Skip to main content

Protest tegen verplaatsing van Haagse Mart


Wie kent de Haagse Markt aan de Herman Costerstraat niet? Gelegen op de scheidslijn van de wijken Transvaal en de Schilderswijk biedt het plein met een afmeting van 2.11 hectare (21.000 m2) genoeg plaats aan de ruim 500 standplaatsen en de vele tienduizenden bezoekers die op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag hun weg vinden naar de kleurrijke kramen met een zeer gevarieerd aanbod aan handelswaar. De Haagse Markt, in de volksmond beter bekend als de Haagse Mart, is daarmee de grootste onoverdekte warenmarkt in Nederland en behoort zelfs tot de grootste markten van Europa.

In de jaren zeventig ging ik als kleine jongen iedere zaterdag met mijn vader naar de Haagse Markt. Vanaf het Hobbemaplein liepen we dan de eerste rij met kramen op. In het voorste gedeelte stonden de planten en bloemen, gevolgd door de rommelmarkt waar een aantal familieleden hun tweedehands spullen met mooie praatjes probeerden te verkopen. Bij iedere kraam waar een oom, tante of een bekende stond, maakte mijn vader een praatje en kreeg ik een aai over mijn bol, iets lekkers of een gulden. Ik was altijd gefascineerd door de oude voorwerpen die uitgestald waren en de technieken die gebruikt werden om een potentiële koper geld uit de zakken te kloppen. De geweldigste verhalen werden dan verteld over de meest waardeloze rommel. De humor was nooit ver weg. Zo herinner ik mij een oom die kunstgebitten te koop aanbood. Passen was mogelijk. 

In het achterste deel van de eerste rij werd verse vis verhandeld. Hier kocht mijn vader haring, makreel of gebakken lekkerbekken die we thuis opaten. In het overige deel van de markt kwamen we meestal alleen als we groenten, fruit of iets anders nodig hadden. Tijdens vakanties ging ik vaak met een aantal vriendjes naar de markt om de kooplieden in de ochtend en middag te helpen met sjouwen. Het was hard werken voor dubbeltjes en kwartjes en soms een stuk fruit, maar wij waren er blij mee.

De Haagse Markt op de Herman Costerstraat werd in 1938 geopend en is een voortzetting van de markt aan de Prinsegracht/ Grote Markt, die begin zeventiende eeuw is ontstaan. De geschiedenis van de Haagse Markt gaat zelfs terug naar de middeleeuwen. Handelaren uit de wijde omgeving kwamen al vanaf het prille begin naar het toenmalige dorp Die Haghe om hun producten te verkopen. In de vijftiende eeuw, toen de winstgevende lakenindustrie ervoor zorgde dat Den Haag bloeide en groeide, nam de markt een steeds belangrijkere positie in. In die tijd vonden de markten plaats op de maandag en vrijdag. Boeren brachten dan hun tarwe, rogge en andere gewassen naar de markt, die pas mocht beginnen als het startsein was gegeven door het luiden van de bel. Een handeling die tot ver in de negentiende eeuw door de marktmeester werd verricht. 

Den Haag kende diverse markten die verspreid over de stad eeuwenlang op dezelfde locaties werden gehouden. Het zijn de benamingen van straten en gebouwen, zoals de Varkens-
markt en de Boterwaag, die ons nog doen herinneren aan lang vervlogen tijden. In de loop der jaren concentreerde de markt zich steeds meer op de Prinsegracht/Grote Markt die begin twintigste eeuw steeds drukker werd. De bevolking was flink gegroeid en daarmee ook het verkeer. In toenemende mate bewogen automobielen en andere vervoersmiddelen kriskras langs de kramen en de vele bezoekers, met als gevolg chaotische- en gevaarlijke situaties. 

Ondertussen hadden burgemeester en wethouders het plan gevat om een doorgangsweg aan te leggen naar het Westland. Voor de gemeente Den Haag waren er dan ook genoeg redenen om de markt te verhuizen naar een andere locatie. In eerste instantie werd er gedacht aan het Spui en het Oranjeplein als nieuw onderkomen, maar uiteindelijk viel de keuze op de Herman Costerstraat. Het plan viel slecht bij de marktkooplieden, met felle demonstraties als gevolg, waarbij handelaren en sympathisanten de straat op gingen en marktwagens beschilderd werden met protestleuzen. Aan het gemeentebestuur werd een petitie aangeboden met ruim 33.000 handtekeningen tegen het plan.

Op donderdag 23 juni 1932 werd onder enorme belangstelling een protestvergadering georganiseerd in het monumentale Amicitia aan het Westeinde. Onder de aanwezigen was wethouder Willem Drees, de latere premier van Nederland. Verschillende sprekers en vertegenwoordigers van belangenorganisaties reageerden onder luid gejoel en geklap in felle, niet mis te verstane bewoordingen op de voorgenomen plannen. Kritiek was er op de locatie en het geld wat het ging kosten. De Haagse Markt aan de Prinsegracht/ Grote Markt lag centraal en was goed bereikbaar voor de arme arbeiders in de omliggende volksbuurten, maar ook voor de welgestelden uit de betere wijken. Een verplaatsing naar de verder gelegen Herman Costerstraat zou de ondergang betekenen van de markt en kooplui en bezoekers ernstig duperen.

Op 12 december 1932 besloten burgemeester en wethouders het plan voorlopig in te trekken. De vreugde was groot bij de marktkooplieden, maar van korte duur. Op 23 juli 1935 besloot de gemeenteraad alsnog tot het verplaatsen van de markt naar de Herman Costerstraat. Door de toenemende verkeersdrukte was handhaving op de Prinsegracht niet meer verantwoord. De verhuizing liet nog drie jaar op zich wachten. Op 16 mei 1938 was de nieuwe markt gereed en werd het terrein feestelijk geopend. De marktkoopmannen en vrouwen begonnen in eerste instantie met veel weerzin en geklaag op de Herman Costerstraat. Maar de tegenwind draaide al snel de andere kant op. Want een jaar later vierde men zelfs met een hele feestweek het eenjarig bestaan van de markt. 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Herman Costerstraat, de Haagse markt. Surinaamse groente- en fruitkraam. Foto: Harry van Reeken, Haags Gemeentearchief
  • Editie

    10-2024

Meest gelezen artikelen