Kunstmatige golven in Scheveningen
Waar we voorgaande jaren meermaals zijn getrakteerd op hittegolven en lange nazomers, was de zomer van 2024 weer een ouderwetse, wisselvallige zomer. Deze zomers zijn eigenlijk normaal voor Nederland, maar door klimaatverandering zijn we ze al bijna ontwend. Met deze wisselvallige zomers worstelde Scheveningen zo’n 75 jaar geleden en moest daardoor een koerswijziging bedenken.
Voor de Tweede Wereldoorlog en ook kort erna zag toerisme in Nederland er nog heel anders uit. De boulevard van Scheveningen stond vol met luxe hotels, zoals het Palace Hotel waar rijke Nederlanders soms de hele zomer vertoefden. Totdat in de jaren vijftig het toerisme veranderde en Scheveningen in crisis kwam. Vakantie werd vanaf die tijd namelijk ook voor de ‘gewone’ Nederlander bereikbaar, waarbij men ook steeds vaker naar het buitenland reisde. Mensen gingen vaker dagjes weg en voor een boulevard vol dure hotels in eigen land was steeds minder animo. Er moest in Scheveningen dus iets veranderen, want leegstand en verval was het gevolg.
Veel horeca en hotels waren destijds eigendom van de Exploitatiemaatschappij Scheveningen, maar geld voor onderhoud en renovatie was er helaas niet. Begin jaren zestig sprong Reinder Zwolsman hierop in en kocht alle aandelen van de Exploitatiemaatschappij en presenteerde grootse plannen voor Scheveningen. Zwolsman wordt ook wel gezien als een van de eerste projectontwikkelaars in Nederland, maar in Scheveningen kwam tot zijn spijt niets van de grond. De oorzaak lag hoofzakelijk in de relatie tussen Zwolsman en de Gemeente, want de grond in Scheveningen was eigendom van de Gemeente, waar erfpacht op rustte. Destijds stond er nog in de reglementen dat wanneer de erfpacht afliep, de grond met opstallen eigendom zou worden van de Gemeente. Zwolsman wilde uiteraard niet onder die voorwaarde investeren in de opstallen. Door verschillende conflicten liep dit uiteindelijk stuk, waarop Bredero in 1973 de ontwikkeling overnam.
Inmiddels stond zelfs het Kurhaus op nominatie voor sloop, wat gelukkig afgewenteld is en omgezet in restauratie. Ondertussen hadden ondernemers wel volop ingezet op het veranderende toerisme. Eetkramen, gokgelegenheden en ander vertier waren ontstaan en voldeden meer aan de behoefte van dagjesmensen en klanten met een wat minder grote beurs. Als badplaats trok Scheveningen in de zomer wel toeristen, maar in de winter was er maar weinig te beleven. Hier moest verandering in komen en er werd nagedacht over hoe men ook bij slecht weer toeristen kon trekken. Het werd tijd dat Scheveningen opgepoetst werd tot een elite-badplaats, de parel aan de Noordzee. Vanuit Scheveningen-dorp was er wel weerstand tegen deze plannen, omdat alles in het teken stond van de kuststrook en er verder geen oog was voor de eigen inwoners. Veel effect heeft deze weerstand niet gehad.
Een van de attracties in de plannen was de bouw van een golf-slagbad, destijds een zeer modern idee en het eerste bad in zijn soort in Nederland. Doordat het golfslagbad verwarmd zou worden met gezuiverd zeewater en een dak zou krijgen dat bij mooi weer open kon, was dit een van de attracties die niet alleen in de zomer, maar ook in de winter bezoekers kon trekken. Naast het golfslagbad kreeg het complex ook rust-/wellness-/sportruimtes en een buitenbad. De bouw van dit complex zou ongeveer drie miljoen gulden gaan kosten. Het golfslagbad kwam er en werd op 6 juli 1979 geopend door de staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, Gerard Wallis de Vries. Hij zou met een bootje een vlaggenlijn stukvaren die over het zwembad gespannen was. Echter sloeg het bootje tijdens de openingsactie om en werd de staatssecretaris met een nat pak het zwembad uitgeholpen. De media twijfelde aan de spontaniteit van deze actie, maar het zorgde wel voor veel publicatie en was daarmee een groot succes.
Golfslagbaden waren er in die tijd al wel, maar niet in de omvang van het bad dat in Scheveningen was gebouwd. Elk half uur zorgde een moderne machine voor kunstmatige golven, maar ook de gele glijbaan was populair.
Tevens waren er in het zwembad zonnebanken, zodat je ook bij slecht weer bruin kon worden. De eerste jaren was het golfslagbad enorm populair en droeg bij aan een grote stijging van de bezoekersaantallen aan Scheveningen. Deze groeide van drie miljoen bezoekers in 1978 naar acht miljoen in 1984. Helaas bleek de populariteit vooral samen te hangen met de nieuwigheid van het idee en namen de bezoekersaantallen in de jaren daarna weer gestaag af.
Net als bij ieder goed idee, werd ook dit idee afgekeken en in een verbeterde versie opgebouwd. Op deze manier zijn dan ook het Tikibad in Wassenaar en Tropicana in Rotterdam begonnen. Het ontstaan van deze, veel mooiere en modernere baden heeft veel bezoekers weggetrokken uit Scheveningen. Begin jaren negentig leed het golfslagbad inmiddels een verlies van 2,75 miljoen gulden per jaar, waarvan de helft van het verlies ten laste kwam van de Gemeente Den Haag. Omdat er geen perspectief meer was op groei, besloten zij de stekker eruit te trekken. Vandaag de dag zit Sea Life in het gebouw waar ooit het golfslagbad gehuisvest was. Mocht je echt op zoek zijn naar herinneringen aan dat bad; het schijnt dat de originele tegeltjes nog in de kelder van Sea Life terug zijn te vinden.
Voor dit artikel heb ik gebruikgemaakt van de volgende bronnen:
denhaag.raadsinformatie.nl
omroepwest.nl/nieuws/4784888/herinneringen-aan-golfslagbad-scheveningen-sneeuwballen-gooien-vanuit-buitenbad
Details
-
Schrijver
Meine Ludema -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Golfslagbad, ca. 1980. Foto: Stokvis, Haags Gemeentearchief -
Editie
23-2024