Skip to main content

Eline Vere in beeld

Den Haag profileert zich graag als stad van Vrede en Recht. Vooraanstaande instituten als het Vredespaleis en het Internationale Strafhof bevestigen dat beeld. Maar vraag een gemiddelde Nederlander naar waar hij het eerst aan denkt bij Den Haag dan zal toch snel het deftige karakter van de stad genoemd worden. Dat komt omdat het de hofstad van de Koninklijke Familie is, maar ook door de verhalen van Couperus. Geen stad waar na honderd jaar de sfeer van zijn boeken nog steeds voelbaar is. Het verbaast dan ook niet dat op diverse plaatsen beelden, gedenkborden en plaquettes van hem te zien zijn. Couperus was een groot schrijver met een rijk oeuvre, maar hij werd vooral beroemd door zijn eerste roman, Eline Vere.

Couperus

Louis Couperus was de Benjamin van de familie. Hij was de elfde in het gezin en werd ontzettend verwend. Dat kwam doordat een paar van zijn zussen jong zijn overleden en er daardoor veel aandacht naar hem ging. Zijn vader en grootvader waren succesvol geweest in Nederlands-Indië, waardoor zij in Den Haag op grote voet konden leven. Zij pasten geheel in het milieu van de nieuwe Haagse elite, het nieuwe geld dat voornamelijk in Indië was vergaard.

De oudere broers van Louis hadden in Delft gestudeerd en hadden goede banen. Louis daarentegen was zwak in wiskunde en kon daardoor niet naar de universiteit. Zijn liefde voor literatuur bracht zijn leraar Nederlands ertoe hem te adviseren de lerarenopleiding MO Nederlands te gaan volgen. In zijn vrije tijd schreef Louis gedichten die hij ook publiceerde. Tot zijn verbazing en ergernis werden die allesbehalve positief ontvangen. Ondanks de slechte ontvangst van zijn bundels ging hij door met schrijven. Hij klampte zich vast aan kleine successen, zoals het plaatsen van één gedicht van hem in de Nieuwe Gids.

Dandy of gekweld schrijver

Werken voor geld was er voor Louis niet bij. Druk met schrijven maar ook druk met het bezoeken van opera- en toneelvoorstellingen in de Haagse Schouwburg en het Kurhaus of soirees en salonconcerten. Zijn broers hadden weinig op met zijn activiteiten en mopperden over zijn geldverkwisting op kosten van hun vader. Vooral zijn verfijnde kledingkeuze en voorliefde voor mooie accessoires moeten kapitalen gekost hebben. Louis had dan ook meer weg van een dandy dan van een gekweld schrijver. Geen wonder dat hij in Haagse kringen een gezien en gevierd persoon was. Zijn grote voorliefde voor opera maakte dat hij instemde met een verzoek van Virginie la Chapelle, een bekend componiste in zijn tijd, om samen met haar een kinderopera te schrijven. Deze opera werd opgevoerd door kinderen uit de hogere kringen als een benefietvoorstelling in de Haagse Schouwburg ten bate van onder andere de stichting Arbeid Adelt. Deze liefdadigheidsinstelling bestaat nog steeds en is ook nog steeds actief. De opera was een groot succes maar kort erna overleed Virginie op nog jonge leeftijd. 

Van gedichten naar romans

Deze gebeurtenis greep Couperus erg aan. Zijn vriend Gerrit Jaeger, redacteur bij de Haagse krant Het Vaderland en amateur toneelschrijver, moedigde Couperus aan het dichten te laten en een roman te gaan schrijven. Zij hadden al vaak met elkaar gesproken over de nieuwste Russische literatuur, met name die van Tolstoj. Couperus meende het beter te kunnen en begon met schrijven. Hij wist direct al wie zijn hoofdpersoon moest zijn: Eline Vere (het alter ego van Virginie). Zijn eerste concepten waren volgens Jaeger zo goed dat hij Couperus wist te overtuigen ze te publiceren. Hij wist ze als feuilleton in zijn krant geplaatst te krijgen en het was direct een doorslaand succes. De belevenissen en gebeurtenissen in het leven van Eline Vere waren zeer herkenbaar. De opera’s die Eline bezocht werden ook echt opgevoerd, de plaatsen waar zij kwam waren aanwijsbaar in de stad. Ook de soirees en theebezoeken werden beschreven alsof men er zelf bij aan kon schuiven. In het boek waren dan ook veel autobiografische elementen te herkennen. 

Eline Vere 1

Rode draad van het verhaal is de schone schijn waarin Eline leefde, het benauwende milieu van mooie kleren en goede manieren waar niet aan te ontsnappen leek. Het standbeeld van Eline Vere aan de Groot Hertoginne-laan van de beeldhouwer Theo van der Nahmer geeft dat goed weer. Hij verbeeldt Eline als een charmante dame, gekleed naar de laatste mode en symbool van Haagse chic. De locatie is ook goed gekozen: een statige laan, waar Couperus trouwens een hekel aan had maar dat terzijde, een ruime omgeving zodat ze van alle kanten goed te zien is. Maar ook alleen, erg alleen. Het beeld is in 1955 gemaakt en zou oorspronkelijk op het Nassauplein worden geplaatst. Wegens herinrichting van het plein is van plaatsing daar niets terecht gekomen. Na een korte periode gestald te zijn bij het Gemeente-museum heeft het beeld op de Groot Hertoginnelaan haar definitieve plaats verworven.

Eline Vere 2 

Den Haag besteedt in de openbare ruimte veel aandacht aan de persoon Couperus. Uniek is echter dat de stad twee beelden van een literair figuur tentoonstelt. Het is sowieso al uniek dat er een beeld van een literair figuur op straat staat, laat staan twee. Ze zijn echter heel verschillend. In 2012 werd in de Grote Marktstraat het tweede beeld van Eline Vere onthuld, gemaakt door Thom Puckey. Het beeld van Puckey zegt niets over couture en goede manieren, maar alles over het smartelijke lijden aan het einde van haar leven. Eline was eenzaam en wispelturig, had veel behoefte aan aandacht en bevestiging maar was ook ongelukkig in de liefde. Niet dat de heren geen belangstelling voor haar hadden, maar haar depressies weerhielden haar ervan zich te binden. Tegen het einde van haar leven kreeg ze van haar arts morfine voorgeschreven waarvan zij ‘per ongeluk’ te veel innam, hetgeen haar fataal werd. Haar dood en met name de sterfscène was het gesprek van de dag in Den Haag. Het moment dat zij zich bewust werd te veel ingenomen te hebben en er geen weg meer terug was, is treffend weergegeven door Puckey. Dit weinig vrolijk stemmende beeld stond in de Grote Marktstraat tussen het winkelend publiek. 

Zo treffend en stijlvol als de locatie van het beeld van Van der Nahmer is gekozen, zo misplaatst was het beeld van Puckey hier. Reeds na twee jaar werd het verplaatst naar de stoep voor de Openbare Bibliotheek aan het Spui waar het na een jaar weer verhuisde naar de overkant, de Primark. Ook hier kon het niet lang staan en het beeld verhuisde naar de Lange Poten. Wederom na een jaar verhuisde het en nu naar het Zuiderpark. Blijkbaar wist men zich er geen raad mee. Het Zuiderpark wordt niet voor niets wel eens het park van de verweesde beelden genoemd. Maar gek genoeg is het daar meer op zijn plaats dan in de drukte van het centrum. Hier kan men rustig naar het beeld kijken en zich inbeelden wat Eline moet hebben doorstaan.

Tot slot

Twee beelden van Eline Vere die treffend de twee kanten van de hoofdpersoon van de roman weergeven: charmant en welgemanierd versus geestelijk met zichzelf in de knoop. Een romanfiguur die nu nog steeds heel herkenbaar is. Geen wonder dat het boek na ruim honderd jaar nog steeds herdrukt wordt en op veel leeslijsten van middelbare scholieren staat. Couperus zag zichzelf als echt een Hagenaar. Terecht dat Den Haag veel aandacht aan deze grote schrijver besteedt en hem daarmee als ware Hagenaar eert.


Details

  • Schrijver

    Ton van der Pijl
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Groot Hertoginnelaan, standbeeld van Eline Vere door Theo van der Nahmer, in het plantsoen langs het begin van de laan. Fotoburo Thuring, collectie HGA
  • Editie

    17-2022

Meest gelezen artikelen