Skip to main content

Vlaggetjesdag in Scheveningen

Na het overlijden van Wim de Bie werden vele fragmenten van het legendarische Haagse duo weer veelvuldig vertoond in de media. Hoe herkenbaar hun parodieën op de daagse werkelijkheid waren, bleek voor mij toen ik het fragment van Wo ist der Bahnhof bekeek. Ik had het zelf meegemaakt, in een iets andere vorm. 

Mijn ouders zijn allebei in Den Haag geboren en zelfs als kinderen gingen ze met de paardentram naar Scheveningen, want Scheveningen was voor hen een geliefd stukje Den Haag. Maar het Scheveningen waar zij van hielden was het Scheveningen met de havens, de schepen, de zon boven de wijde zee en de duinen, en in veel mindere mate het strand. Mijn moeder vond het strand ‘vies’. Niet alleen omdat er altijd rommel op het strand lag, zoals papier of schillen die achteloze mensen hadden laten vallen of omdat er nat en kleverig zeewier in en onder het zand zat, maar vooral omdat er mensen op het strand in de zon lagen die bijna helemaal bloot waren. Volgens de denkbeelden van moeder (conform de denkbeelden in die tijd) was het onbeschaamd en onbehoorlijk om je zo aan de hele wereld tentoon te stellen en ze liet haar mening daarover ook luid en duidelijk aan iedereen weten.

Op een dag in mei 1947 vroeg moeder aan vader of hij met haar mee wilde gaan naar Scheveningen om naar vlaggetjesdag te kijken. Vader wilde wel, want ook hij hield van Scheveningen en drie van de zeven kinderen gingen met hen mee. De overige kinderen bleven achter onder de hoede van mijn oudste zus. Vanuit ons huis aan de Stastokstraat liepen we naar het Ledeganckplein, waar moeder kaartjes kocht voor bus 18 en het duurde niet lang voordat we moesten overstappen in het Centrum op de tram naar Scheveningen. Het was heel druk in de tram en moeder zei dat er heel wat mensen naar Scheveningen gingen omdat het vlaggetjesdag was en dan vaart de haringvloot voor het eerst dat jaar uit om de nieuwe haring te vangen. Ik vond nieuwe haring heerlijk, maar moeder kocht ze niet te vaak, want het was te duur om ze voor het hele gezin te kopen. Soms kocht vader er een paar en dan, misschien, als je geluk had, kreeg je een halve haring. Heerlijk.

Toen de tram stopte, stapten we uit, liepen door de Keizerstraat, heuvel op langs de oude kerk. Je kon de meeuwen horen schreeuwen, maar je zag de zee pas als je bovenaan was gekomen. De zee was wijd en mooi en onrustig en er waren altijd mensen die langs de strandweg liepen om ‘een luchtje te scheppen.’ We liepen verder naar de Eerste Binnenhaven, waar de vissersboten lagen te wachten totdat zij de haven uit konden varen. Zij waren natuurlijk allemaal versierd met vlaggetjes, daarom heette deze dag ook vlaggetjesdag en aan alle kanten van de haven stonden honderden mensen te wachten en te kijken. “Nog drie kwartier”, zei een van de toeschouwers en de mensen om hem heen knikten want zij hadden er geen idee van en het kon hen ook niet veel schelen. Het was een prachtig mooie dag, het zonnetje scheen, iedereen had het duidelijk naar zijn zin en er was zelfs een muziekband om de mensen op te vrolijken en straks een stukje muziek als afscheid aan de vissers te laten horen. Ik zat met mijn broers op een muurtje dicht bij het water en moeder hield ons goed in de gaten, want als je over de muur zou vallen kon je beslist verdrinken.

Een uur later zei een luide stem door een microfoon: “Tien minuten voor vertrek, tien minuten voor vertrek.” En iedereen probeerde nog dichter bij de muren van de haven te komen. En toen hoorden we een heel luid getoeter op de microfoon en de boten zetten zich in beweging. Elke keer dat een van de boten door de uitgang de binnenhaven uitvoer, juichten de mensen en binnen een kwartier was er een hele optocht van boten die achter elkaar de haven uit voeren, allemaal mooi opgetuigd met vlaggen en op het dek stonden vissers en dekknechten die naar de mensen zwaaiden als zij langs ze heen voeren. De man met de microfoon riep het nummer van de boot en zijn schipper zoals: “Daar gaat de SCH 124 met schipper Jantjes” en alle mensen juichten de boot met bemanning nog eens toe.

Tenslotte waren ze allemaal de haven uit en begonnen de mensen weg te lopen. Maar vader had trek in ‘een harinkje’ en er waren genoeg kraampjes waar die te koop waren. Er waren zoveel mensen die een haring wilden proeven dat we allemaal moesten wachten totdat vader aan de beurt was. Ik zag hoe de visvrouwen snel en handig die haringen schoonmaakten. Zij hadden een klein, krom mesje dat wel heel scherp moest zijn, want ze sneden er de koppen van de haringen zonder moeite mee af. En daarna ging dat mesje flitsend op en neer en de huid en de ingewanden werden van de vis afgesneden zodat er uiteindelijk alleen maar twee stroken visvlees over waren. Die legden de visvrouwen op een groot bord neer en een van hen bediende de klanten. “Hoeveel moet u er hebben, mijnheer?” vroeg ze aan vader. En vader antwoordde: “Vijf, alsjeblieft” en met een schok besefte ik dat ik een haring helemaal voor mezelf zou krijgen. “Uitjes erbij?” vroeg de visvrouw en natuurlijk hoorde dat er ook bij. Ik kreeg mijn haring, er zaten stukjes ui aan vast en moeder zei dat ik er mijn hand onder moest houden. Dat deed ik en ik at langzaam de haring op en bedankte mijn vader, want het was heerlijk.

Met z’n vijven liepen we in de richting van de tramhalte. Ik liep naast vader, achter moeder en mijn twee grote broers aan. Terwijl we liepen kwam er een man naar vader toe en zei: “Entschuldigung, können Sie mir sagen wo das Kurhaus ist, bitte?“ Ik verstond het woord Kurhaus en ik wist ook waar het was, maar voordat ik wat kon zeggen wees vader de verkeerde richting aan en zei tegen de man: “Immer gerade aus.” “Danke schön”, zei de man en hij liep in de richting die vader hem aangewezen had. Ik was stomverbaasd en zei tegen vader dat het de verkeerde kant uit was. Vader grijnsde en zei: “Dat weet ik ook wel, maar hij is een Duitser.” Veel later begreep ik dat mijn vader zich, evenals vele anderen, in de oorlog persoonlijk vernederd had gevoeld door de Duitsers die hen vijf jaar lang de vrijheid hadden ontnomen. 


Details

  • Schrijver

    Jos Gelauf
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Vlaggetjesdag in de jaren negentig. Foto: Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Haags Gemeentearchief
  • Editie

    11-2025

Meest gelezen artikelen