Skip to main content

Weerzien met ‘mijn’ kerk


Het was een vast ritueel in mijn jeugd. Elke zondag rond 10.00 uur verzamelen in de gang. Dan te voet - vader, moeder en ik - over de Carel Reinierskade, het Eerensplein, Theresiastraat, De Carpentierstraat, Helenastraat. Via de zijdeur de kerk in. Derde rij in de banken links van het altaar. Middenin. Bruine vilten kussentjes om op te knielen, keurig aan een koperen haakje. Om 10.30 uur begon de Heilige Mis. Rond 11.30 uur was deze afgelopen. Dan weer dezelfde route naar huis.

‘Onze’ kerk was die van Onze Lieve Vrouw van Goede Raad. Rooms katholiek, maar dat had u al geraden. Een modern gebouw dat er op het eerste gezicht niet eens uitzag als een kerk. De reden? Het oorspronkelijke, kathedraalachtige kerkgebouw met een toren van zeventig meter hoogte uit 1896-1897 werd op 3 maart 1945 door Britse bommen verwoest. Het bekende bombardement op het Bezuidenhoutkwartier. De kerkgangers moesten hun heil zoeken in ‘noodkerken’ bij mensen thuis, in de Daendelstraat en op de Bezuidenhoutsweg. Later deden een gymlokaal in de Johannes Camphuysstraat en een garage in de Altingstraat dienst als kerk. Pas in juli 1947 kwam er een ‘officiële’ houten noodkerk bij de huidige Theresiastraat, ter hoogte van de Mariastraat. 

Achter de schermen werd ondertussen gewerkt aan herbouw van de oude kerk, ontworpen door Nicolaas Molenaar, leerling van de grote kerkbouwer Pierre Cuypers. Maar de gemeente wist nog niet wat men met het Bezuidenhout aan wilde. En de pasbenoemde pastoor Van Alphen voelde niets voor herbouw. Dus werd ir. Jan van der Laan uit Leiden gevraagd een plan te maken voor een nieuwe kerk met duizend zitplaatsen rondom het altaar. In juni 1951 was zijn ontwerp klaar. Besloten werd te bouwen op de plek van de verwoeste kerk. De eerste paal ging op 25 januari 1954 de grond in. Op 20 november 1955 werd de nieuwe kerk in gebruikgenomen. De bouw kostte 695.100 gulden.

Ik ben er gedoopt, kreeg er de eerste heilige communie, ontving er mijn vormsel. Op de lagere school kregen we catechismusles van de priesters uit de kerk. Eens per kwartaal gingen we er met de hele schoolklas lopend heen om te biechten. Waarbij we onderweg gezamenlijk zonden verzonnen, want je moest toch iets zeggen in die biechtstoel. “Tien onze vaders en tien wees gegroetjes. In nomine patris, et filli, et spiritus sancti. Amen.” Ik zat zelfs op de voetbalclub die de kerk samen met de Sint Liduinakerk (Schenkkade) runde, OSC: Oosterboys (Liduina) SVT (Sportvereniging Sint Tarcisius) Combinatie. Een verzoek misdienaar te worden wees ik af, ook al vond ik dat gedoe met wierook wel heel interessant.

Sinds oktober 2010 is de kerk in handen van de Parish Church, de internationale rooms-katholieke, Engelstalige parochie. Een kerk die sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland actief is. De uit Wervershoof (Noord-Holland) afkomstige ‘Father’ Sjaak de Boer, zelf missionaris van Mill Hill, kon de Onze Lieve Vrouw van Goede Raadkerk voor één euro kopen, maar dan wel met de verplichting de kerk te behouden en op te knappen. “De Nederlandse parochie werd steeds kleiner en ouder. En het onderhoud van de kerk werd steeds duurder. Wij groeiden juist, vooral door de vele expats. We zaten in de Christus Koningkerk in Mariahoeve maar die ging dicht. Hier zitten we vlak bij het centrum, er is parkeerruimte en er zijn bijgebouwen voor al onze activiteiten. Wij zijn jong, internationaal en actief.”

Inmiddels zijn de muren opnieuw gevoegd, het dak is vernieuwd, het orgel opgeknapt en de tegelvloer in de kerk is bijgewerkt. Alleen de vijftig meter hoge toren staat nog op de ‘to do-lijst’. Niet alleen de toren zelf maar ook de uurwerken zijn aan revisie toe. Een restauratie die tussen 150.000 en 200.000 euro vergt. Daarvan is pas de helft bijeengebracht, goed voor enkele kleinere ingrepen. Voor de rest van het bedrag blijft de kerk gulle gevers zoeken.

Binnen is de kerk nog precies als meer dan vijftig jaar geleden: groot en koud. ‘Onze’ bank is weg en heeft plaatsgemaakt voor een orgeltje - de orgelpijpen hangen nog steeds op dezelfde plek aan de wand achter een altaar - en stoelen voor een koor. Het altaar staat verder naar voren. Maar het opvallende kruis, gemaakt door schilder Lambert Simon hangt er nog. Hetzelfde geldt voor de kroonluchters en de biechtstoelen. Alleen de kruisgang is vervangen, vertelt Sjaak de Boer. Ik mis de lucht van wierook en ook het aantal kaarsen is tot een minimum beperkt.

In de pastorie bruist het, ook al is Sjaak de Boer de enige priester. ”Zes uur per week word ik bijgestaan door een diaken.” Een secretariaat en honderden vrijwilligers zorgen voor vitaliteit in de gebouwen waar ik als kleine jongen alleen kwam als ‘meneer pastoor’ na de mis iets te vieren had en mijn ouders het nodig vonden erheen te gaan. O ja, ik kwam er ook voor de knutselclub die een parochiaan op de bovenverdieping, ingang Helenastraat, draaiende hield. Ik heb er mijn eerste grammofoonplatenkast in elkaar gezet.

“Wij hebben onze eigen manier van katholicisme. Niet zo strak als de Nederlanders. Hier komen beide kanten van de sociale ladder elkaar tegen: ambassadeurs en daklozen. Religie komt van ‘religare’, herverbinden. Er zijn elf niet-Nederlandse parochies in Den Haag waarvan drie - de Spaanse, Franse en die van ons - met veel nationaliteiten. De rest zijn echt nationale kerken. Bij ons is het geven en nemen: ‘mijn manier is niet noodzakelijk de enige’”, aldus Sjaak de Boer.

Buiten, naast de grote toegangsdeur, ontdek ik een bruin verroeste plaquette op de muur. ‘Dankbaar voor opbouw na verwoesting 40-45’. Plus het jaartal 1985. Ik neem aan dat het toen op de muur is aangebracht. Maar toen was ik al lang uit de buurt weg. Buiten is het kaler. De bomen naast de kerk onder de toren zijn weg. Net als de fietsenstalling. De struiken die in de kersttijd het decor vormden voor de levende kerststal – de dieren waren levend, de beelden van hout – zijn ook verdwenen. Ik herinner mij overigens dat ooit zo’n beeld gestolen is. Voor de grap.

Binnen in de kapel verwijst een glas-in-lood raam aan het oorlogsverleden. Het is er opgehangen ter nagedachtenis aan een kind dat amper 2,5 jaar oud is geworden. Ik kan me niet herinneren het werk ooit eerder gezien te hebben. Sjaak de Boer meldt dat er nog een Mariabeeld uit de oude kerk bewaard is gebleven dat het bombardement van 1945 overleefde. Hij wilde dat ooit in een nis van een buitenmuur plaatsen, maar dat mocht niet van de gemeente Den Haag (het gebouw is een gemeentelijk monument). Dus verdween het naar de Paschaliskerk aan de Wassenaarseweg, hoofdzetel van de parochie Maria sterre der zee, ‘rechtsopvolger’ van Onze Lieve Vrouw van Goeden Raad. Als ik mij daar meld, blijkt het om een beeld te gaan dat in de Heilig Hartschool stond, een der scholen van Onze Lieve Vrouw van Goeden Raad, daterend uit de jaren vijftig.

Dus geen memorabel stuk uit de oorlog. Wat rest is de blik van Mater boni consilii, Onze Lieve Vrouw van Goede Raad, over de Bezuidenhoutseweg. Het valt mij eigenlijk nu pas op hoe mooi het door Johan Colette gemaakte mozaïek is, boven de hoofdingang. Maar ja, daar kwam ik ook eigenlijk nooit, want wij gebruikten de zij-ingang. Elke zondag weer. Ik ben er overigens al lang mee gestopt, met die kerkgang. Overdaad schaadt, zullen we maar zeggen.


Details

  • Schrijver

    Carel Goseling
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Het kerkcomplex
  • Editie

    22-2022

Meest gelezen artikelen