dedelstraat, waar zijn ouders inmiddels wonen, naar de gevangenis, brengt zijn zoon fruit, tandpasta, schoon wasgoed en chocola, totdat dat allemaal niet meer mag. Zijn echtgenote Marca ziet hem voor het laatst in november 1941, iets meer dan een jaar voor zijn dood.
Pim Boellaard is inmiddels een belangrijke lid van de Orde Dienst, een verzetsorganisatie in het westen van het land. De twee vrienden komen elkaar na lange tijd bij wijze van spreken weer tegen in het Oranjehotel, nadat de SD Boellaard heeft opgepakt op aanwijzing van een verrader uit eigen kring. Buma zit dan al een jaar in de gevangenis aan de Pompstationsweg. Tijdens het luchten op de binnenplaats zien ze elkaar voor het eerst. Het laatste contact tussen de twee is in september 1942, wanneer Inus Buma op transport gaat naar kamp Amersfoort. Pim overleeft de oorlog in Dachau en wordt 97 jaar.
Een wel heel pijnlijk en emotioneel moment beleeft Inus wanneer hij op zaterdag 28 juni 1941 vanuit zijn cel voor wéér een verhoor naar het Binnenhof wordt gebracht, waar de SD kantoor houdt. Vanuit de politiewagen ziet hij op de Ruychrocklaan zijn moeder lopen met zijn middelste dochter Mieke, die net vier jaar is. Het is de laatste keer dat Inus Buma hen in levenden lijve ziet.
Het is bijna anderhalf jaar later wanneer de SS hem naar Duitsland overbrengt. Nog geen vier weken houdt hij het uit in Neuengamme. Mentaal ongebroken geeft zijn lichaam het op. Sybrand Marinus van Haersma Buma is niet meer.
De foto’s bij dit artikel komen uit verzamelingen van Michiel van Haersma Buma (oud-burgemeester van Voorburg) en Cornélie van Haersma Buma, dochter van de hoofdpersoon.
Details
-
Schrijver
André Vermeulen -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Inus achter het stuur van zijn vaders auto, begin jaren dertig. Locatie onbekend, mogelijk Benoordenhoutseweg ter hoogte van het Malieveld. -
Editie
21-2021