Hollywood aan Zee
Hij liet zich, op zijn Amerikaans, LCB noemen. Hij had ook iets Amerikaans over zich volgens degenen die hem destijds ontmoetten. Hij werd als excentriek omschreven, niet onsympathiek, rustig, zakelijk, met charme. En hij had een ideaal: een Nederlandse filmindustrie opzetten waar kwalitatief hoogwaardige films werden gemaakt zodat de Nederlanders verlost werden van minderwaardige rolprenten uit het buitenland.
We spreken over Loet Cohen Barnstijn. Die eigenlijk Lodewijk Cohen heette maar dat te ‘eenvoudig’ vond. Dus plakte hij de achternaam van zijn moeder aan zijn eigen familienaam. In 1880 geboren in Enschede, sinds 1904 inwoner van Den Haag. Actief als textielkoopman. Maar dat was niet zijn ‘roeping’. Loet ging ‘in de film’. In 1912 werd hij mede-eigenaar van een Haagse bioskoop. In 1915 verwierf hij bioskoop Thalia in Rotterdam. Tegelijk ging Loet films verhuren. Amerikaanse, van United Artists en Walt Disney. Hij had de alleenrechten voor Nederland.
In 1918 leidden zijn activiteiten tot de oprichting van de Bond Nederlandse exploitanten van Bioscooptheaters, de latere Bios-coopbond. In 1920 volgde ‘Loet C. Barnstijn standaard films’. In 1925 ‘Loet C. Barnstijn filmproductie’. En nog later ‘Loet C. Barnstijn filmstudio en laboratorium NV’. In 1929 liet hij bij Philips de Loetafoon ontwikkelen; een door ingenieur Frits Prinsen ontwikkeld apparaat voor het vertonen van geluidfilms. Feitelijk bestond het geheel uit een grammofoon-speler die gekoppeld werd aan een filmprojector. In eerste instantie alleen bruikbaar voor korte films, maar het was hoe dan ook een doorbraak.
Loet liet van eigen geld in 1934 de film De Jantjes maken, in datzelfde jaar, doorlopend in 1935, gevolgd door Malle Gevallen. De plannen van LCB gingen echter verder. Hij liet zijn oog vallen op landgoed Oosterbeek, tegen de grens met Wassenaar aan. Daar wilde hij een filmfabriek neerzetten. Het moest de tweede filmstudio van Nederland worden, na Cinetone in Duivendrecht. Cohen verwierf het terrein en betrok Huize Oosterbeek. Dat witte landhuis, daterend uit de zeventiende eeuw, werd zijn kantoor. Er omheen liet hij twee opnamehallen, een geluidstudio, een werkplaats, een filmkluis en een transformatorstation bouwen. Een bestaand tuinhuis werd een portierswoning, de stallen werden omgevormd tot woningen.
‘Filmstad’, zoals Loet zijn complex noemde, werd op 12 oktober 1935 feestelijk geopend in het bijzijn van talrijke bewindslieden. Er zijn opnamen van te vinden als je op YouTube zoekt op ‘Hollywood in Holland Barnstijn’s FILMSTAD Opening 1935’. Loet voorzag dat er binnen enkele jaren zo’n vijftig bioscopen in Nederland zouden zijn, dus dat er genoeg ‘vraag’ was naar Nederlandse films.
De eerste grote productie werd Merijntje Gijsens jeugd (1936) naar het gelijknamige boek van A.M. de Jong, onder regie van de Duitser Kurt Gerron. Belangstellenden konden rondleidingen krijgen op het filmcomplex. Tegen betaling, dat wel. De film werd een succes, maar het bracht Loet niet de benodigde gelden in het laatje om een dure opvolger in productie te nemen. Bovendien pakten zich donkere wolken boven Europa. Investeerders werden voorzichtiger. LCB ging over op het maken van documentaires en verhuurde noodgedwongen de filmfacili-teiten. Oranje Hein wordt er gemaakt, Veertig jaren, over het jubileum van koningin Wilhelmina. Boetje is de laatste film voordat de Duitsers Nederland binnenvallen.
Begin 1940 vlucht Cohen, als geboren Jood, naar de VS. De nazi’s nemen Filmstad in. Ze zien het als ‘belangrijk object’. Het ligt bovendien vlak bij de woon-stede van Arthur Seyss-Inquart, Rijkscommissaris en Hitlers bestuurder van Nederland. Diens verblijf is op het aanpalende landgoed Clingendael. De Duitse bezetter verkoopt het complex aan het Berlijnse filmbedrijf UFA. Het wordt ongenoemd naar UFA Filmstadt Haag. Tussen 1941 en 1944 worden hier zeventien propagandafilms opgenomen waaronder een verheerlijking van Rembrandt. De omgeving is inmiddels voorzien van de nodige bunkers en een tankgracht. Vanuit het Haagse Bos vliegen V1 en V2 richting Engeland. Bij de filmstudio in Oosterbeek is een werkplaats voor die projectielen ingericht. Reden voor de RAF om het complex in april 1944 te bombarderen. De objecten op de grond worden grotendeels verwoest, waaronder Huize Oosterbeek.
Na de bevrijding keert Loet Cohen Barnstijn naar Nederland terug. Hij wil een deel van Filmstad gaan gebruiken voor de distributie van films. De restanten zijn inmiddels in handen van het Nederlands beheersinstituut. Dat instituut beheerde de vermogens van in de oorlog verdwenen personen. LCB eist een schadevergoeding. Hij krijgt enkele tienduizenden guldens. Zijn filmdistributie komt niet van de grond. In juni 1948 krijgt Loet Cohen Barnstijn een Amerikaans paspoort waarbij de naam Cohen wordt vervangen door Cordell. Twee jaar later verhuist hij naar de VS, waar hij in 1953 in New York overlijdt.
In datzelfde jaar, 1953, verwerft de gemeente Den Haag de restanten van de filmfabriek inclusief de grond voor 385.000 gulden. De ruïnes worden afgebroken. De nog resterende woningen krijgen nieuwe bewoners. Haagse kunstenaars krijgen er werkruimten en de scouting trekt erin. In 2002 wordt de historische buitenplaats Oosterbeek een rijksmonument, met name het park en de tuinmanswoning. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed noemt de bescherming van het ‘restant van de filmstudio’s van Loet Barnsteijn uit de jaren dertig van de 20ste eeuw; een stenen gebouw met atelierruimte en woning ten westen van de laan; verdedigingswerken uit WO II, die zich vooral in het noord-oostelijke deel in de noord-westelijke lob van het park zijn gesitueerd tussen een afrastering en een tankgracht’, van ondergeschikt belang.
Inmiddels is er in het parklandschap een verhoging aangebracht waar ooit Huize Oosterbeek stond. Verder herinnert niets meer aan het roemruchte verleden en de komst van een filmfabriek. Wie het niet weet, deert het ook niet. Maar jammer is het wel. ‘Hollywood aan Zee’ heeft wel iets. Toch?
Details
-
Schrijver
Carel Goseling -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Beeld Oosterbeek vanuit Huize Oosterbeek -
Editie
14-2023