De Hofpleinlijn naar Scheveningen 1908-1953
Elke zomerse dag, weekend en vakantieperiode geeft Scheveningen hetzelfde beeld weer: lange files op de aanvoerwegen, overvolle parkeergarages, nergens een parkeerplek te vinden, oververhitte automobilisten en geïrriteerde bewoners op zoek naar een parkeerplek. En dan vervolgens de oproep van de gemeente niet meer met de auto naar het strand te komen.
Tot de aanleg van de Rotterdamsebaan was er nog een mogelijkheid te parkeren bij de Hoornbrug en dan met lijn 1 met korting naar Scheveningen te reizen. Maar de gebruiker van deze mogelijkheid kwam er al snel achter dat lijn 1 bij zowat elke dikke paal stopt, dus dat werd men ook snel zat. De roep ontstaat dus naar een snelle tram- of treinverbinding naar Scheveningen maar dat is onbetaalbaar en waar moet die rijden? En dan te bedenken dat wij een uitstekende treinverbinding hadden van Rotterdam via Den Haag naar Scheveningen Kurhaus, de zogenaamde Hofpleinlijn die we nu nog in aangepaste vorm kennen van de Rotterdamse Randstadrail die van Den Haag CS naar Rotterdam CS rijdt. Laten we in dit artikel eens teruggaan naar die treinverbinding.
In 1907 werd het stationsgebouw Scheveningen-Kurhaus gebouwd op de hoek van de Zwolsestraat en de Gevers Deynootweg. Hoewel het vijfkantige gebouw niet heel groot was, had het maar liefst zes sporen met vijf perrons. Het werd daarmee het grootste stationsgebouw van spoorbedrijf Z.H.E.S.M. die de exploitatie van de lijn naar Rotterdam ging uitvoeren. De naam van het bedrijf stond op de gevel met daarboven een grote stationsklok. Overigens kwamen de vele sporen in het begin goed van pas, want de nieuwe treinstellen (waarover straks meer) waren in eerste instantie voorzien van wisselstroommotoren die na de rit uit Rotterdam lang moesten afkoelen. Met de ombouw op gelijkstroom werd dit probleem opgelost maar de vele sporen bleven op zomerse dagen toch van pas komen.
Dan nu het materieel. Dit fraaie treinmaterieel, waarvan motorrijtuig 9906 na restauratie is opgenomen in de collectie van het spoorwegmuseum, was uitgevoerd in Jugendstil-motieven. Om de voertuigen te voorzien van de 10 kV wisselstroom werd in Leidschendam een centrale gebouwd, met de werkplaats en rijtuigremise daarbij. De motorrijtuigen en aanhangrijtuigen werden gebouwd door spoormaterieelbouwer Beynes in Haarlem. In januari 1908 werd het eerste motorrijtuig BC 1 afgeleverd, waarmee werd proefgereden op het baanvak Leidschendam-Pijnacker.
Na vele proefritten werd dat jaar de verbinding Scheveningen-Rotterdam geopend. Vanaf Rotterdam Hofplein reed de trein grofweg het huidige traject van Randstadrail via de Melachtonweg, Berkel, Pijnacker, Nootdorp en Voorburg. Bij Voorburg splitste de lijn zich in een tak naar Hollands Spoor en Scheveningen. De lijn naar Scheveningen liep door het toen nog niet gebouwde Mariahoeve en reed vanaf het einde van de Bezuidenhoutseweg via de Waalsdorperweg langs het huidige Maurits Kiekpad, evenwijdig aan de huidige Alkemadelaan naar het eindpunt Scheveningen Kurhaus.
De Tweede Wereldoorlog brengt zware klappen voor de Hofpleinlijn. Het stationsgebouw Hofplein wordt door een bombardement deels verwoest, waardoor een treinstel volledig verloren gaat. Met een treinstel minder wordt de dienst gedurende de oorlogsjaren zo goed mogelijk uitgevoerd met verduisterd materieel, en het bijkomend ongerief van de zware winter in 1942.
Op 3 april 1943 wordt de dienst tussen de halte Renbaan en Kurhaus op last van de bezetter gesloten. De rails wordt opgebroken en getransporteerd naar Duisland. De lijnwerkplaats Leidschendam wordt volledig leeggeroofd. Onderdelen en gereedschap verdwijnen naar Duitsland. De houten vloer van de werkplaats wordt deels opgestookt in de noodkacheltjes van de honger-lijdende Nederlanders. Ook de koperen bovenleiding kan de bezetter goed gebruiken en spoormaterieel wordt in beslag genomen en verdwijnt naar de Heimat.
Na de bevrijding is er van de trotse Hofpleinlijn weinig over maar kan met grote voortvarendheid worden begonnen met het weer opbouwen van de spoorbedrijven. Alle voormalige ZHE-motorrijtuigen zijn beschadigd of verdwenen. Na de oorlog komen de meeste weer terug naar Nederland en worden opgesteld in Maarn.
Door gebrek aan glas en het feit dat de rijtuigen grotendeels van hout zijn en de kosten van herstel te groot, wordt besloten ze niet te herstellen maar te verkopen als noodwoning. Zo worden de rijtuigen onder andere teruggevonden in Amsterdam, Huis ter Heide, Utrecht, Bosch en Duin en Den Dolder.
Op 15 juni 1947 was het dan eindelijk zover; de treindienst naar Scheveningen werd hervat. De heropening van de verbinding vond plaats op de Waalsdorperweg waar Ir. Den Hollander door het doorknippen van een lint het baanvak weer vrij gaf.
In het najaar 1952 valt het besluit het traject Loolaan Voorburg-Scheveningen te sluiten. Men wil ruimte maken voor de auto, maar realiseert zich niet dat dezelfde auto jaren later voor grote problemen gaat zorgen. Dan is het echter te laat en is de spoorbaan al opgebroken. Een tweede reden is dat Den Haag de grond wil gebruiken voor aanleg van de nieuwe wijk Mariahoeve. Op 4 oktober 1953 is de sloop van de verbinding een feit en is de Hofpleinlijn naar Scheveningen geschiedenis. Het fraaie station Kurhaus wordt vervolgens afgebroken.
Van de oude Hofpleinlijn naar Scheveningen is nog maar weinig terug te vinden. Nabij de Pompstationsweg is het oude treinstation nog intact, tegenwoordig in gebruik als woonhuis. Aan de voorzijde Alkemadelaan is het perron nog zichtbaar; een laatste herinnering aan een fraaie treinverbinding naar Scheveningen. Menig stadsplanoloog zal zich op de kop krabben als hij terugdenkt aan deze mooie spoorverbinding, kijkend naar de enorme aantallen auto’s die bij warm weer Scheveningen proberen te bereiken.
Details
-
Schrijver
Ruurd Berendes -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Prentbriefkaart station ZHESM Scheveningen Kurhaus in 1907. Collectie de Pater -
Editie
15-2022