O, o, De Haaggg...
Toen de klassieke Citroën, met de kist waarin René Bom lag, bij de Riviervismarkt uit het zicht verdween, stak ik de Jan Hendrikstraat over en liep de garage in. Ik stapte in mijn auto, daalde vijf etages en sloeg rechtsaf de Jan Hendrikstraat in. Het regent niet al te hard als ik de Torenstraat bereik. Dierenwinkel De Adelaar, waar ik ooit onze tweede en later derde en vierde kat haalde, bestaat niet meer. Het hoofdpostkantoor er schuin tegenover is ook verleden tijd. Zo’n beetje op de hoek van de Torenstraat en de Geest zat lang geleden de muziekinstrumentenwinkel Rock Palace van Cesar Zuiderwijk en Rinus Gerritsen. De Torengarage is er nog wel: ’het eerste gestapelde garagegebouw’ van ons land.
Feestelijke verlichting boven het water van de Noordwal. Het gebouw waar ooit de Openbare Bibliotheek in de Bilderdijkstraat zat, bestaat nog steeds. Via de Elandstraat, met EJA, waar mijn schoonzus er 41 jaar geleden uiteindelijk in slaagde de jongste broer van Marian binnen te slepen, bereik ik de Waldeck Pyrmontkade. Ik steek de Emmakade over en passeer de Obrechtstraat.
De Groot Hertoginnelaan, waar we op uitkeken toen we met het gezin waren verhuisd naar ‘de Beeklaanse paal’; de torenflat aan het einde van de Beeklaan. De President Kennedylaan. Linksaf de Willem de Zwijgerlaan op. Ik vind een parkeerplaatsje en loop de Frederik Hendriklaan in, een van de straten die ik wel mis. Al sinds mijn verhuizing naar het Gooi in 1992, toen ik erin slaagde ‘bij de radio’ te gaan.
Nu wil ik er een diner opscharrelen. Hoewel de straat feeste-lijk is verlicht, is er zelfs op 2 december geen sprake van een ‘koopavond’, waar ik eigenlijk zonder meer vanuit ging. In mijn tijd als verkoper bij V&D op de Leyweg draaide ik daar volop in mee. Op 2 december 2024 blijkt de ene winkel na de andere dicht. Ik kan nog even naar binnen bij boekhandel Paagman. Ze hebben inmiddels al jaren een café, maar een bord vermeldt dat ze nu gesloten zijn. Daar hoef ik dus ook niet op een avondmaaltijd te rekenen. Weer naar buiten, in wat ze in het Engels zo mooi ‘drizzle’ noemen.
Een paar winkels ‘van vroeger’: Nolten schoenen, Engering, Oele Mode. De Bloemenkiosk Fred, Paagman natuurlijk. Die andere boek- en tijdschriftenwinkel een stukje verderop… weg. IJssalon San Marco. BCC, Disco Bolland, waar ik mijn eerste lp’s kocht met materiaal over de zee-zenders.
Domestica. Ik ga naar binnen bij pizzeria La Piazetta op de hoek van de Antonie Duyk--straat. “For one?”, vraagt een vriendelijk lachend meisje. Ik krijg een klein tafeltje toegewezen. De pizza smaakt prima, net als het glas Merlot. Ze moeten alleen wel andere messen op tafel leggen, want nu krijg je de pizza nauwelijks gesneden.
Ik ga naar buiten en besluit weer tot een rondje Bekend Terrein. Ik kan de verleiding in Den Haag zelden weerstaan. Via de Valeriusstraat naar de Beeklaan met de torenflat waar mijn vader overleed. Dertien verdiepingen met op elke verdieping drie woningen. De enige galerij-lamp die niet brandt, hangt boven de deur van de woning waar mijn vader zijn gezin in onderbracht, toen hij wist dat de kanker waaraan hij leed, hem fataal zou worden.
Ik rijd de Beeklaan af, richting Laan van Meerdervoort. Rijen geparkeerde auto’s. De Copernicusstraat, waar Marian is opgegroeid en waar ik als aanstaande schoonzoon mijn intrede deed. Zeer onsuccesvol, wat haar ouders betreft. Er brandt geen licht in haar vroegere huis. Schuin ertegenover zat destijds boekhandel Ran. Aan weerszijden van de straat auto’s, auto’s, auto’s. Toen Marian een keer het huis voor ons alleen had, heb ik er overnacht en we lagen nog maar kort in bed toen we dachten iets te horen en we ons in paniek weer aankleedden. Als haar ouders inderdaad onverwacht waren thuisgekomen en mij daar bij Marian in bed hadden aangetroffen, was ik vermoedelijk als kranten-berichtje geëindigd. Vals alarm, gelukkig.
De Fahrenheitstraat. Linksaf de Valkenboskade op. Rechtsaf de Mient. Rechts zat ooit een grammofoonplatenwinkeltje. Even verderop zit, in de bocht, nu een tandartsenpraktijk waar onze huisarts en tandarts Sentius zaten. Hoe de huisarts heette weet ik niet meer. Nieuwbouw op de Mient. Van ‘de pianomuur’ is niets meer over. Die stenen muur was inspiratie voor een van mijn andere verhalen over het Den Haag van toen.
De Geurt Volkers MAVO. Daar moest ik heen toen ik op de Hugo de Groot twee keer was blijven zitten. Maar Veronica’s Norderney spoelde aan op het Scheveningse strand, de strijd om het behoud van de zender brandde in alle hevigheid los en ik had geen tijd voor school.
Ik draai de Perenstraat in: de straat waar ik de eerste negentien jaar van mijn leven woonde. Ik heb er nog altijd een zwak voor, want ik heb een schitterende jeugd gehad en de Vruchtenbuurt was fantastisch om in op te groeien. Wij woonden op nummer 190, vlakbij de Appelstraat. Ook daar brandt geen licht, het lijkt wel een complot!
Appelstraat, Thorbeckelaan, Leyweg, Escamplaan, Soestdijksekade, Moerweg. Het Erasmusplein, de Middachtenweg en dan de Prinses Beatrixlaan, waar
Marian en ik nog twee jaar hebben gewoond. Daar, in Rijswijk, kon ik de sprong naar radio maken en verkasten we naar het Gooi. We lieten Den Haag achter ons, en zelfs de hele provincie.
Details
-
Schrijver
René van den Abeelen -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Verlichte Fred -
Editie
25-2024