Skip to main content

Oprichting van de Gemeenteapotheek


Regelmatig kunnen we in de krant lezen dat de kosten van de gezondheidszorg te hoog zijn en het nodig is om aan kostenbeheersing te doen. Al in het midden van de achttiende eeuw kampte het bestuur van Den Haag met dit probleem. Vanwege slechte economische omstandigheden waren er veel arme inwoners voor wie de gemeente de medicijnen moest betalen. Om die medicijnen goedkoper te leveren, bleek het handig zelf een apotheek te beginnen. Op 21 maart 1749 besloot de Vroedschap met algemene stemmen dat er een stadsapotheek zou worden opgericht. Later zou die bekend staan als de gemeenteapotheek. 

Huisvesting en personeel

Voor de huisvesting van de apotheek werd gekozen voor een pand aan de Grote Markt, waar deze tot 1844 zou blijven. De personele bezetting bestond uit een meester apotheker en een gezel. Die laatste was in feite een apotheker in opleiding die als assistent werd ingezet. Hij moest ook lavementen (klisma’s) zetten bij mannen; voor vrouwen waren daarvoor speciale lavementszetsters aangesteld. Twee jaar na de start werd voor het zware werk ook nog een zogeheten stamper in dienst genomen. In 1781 kreeg de apotheker toestemming om voor het schoonmaken van het gebouw een inwonende dienstbode aan te stellen. Die moest wel ouder dan veertig zijn en ongetrouwd, of een weduwe zonder kinderen. 

De verstrekkingen 

De geneesmiddelen die de apotheek mocht verstrekken, waren in een lijst vastgelegd die wel regelmatig werd aangepast. Het verstrekken van de medicijnen liep meestal via de armenzorg van de kerken of de weeshuizen en armenhuizen. Het aantal verstrekkingen kon variëren, wat vaak samenhing met heersende ziektes en epidemieën. Zo was er in de achttiende eeuw vaak sprake van ‘rode loop’ (dysenterie). In het begin van de negentiende eeuw werd ons land door Frankrijk bezet. In die periode verarmde de bevolking sterk en werd dus ook sneller ziek. Het aantal recepten groeide van ruim 35.000 in 1806 naar ruim 54.000 in 1811. In 1832 was het de cholera-epidemie die voor een forse uitbreiding van het werk van de apotheek zorgde. 

Een nieuw gebouw voor de Gemeenteapotheek

In de jaren tachtig van de negentiende eeuw nam het aantal inwoners van Den Haag enorm toe. Van overal kwamen mensen naar de stad, maar er was geen werk voor iedereen. De armoede nam toe en de gezondheidstoestand verslechterde. Dus kreeg de Gemeenteapotheek het weer drukker. In 1886 verhuisde de apotheek naar een nieuw, speciaal gebouwd pand aan de Prinsestraat op de hoek van de Molenstraat. De kosten van de verhuizing bedroegen ongeveer ƒ2.900. 

Ziekenhuis

Het grootste ziekenhuis in Den Haag was het Gemeenteziekenhuis, dat in 1865 verhuisde naar een pand aan de Zuidwal. Het werk van de Gemeenteapotheek voor deze instelling was tot 1900 tamelijk beperkt gebleven. Het aantal recepten voor patiënten in het ziekenhuis was laag vergeleken met dat voor de armlastigen die thuis ziek waren. Vanaf 1880 werd de Gemeenteapotheek opgedragen alle geneesmiddelen, ook voor de particuliere patiënten, aan het ziekenhuis te leveren. Vanaf dat moment gaat de apotheek steeds meer medicijnen aan ziekenhuizen leveren en steeds minder rechtstreeks aan arme patiënten. In 1939 werd ook de Gemeenteapotheek aan de Zuidwal gevestigd, in een vleugel van het Gemeenteziekenhuis. 

Schaarste door oorlog

Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand vermoord. Burgemeester Karnebeek van Den Haag nam gelijk het initiatief om de directeur van Gemeenteapotheek extra geld ter beschikking te stellen om snel voorraden genees- en verbandmiddelen te kopen. Dat bleek erg verstandig want in augustus brak de oorlog uit en werd het voor het neutraal gebleven Nederland heel moeilijk nog aan dit soort spullen te komen. Dezelfde vooruitziende blik had burgemeester Monchy toen hij bij de mobilisatie in 1939 de directeur van de Gemeenteapotheek opdracht gaf een zo groot mogelijke voorraad genees- en verbandmiddelen in te slaan, met het oog op eventuele calamiteiten. In 1942 werd een oud middel ingezet: in het Zuiderpark werd een geneeskruidentuin ingericht, om zelf geneeskrachtige kruiden als grondstof voor medicijnen te kweken. 

Meer dan medicijnen

De Gemeenteapotheek deed meer dan medicijnen leveren. Zo was de organisatie medeverantwoordelijk voor het op peil houden van de kwaliteit van het zwemwater in de zwembaden. En ze onderzocht het zeewater dicht bij de kust om te kijken of het door rioolwater vervuild was. Ook werd de apotheek ingeschakeld bij onderzoeken naar verdachte doodsoorzaken, zoals vergiftigingen en verstikkingen. 

Centrale ziekenhuisapotheek

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er in Nederland steeds meer sociale voorzieningen, zoals de AOW en de Ziekenfondswet. Hierdoor werd de ‘pharmaceutische verzorging van de stadsarmen’ door de Gemeenteapotheek niet meer nodig. En dat was de taak waar het allemaal mee begonnen was. De Gemeenteapotheek was nu de centrale ziekenhuisapotheek voor Den Haag en randgemeenten geworden. Maar het leverde ook aan andere instanties voor openbare gezondheidszorg, onder andere aan de GG en GD vaccins voor inentingen. 

Modern pand

Een apotheek die met haar tijd meegaat, moet beschikken over de modernste faciliteiten. Die kreeg de Gemeenteapotheek in 1971 na de verhuizing naar de zijvleugel van het ziekenhuiscomplex Leyenburg. Dat was de nieuwe locatie van het Gemeenteziekenhuis. De medewerkers gingen naar een ‘efficiënt apotheekgebouw met een bijzonder prettige sfeer, waarin het een vreugde is te mogen werken’. De goed uitgeruste productieafdeling van de apotheek was het paradepaardje, waar andere instellingen in het land jaloers naar keken. 

Zelfstandig

In 1992 vond de Gemeente Den Haag dat farmaceutische zorg geen taak meer was voor de gemeente. Aan dit besluit was veel onderzoek en discussie voorafgegaan, maar het paste in de opvatting dat het bestuur van zorginstellingen niet meer tot de taken van gemeenten hoorden. De apotheek werd dus geprivatiseerd en werd de Apotheek Haagse Ziekenhuizen. Deze apotheek is nog altijd een belangrijk onderdeel van de Haagse gezondheidszorg. Iedere dag zorgen de medewerkers ervoor dat geneesmiddelen tijdig worden geproduceerd, geanalyseerd en geleverd. Meer informatie staat op ahz.nl 

Voor het schrijven van dit artikel heb ik gebruikgemaakt van de bron: 250 jaar geschiedenis van de Apotheek Haagse Ziekenhuizen 1749 – 1999 – Van Gemeenteapotheek tot Centrale Ziekenhuisapotheek van R. Vos en J. Wolters.

 


Details

  • Schrijver

    Jacqueline Alders, Stadswandelingen en Fietstours in Den Haag
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Zuidwal Gemeente Apotheek kookpotten. Foto uit 1949, Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, collectie HGA
  • Editie

    12-2022

Meest gelezen artikelen