Skip to main content

Voorbereiding op Kerstmis en de jaarwisseling in de jaren ‘60


In het novembernummer van De Haagse Tijden 2020 schreef ik al een artikel over de feestdagen in de vorige eeuw, waarbij Sint-Nicolaas een grote rol speelde. Dit jaar wil ik eens teruggaan naar diezelfde tijd en met een aantal afbeeldingen de sfeer van vroeger terughalen, en de voorbereidingen op de feestdagen schetsen.

 

Direct na het vertrek van Sinterklaas terug naar Spanje begonnen bij mijn ouders de kriebels om ons voor te bereiden op de kerstdagen. De eerste zaterdag na 5 december gingen mijn broer Frits en ik met pa en ma naar het bescheiden winkelcentrum aan de Hengelolaan, hoek Dedemsvaartweg naar onze vaste leverancier van kerstbomen. Van verre doemde al de stokoude Renaultbus op, voorzien van schamele petroleumlampen en kachel waar de verkoper in weer en wind trachtte zijn sparren aan de man te brengen. Na veel zoeken door vader en moeder vonden we een geschikte boom en te voet, met de kerstboom slepend aan de bovenste tak, maakten we de terugreis naar de Meppelweg. Aangekomen in onze maisonnette werd de boom nog enige tijd op het bovenbalkon geparkeerd om aan zijn ongetwijfeld roemloos einde te wennen en vervolgens waren wij geruime tijd bezig het irritante hars van de handen te wassen. 

Diezelfde avond werd na het avondeten de tafel leeggemaakt en bogen mijn ouders zich over een stapel verse kerstkaarten en een adressenklapper om rond de vijftig kaarten met de beste wensen verzendklaar te maken. Veel mensen raadplegen daar tegenwoordig de mobiele telefoon voor en houden een overzicht bij wie er vorig jaar met het versturen in gebreke is gebleven. Die krijgen voor straf geen kaart meer. Ook hanteren veel mensen het motto: het hele jaar niet gezien? Dan geen kaart meer. Mijn ouders hadden dat niet. Iedereen kreeg trouw een kerstkaart. Toen nog niet met kerstzegel maar gewoon één van een kwartje.

Tegenwoordig worden er veel digitale wensen verstuurd en waar vroeger de kaarten aan een lange waslijn door de kamer hingen, staan er nu drie of vier van oudtantes en digibeten op het dressoir. Maar dat was er in de jaren zestig niet, en als alle kaarten geschreven waren, kregen mijn vriendin Tineke en ik de opdracht deze te gaan posten op het postkantoor aan het Almeloplein. Als de kerstkaarten de deur uit waren, werd het tijd voor de inkopen voor kerst. Bij slager Ensing in de Zuidlarenstraat bestelden we de onvermijdelijke rollade. Van een gourmetstel had in die tijd nog niemand gehoord. Het braden van de rollade was een taak voor vader. Voorzien van een absoluut NIET modebewust schort werd de zondag in de keuken doorgebracht, want de rollade moest op gezette tijden met jus worden overgoten. Ik weet nog dat de ochtendjas van vader, die altijd aan de badkamerdeur hing, nog tot ver in januari een vleesgeur verspreidde.

Bij Kerstmis hoort een kerstontbijt en dat betekende met de HTM-bus op zaterdag naar het Haagse centrum, waar in de Pastoorswarande bakkerij Yntema nering voerde. De heerlijke broodgeur die je reukorgaan streelde zodra je de eenvoudige bakkerij binnenstapte, heb ik daarna nooit meer geroken. Maar dat kwam ook omdat de bakkerij zich in het verlengde van de winkel bevond waardoor de geuren van brood en kadetten ongestoord de winkel konden bereiken. Overigens heb ik deze sensatie nog wel eens beleefd bij de Konmar, waar het brood en krentenstollen ook direct achter de toonbank werden klaargemaakt.

Afijn, bij Yntema werd het kakel-verse brood vaak nog warm ingeslagen en daarbij kochten we altijd nog een krentenbrood, in goede tijden het luxe krentenbrood waar ook sukade in verwerkt was. Overigens was er in die tijd nog geen sprake van amandelspijs, maar het brood was rijk gevuld. Voor bij de koffie werden dan nog gemberenvelopjes aangeschaft (soort amandelbroodjes) en de befaamde vloerkadetten. En dan gingen we weer met bus lijn 15 terug naar huis. De rest van de boodschappen deden we voornamelijk op de Leyweg. Ik heb daar in een ander artikel al uitgebreid over geschreven, maar wil nog even benadrukken dat dit tijdens de feestdagen een geweldig gezellig winkelcentrum was, rijk verlicht met kerstverlichting, mooie etalages en op donderdag een gezellige koopavond. Want toen wij het feest van Sinterklaas niet meer vierden, werden de cadeautjes verplaatst naar kerstavond en daarvoor was het warenhuis V&D met zijn vele afdelingen, zoals platen, boeken, tijdschriften, speelgoed en fotoapparatuur uitermate geschikt.

Na de kerstdagen waren er nog een paar dagen te gaan voordat oud en nieuw begon. En dat betekende vuurwerk inkopen. We hadden daarbij de keuze uit verschillende verkooppunten, zoals kantoorboekhandel Hanson aan de Zuidlarenstraat, maar meestal haalden we ons vuurwerk bij V&D op de Leyweg. Als jonge kinderen begon dat dan met de zogenaamde sterretjes en de nagenoeg ongevaarlijke damesscheetjes die per rits werden verkocht. Het was de bedoeling deze rits te ontmantelen en ze één voor één aan te steken. Een verleiding was echter te groot de rits in één keer aan te steken, maar dan was je wel snel door je voorraad heen. Overigens zou de naam ‘damesscheetjes’ in het geëmancipeerde 2021 al lang niet meer kunnen. Dat zou dan hun-, hen- of het-scheetjes worden. We hadden op de Meppelweg veel oudere vrienden wonen die in het bezit waren van kanonslagen. Het was gieren als de heren een kanonslag in de put van de liftschacht lieten vallen. Dankzij de akoestiek van de liftschacht zat zelfs de meest dove bewoner van de maisonnette rechtop in zijn bed.

Oudejaarsavond was natuurlijk het hoogtepunt van het jaar. Na de avondmaaltijd ging de tv aan en werd reikhalzend uitgekeken naar de oudejaarsconference. Seth Gaaikema beet in 1969 het spits af. Wim Kan, met aan zijn zijde de kleine maar oh zo welbespraakte Corrie Vonk, nam deze show vanaf 1973 over. Hierbij passeerden allerlei politici de revue en diegenen die niet genoemd of bespot werden, hadden 1 januari een vervelende dag, want je wílde door Wim genoemd worden. Zo noemde hij Joop den Uyl een zeer bekwaam man, geliefd bij vriend en vijand! Kan speelde zijn laatste show in 1982 waarna Youp van ‘t Hek het stokje overnam, samen met vele andere cabaretiers, de ene succes-voller dan de andere. Mijn favoriet is nog altijd Sjaak Bral op TV West!

En dan werd het middernacht en mochten we naar buiten met ons vuurwerk. Rond 2.00 uur moesten we naar bed, waar we nog tot de volgende ochtend opschrokken door luide knallen van illegale munitie. Op 1 januari was het verplicht nieuw jaar wensen bij opa en oma en dan gauw de straat op om niet ontploft vuurwerk te zoeken, iets dat bij regenachtig weer kansloos was. Buiten leek het wel een slagveld met de vele na smeulende straatvuren, uitgebrande autowrakken en miljoenen rode papiersnippers van afgestoken vuurwerk. Op 1 januari 1983 bepaalde een volledig uitgebrande HTM-bus op de Viaductweg het straatbeeld na een onrustige jaarwisseling. Ik ben benieuwd wat de jaarwisseling van 2021 gaat brengen met de corona-maatregelen en het verbod voor palletvuren op het Scheveningse strand! 

Tegen mijn trouwe lezers zeg ik: een goede jaarwisseling gewenst en een heel goed 2022 met hopelijk het uitdoven van het covid 19-virus.


Details

  • Schrijver

    Ruurd Berendes
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De feestelijk verlichte Leyweg rond 1962
  • Editie

    26-2021

Meest gelezen artikelen