Skip to main content

De PCC-tram in Den Haag

Wellicht kun je je ouders of grootouders nog vragen of ze 75 jaar geleden, in 1949 de toen nieuwste tram door Den Haag hebben zien rijden. Die zag er bijna futuristisch uit, met een gestroomlijnde voor- en achterkant. Het was de zogeheten PCC-tram die in een van de kranten destijds een ‘tram van gemengde nationaliteit’ werd genoemd.

Verenigde Staten

De eerste nationaliteit van deze nieuwe tram is die van de Verenigde Staten. Daar begon al voor de Tweede Wereldoorlog het vervoer met een benzinemotor sterk op te komen en de trambedrijven in de steden wilden zich voorbereiden op deze concurrentieslag. In 1929 kwamen de directeuren van Amerikaanse trambedrijven bij elkaar onder de titel ‘Electric Railway Presidents’ Conference Committee (ERPCC)’. Belangrijk agendapunt tijdens deze conferentie: de toekomst van de tram. Er werd besloten een moderne standaardtram te laten bouwen om de strijd tegen de oprukkende auto en bus aan te kunnen. En de naam van deze tram: PCC car. 

België en Nederland

De tweede geboorteplaats van de PCC-tram lag in België en wel in Brugge. De Belgische firma La Brugeoise kocht namelijk een licentie om de PCC-tram in Europa met Amerikaanse onderdelen te mogen bouwen en verkopen. En ook Nederland droeg bij aan de tram, N.V. Werkspoor in Amsterdam heeft eraan gedokterd om de wagens geschikt te maken voor het HTM-net. 

De eerste indruk van de PCC-tram

Wat zagen en ervoeren de journalisten die op 5 augustus 1949 verslag deden van de eerste rit van een PCC-tram door Den Haag? Allereerst dat de trambestuurder niet zomaar een HTM-medewerker was. De president-directeur Ir. Dr. B.B.C. Felix zat zelf aan het ‘stuur’.

Ik zet stuur tussen aanhalingstekens, want in de krantenverslagen werd ook benadrukt dat de bestuurder deze nieuwe tram vanaf een ‘vorstelijke zitplaats’ met de voeten bediende: “Op de bodem bevinden zich daartoe drie pedalen, n.l. het zogenaamde dodemanspedaal, waardoor alleen bij ingedrukte stand het rijden mogelijk is, het rempedaal en het snelheidspedaal.”

Snelheid en andere innovaties 

De journalisten konden hun lezers nog meer bijzonderheden melden: “Binnen 5 seconden kan een snelheid van 30 km. per uur worden bereikt; de maximumsnelheid, als de tram op dreef is, bedraagt 70 km. Maar dan met bonken in de rails? Neen, er zal soepel worden gereden, zo zegt de Haagse Tram. Bij de wagenconstructie is namelijk behalve van normale vering ook gebruik gemaakt van rubber, o.a. in de wielen.”

“Een nieuwtje is de service die geboden wordt aan de haastige passagiers die met hun arm of tas blijven steken tussen de electrisch sluitende deuren: bij een zodanige belemmering gaat er bij de bestuurder een belsignaal, waardoor deze opnieuw kan openen en sluiten; zou men er helemaal tussen komen te zitten, dan gaan de deuren automatisch weer open.”

“Welk snufje zal er uitgedacht zijn om de bestuurder bij de volgende halte te doen stoppen? Hier openbaart zich toch even dat eenvoud het kenmerk van het ware is, ook bij de PCC car: door de gehele wagen loopt een koord met op het eind een belletje eraan en, zo zei een fijn-be-snaard reiziger gisteren, het klinkt als een kerstklokje door deze technische wonderwagen.”

“Voorts is de wagen voorzien van een speciale ventilatie-inrichting, die in de winter als verwarmingsinstallatie dienst doet.”

“Als vorsten zaten de eerste passagiers op hun zetels, leren stoelen met naast elke zitplaats een ruit. Elk raam kan afzonderlijk worden geopend en bovendien zijn boven de zijramen nog ruitjes aangebracht, zodat ook de staande passagiers naar buiten kunnen kijken.” De Amerikanen noemden deze ramen ‘standee windows’.

Succes

Eind 1949 kwam er een tweede PCC-tram en de ervaringen met de trams 1001 en 1002 van dit type waren zo positief dat de HTM besloot er mee door te gaan. Wel kwamen er de nodige aanpassingen: de instapdeuren achteraan en vooraan bemoeilijkten de doorstroming van de passagiers. Daarom werd in nieuwe trams de achteringang verplaatst naar het midden van de tram. 

De zo geprezen soepele vering gaf zoveel deining dat sommige passagiers er onwel van werden, dus werden nieuwe trams wat stugger afgeveerd. In de zestiger jaren werden de ‘standee windows’ groter gemaakt en nieuwe trams kregen grotere zijruiten. 

In totaal zijn bij de HTM 234 PCC-trams in gebruik geweest die tot 30 juni 1993 zijn ingezet. Op die dag reden de laatste PCC-wagens in de reizigersdienst, al zijn eind 1999 nog een aantal trams ingezet om een materieeltekort op te lossen. Iedere Haagse 40-plusser kan dus nog in een PCC-tram hebben gezeten.

De PCC-tram in het HOVM

Het Haags Openbaar Vervoer Museum (HOVM) heeft uit vrijwel iedere periode een exemplaar van de PCC-tram. Je kunt ze in het museum bewonderen of door Den Haag zien rijden als Partytram of Tourist Tram. 

En natuurlijk besteedt het HOVM ruime aandacht aan 75 jaar PCC-tram in Den Haag. In het museum kun je de thematentoonstelling over 75 jaar PCC bezoeken, waar je nog een Brugse verrassing zult aantreffen! En op 2 juni rijden er de hele dag diverse typen PCC-trams op lijn 11, Station HS-Scheveningen Haven. Alle informatie is de vinden op hovm.nl 


Details

  • Schrijver

    Jacqueline Alders
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Tourist Tram rijdt sinds 2018 door Den Haag. Foto: Chris Westerduin
  • Editie

    11-2024

Meest gelezen artikelen