Het ongekende talent van Charles Burki
Als liefhebber van motoren heb ik al vanaf mijn jeugd met grote bewondering gekeken naar de prachtige afbeeldingen van motorfietsen die de kunstenaar over wie ik het in dit artikel wil hebben, getekend heeft. Mijn eerste motor was een Hulsmann met een motorblok van 125 cc en mijn laatste een Moto Guzzi 1100 California. Gezien mijn leeftijd heb ik enkele jaren geleden besloten niet meer de weg op te gaan met zo’n machine, al was het alleen maar omdat je reactievermogen afneemt.
Charles Burki is op 4 mei 1909 in Magelang, een stad op Midden--Java in het toenmalige Nederlands-Indië, geboren. Zijn vader, Frederik Willem Burki, was architect en gouvernementsambtenaar. Zijn moeder heette Angeline Augustine Rosenquist en hij had drie broertjes; Henk, Vic en Max. Charles ging in Bandung naar de HBS en hier leerde hij Eppo Doeve kennen die later ook een bekende tekenaar en ontwerper zou worden. Al op vijftienjarige leeftijd tekende Charles illustraties voor het blad Sport in Beeld. In 1929 kwam hij naar Holland om aan de Technische Hoogeschool van Delft bouwkunde te gaan studeren en drie jaar later ging hij aan de École des Beaux-Arts in Parijs architectuur studeren. In 1935 kwam hij in Den Haag wonen op de Rijswijkscheweg 522. Tegenover hem op nummer 309 woonde Sophia Hogendoorn en zij zou enkele jaren later zijn vrouw worden. In 1936 is Charles verhuisd naar de Stationsweg 127 a. In die tijd werkte hij al als illustrator, onder andere door het afbeelden van motorfietsen. In 1938 zijn Sophia en Charles getrouwd. Na de Tweede Wereldoorlog kregen ze twee dochters, in 1952 Victoria Christina en een jaar later Marina. Vanaf 1946 tot aan zijn overlijden op 28 april 1994 heeft Charles samen met zijn vrouw in Den Haag gewoond, eerst in de Viviënstraat 32 en vanaf 1950 op de Parkweg 8a in Scheveningen.
De Tweede Wereldoorlog
Zoals u misschien is opgevallen, heb ik in de voorgaande tekst niets over de belevenissen van Charles en zijn vrouw tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeschreven en daar had ik een reden voor. Dit is zo’n bijzonder verhaal dat ik er apart aandacht aan wil besteden. Op 24 augustus 1938 zijn Sophia en Charles getrouwd. Een maand later besloot Charles met zijn jonge vrouw, ze was zeventien jaar, een huwelijks-reis naar Nederlands-Indië te maken. Een van de redenen om deze reis te maken was het feit dat hij Sophia aan zijn moeder en zijn broers wilde voorstellen. Zijn vader was inmiddels overleden. Dat deze reis vele jaren zou gaan duren, wist hij op dat moment nog niet. Met een motor met zijspan vertrokken ze naar Genua om van daaruit met de boot naar Batavia te varen. Veel geld hadden ze niet, dus Charles ging op zoek naar werk om de terugreis te kunnen betalen. Hij kon vrijwel meteen aan de slag bij een kranten- en tijdschriftuitgeverij en later bij een boekhandel. Toen hij voldoende geld voor die terugreis had gespaard, brak de oorlog in Europa uit. Het leek dus verstandiger om in Indië te blijven.
Op 7 december 1941 vond de aanval van de Japanners op Pearl Harbor plaats en een dag later verklaarde de regering in ballingschap in Nederlands-Indië Japan de oorlog. Charles werd als dienstplichtig soldaat opgeroepen door het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, het KNIL, en hij werd tewerkgesteld als ziekenverzorger. Op 8 maart 1942 capituleerde dit leger en Charles werd als krijgsgevangene naar een kamp in de buurt van Bandung gevoerd. In dit kamp heeft hij tekeningen gemaakt die op miraculeuze wijze bewaard zijn gebleven. Sophia werd geïnterneerd in het vrouwenkamp Adek, dat vlak bij Batavia lag. In 1943 werd Charles met een troepentransportschip naar Japan gebracht. Dit schip werd door de Amerikanen getorpedeerd en Charles lag een uur of tien in het water, terwijl hij zich vastklemde aan een stuk hout. De bemanning van een passerende Japanse walvisvaarder haalde hem uit het water en bracht hem naar de vaste wal van Japan, waar hij tewerkgesteld werd als dwangarbeider in een van de fabrieken van Mitsubishi in de plaats Nagasaki. Op 9 augustus 1945 werd boven deze plaats de tweede atoombom door de Amerikanen afgeworpen. Charles bevond zich op zo’n 1500 meter van de plaats waar deze bom neerkwam. Hij werkte daar aan een graansilo die omgebouwd werd tot bunker. Door de luchtdruk werd hij naar binnen geblazen en mede hierdoor heeft hij deze enorme explosie overleefd. Via Manilla kwam hij terug in Indië waar hij Sophia tot zijn grote vreugde ongedeerd aantrof. De eerdergenoemde tekeningen die hij in het kamp bij Bandung had gemaakt, had hij in een teakhouten kist met daarin een zinken koker in de grond verstopt. Met de hulp van een medegevangene is die kist opgegraven en zo zijn de tekeningen bewaard gebleven. Wonderlijk genoeg moest hij weer in dienst als ziekenverzorger. Eind 1945 werd duidelijk dat Sophia tuberculose had en daarom kreeg hij toestemming om naar Nederland terug te keren. Charles ging tijdelijk bij een tante in Den Haag wonen en Sophia werd opgenomen in een opvanghuis voor zieke repatrianten in Haarlem en later ging ze naar een kuuroord in Zwitserland. Charles heeft in deze periode ook nog op het adres Kijfhoeklaan 8 gewoond.
Zijn werk
Charles wordt omschreven als een artistieke alleskunner, een duivelskunstenaar. In het boek De kunst van het motorrijden staat onder meer: “Door zijn illustratief vernuft en virtuoze techniekbeheersing was Charles Burki geknipt voor het vak van reclametekenaar. Zijn drang naar perfectionisme en bereidheid zich in elk genre grondig te verdiepen, maakten dat hij de meest uiteenlopende onderwerpen uiterst waarheidsgetrouw wist weer te geven. Zijn reputatie van duivelskunstenaar dankte hij dan ook voornamelijk aan zijn veelzijdig reclame-oeuvre.” Charles heeft zowel voor Philips als voor Fokker en niet te vergeten DAF gewerkt. Ook heeft hij enkele ontwerpen van auto’s en motoren gemaakt. Een daarvan is zelfs in productie genomen, de Union ‘Boomerang’ bromfiets. Hij ontwierp boekomslagen en tekende illustraties voor boeken, affiches, kalenders, tijdschriften, strips, postkaarten en postzegels. Ook maakte hij olieverfschilderijen en hij schreef het boek Achter de kawat. Voor dit boek – kawat betekent prikkeldraad – kon hij de teruggevonden tekeningen gebruiken die eerder ter sprake kwamen.
Zijn dochter Vick vertelde mij dat haar vader zeer bescheiden was. Tijdens zijn leven is zijn werk dan ook niet tentoongesteld. Later wel. In 1997 in de Kunsthal in Rotterdam en dit jaar in het DAF Museum in Eindhoven onder de titel: Eerbetoon aan Charles Burki, hij zette DAF op de maan. Ze vertelde me ook dat hij altijd in de voorkamer van hun huis aan het werk was en dan moesten de kinderen stil zijn. Een veelzijdig kunstenaar, dat lijdt geen twijfel. Ik denk dat het woord ongekend in de titel op twee manieren opgevat kan worden. Zowel in de betekenis heel bijzonder als onbekend.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Plakplaatje uit een verzamelalbum -
Editie
23-2021