Skip to main content

Hippiecultuur, van de Verenigde Staten tot Den Haag

Mijn generatie – ik ben zo’n drie jaar voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog geboren – heeft de nodige veranderingen in ons land en in onze stad meegemaakt. Om te beginnen die oorlog zelf, gevolgd door een periode van wederopbouw. Vanaf het midden van de jaren vijftig tot begin jaren zeventig kwam de jeugd al of niet georganiseerd in opstand tegen de manier van leven van de ouderen en dan denk ik aan de Nozems, de Hippies, de PROVO’s en de Kabouters. Daarna trad langzaam maar zeker het Ik-tijdperk in en daar zitten we op dit moment volgens mij nog steeds in. Die generaties worden ook wel omschreven als de patatgeneratie of de babyboomers. Hoewel zowel de PROVO’s als de Kabouters zeker niet aan mij voorbijgegaan zijn - in tegenstelling tot de Nozems - vond en vind ik de tijd van de hippies wel zo interessant, vandaar dit artikel.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de invloed van de Verenigde Staten van Amerika op onze cultuur, de technologie en niet te vergeten onze taal steeds groter. De financiële hulp die we vanaf 1947 uit de Verenigde Staten kregen, de Marshallhulp genoemd naar de toenmalige minister van buitenlandse zaken George Marshall, heeft hier zeker een rol bij gespeeld. Men ging zelfs van amerikanisering spreken. En dan heb ik het niet alleen over Donald Duck en McDonald’s, maar ook over de muziek, de filmindustrie en de reclamewereld, om maar eens iets te noemen. Zonder de invloed daarvan zouden ze totaal anders klinken en er totaal anders uitzien. Aan het eind van de jaren zestig kwam de subcultuur flowerpower, ook wel de hippiecultuur genoemd, uit de Verenigde Staten naar ons land overwaaien. Het woord flowerpower is bedacht door de Amerikaanse dichter Allen Ginsberg (1926-1997) en het woord hippy, vernederlandst tot hippie, zou verband houden met hypocriet. Deze jongeren vonden de ouderen vooral hypocriet, is dan de verklaring maar of dit juist is, waag ik te betwijfelen. Ik denk eerder dat het woord hipster, dat al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw gebruikt wordt en betekent dat men zich afzet tegen de bestaande gewoonten, aan de basis van het woord hippy stond. 

De flowerpower in de Verenigde Staten van Amerika

Studenten uit San Francisco en uit New York stonden aan de basis van deze beweging. De hippies verzetten zich tegen de materialistische en kapitalistische maatschappij, die vooral gebruikmaakt van technologie. Zo’n maatschappij kan alleen maar tot onnatuurlijkheid en milieuvervuiling leiden. Men richt zich dan vooral op geld, bezit, status en macht. Boven-dien leiden een overmaat aan regels en beperkingen tot onvrijheid en de onderdrukking van alle mogelijke ideeën en gevoelens, en dit heeft uiteindelijk geestelijke leegheid tot gevolg. De hippies verzetten zich tegen liefdeloosheid, oorlog, discriminatie en geweld. Nu ik dit zo opschrijf, realiseer ik me dat ik hier nog steeds achter sta, hoe naïef het misschien ook is om te denken dat we hiermee de grote problemen van deze wereld kunnen oplossen. Het veranderen van de bestaande samenleving probeerde men niet te bereiken door confrontatie met andersdenkenden en niet door politieke actie, maar door zelf anders te gaan leven met de hoop dat dit nagevolgd zou gaan worden. Dit anders leven werd onder meer duidelijk door zich anders te gaan kleden, door zo mogelijk je haar te laten groeien, door als het enigszins kon zelfvoorzienend te zijn. Sommige hippies gingen in een commune leven, waarin het delen en zorgen voor elkaar centraal stond. Begrippen als pacifisme en gelijkheid tussen rassen werden omarmd. Anderen waren voor een totale seksuele vrijheid en probeerden hun geest te verruimen door middel van wiet en andere geestverruimende middelen, of met behulp van mystiek of een oosterse religie. 

Vanaf 1967 kreeg de rest van de wereld in de gaten dat er iets bijzonders aan de hand was in de Verenigde Staten van Amerika. In dat jaar werd het door Scott Mckenzie gezongen nummer San Fransisco (Be sure to wear some flowers in your hair) een wereldhit en dat gold zeker ook voor de musical Hair, waarin men zich afzette tegen de oorlog in Vietnam en tegen ‘de wurgende greep van de maatschappij’. Ook in 1967 kwam het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van de Beatles uit en hiermee identificeerden ze zich met deze stroming. In juni van dat jaar werd er in een vissersplaatsje in Californië het Monterey Pop Festival georganiseerd. Het begrip ‘Summer of Love’ werd toen geïntroduceerd. En dan als klap op de vuurpijl in 1969 het festival van Woodstock van 15 tot 18 augustus. Wat was ik daar graag heengegaan, maar helaas ontbrak mij het geld.Waar we in deze tijd wel heengingen was het Roundhouse in Londen. Aanvankelijk was dit in 1847 gebouwde gebouw een loods voor locomotieven maar vanaf 1964 werd het als theater gebruikt en hier traden onder meer de The Doors en The Rolling Stones op. Je kocht dan voor betrekkelijk weinig geld een kaartje voor de veerboot naar Engeland en kon in Londen bij gelijkgestemden slapen. 

De flowerpower in ons eigen land 

Op 11 augustus 1967 werd in een sporthal in Amsterdam Hai in de Rai georganiseerd en ook al werd dit festival niet alleen door hippies bezocht, ze kwamen er wel op af. Op 24 en 25 november van datzelfde jaar vond in een van de Jaarbeurshallen in Utrecht A Flight to Lowlands Paradise plaats. Hier traden onder andere Cuby + the Blizzards en de Haagse groepen The Golden Earrings en Supersister op. Dit festival werd door een van mijn studiegenoten, Robert van Gemert, georganiseerd en dat Simon Vinkenoog ook aanwezig was, zal u niet verbazen. In dit rijtje mag het driedaagse Holland Pop Festival dat drie jaar later in Rotterdam georganiseerd werd niet ontbreken. Het wordt wel de Hollandse versie van het Woodstockfestival genoemd. Hier traden groepen als The Byrds, Pink Floyd en Jefferson Airplane op. 

Flowerpower in Den Haag

Ook in onze stad kon men in die tijd hippies zien rondlopen. Ze waren vooral herkenbaar aan de kleurrijke kleding en dan heb ik het niet alleen over de meisjes en vrouwen. Het spreekt vanzelf dat vooral bloemmotieven gebruikt werden. De stichting Laat Honderd Bloemen Bloeien afgekort tot Lahoblobloe organiseerde in 1968 in de Houtrusthallen ook een festival. De zin ‘Laat Honderd Bloemen Bloeien’ komt uit een tradi-tioneel Chinees gedicht. Dit festival kreeg de naam The First Holiness Kitschgarden For The Liberation of Love and Peace in Colours. Een van de organisatoren was een vriend van mij, de dichter en yogaleraar Hans Wesseling. Hier traden onder meer op Pink Floyd, the Small Faces en the Moody Blues. Er werd ook met vloeistofprojecties geëxperimenteerd. In een krantenartikel uit die tijd wordt omschreven waar Lahoblobloe voor stond: “Op een love-in is het zowel voor jongeren als voor ouderen mogelijk tot een optimale communicatie te komen door gebruik van hun, in veel gevallen gefrustreerde ludieke en kreatieve gaven. Er is behoefte aan menselijke omgang die in het dagelijkse leven vaak verstoord en onmogelijk gemaakt wordt door waardebepalingen van buitenaf. Door dit feest hopen we veel jongeren van hun angstvalligheid af te helpen.” 

Het einde van de oorlog in Vietnam markeerde min of meer ook het einde van het hippietijdperk. In 1973 trokken de Verenigde Staten hun troepen terug uit Vietnam en een van de gemeenschappelijke bezigheden van de hippies, het demonstreren tegen die oorlog, kwam zo tot een einde. Hoewel de ideeën van deze bloemenkinderen dan misschien wat naïef waren, kun je je afvragen of de manier waarop we op dit moment met de problemen in de wereld, in ons land en in onze stad omgaan, beter is. 


Details

  • Schrijver

    Carl Doeke Eisma
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De auteur met zijn vrouw
  • Editie

    26-2021

Meest gelezen artikelen