Skip to main content

Gezelligheid in de maand december

ls er één maand in het jaar is die uitermate geschikt is om gezellig bij elkaar te komen, is het wel de maand december. Ik ga een poging wagen om duidelijk te maken waarom dit juist in de laatste maand van het jaar het geval is. Maar laat ik beginnen met u iets te vertellen over de woorden ‘gezelligheid’ en ‘december’. Wist u dat er in geen enkele andere taal een woord voor het begrip gezelligheid bestaat? 

Het Engelse cozy, het Duitse gemütlichkeit en het Franse convivialité betekenen nét iets anders. In ons woord gezelligheid zitten begrippen als behaaglijk, gemoedelijk, huiselijk en knusjes verborgen. Ik las in een Engelse tekst: “Gezellig is a word that encompasses the heart of Dutch culture and it can not be translated.” Zo leer je nog eens wat. Het woord is niet alleen niet te vertalen maar het omvat ook nog eens de kern van onze cultuur. Kortom, Nederland is een gezellig land. Het Latijnse woord decem betekent tien en we hebben het hier over de twaalfde maand van het jaar? De verklaring hiervan is dat in de Romeinse kalender die tot 153 jaar voor Christus gebruikt werd, het jaar op 1 maart begon en toen was december dan ook de tiende maand.

Vrijwel alle feestdagen die wij in ons land kennen zijn gerelateerd aan een religie, welke dan ook. Het vieren van het kerstfeest en van de jaarwisseling vindt zijn oorsprong in de Germaanse levensbeschouwing. Van 25 december tot 6 januari, wanneer de winterzonnewende plaatsvindt, werd het Joelfeest gevierd. De dagen werden korter en de nachten vanzelfsprekend langer. De betreffende twaalf nachten werden moedersnachten genoemd, onder andere ter ere van de godin Freya. De zwakkeren moesten extra beschermd worden, net als de jongste kinderen, maar ook de zaden die evenals die jonge kinderen het komende jaar gingen ontluiken. De overstap naar de geboorte van het kerstkind was dus niet eens zo groot. In het midden van de winter begint immers het nieuwe leven. Nu wordt er zowel teruggekeken als vooruitgekeken. Herinneringen worden opgehaald en toekomstplannen worden bedacht. Allerlei gebruiken die we nu nog kennen, vinden hun oorsprong in die tijd. De kerstboomverbrandingen symboliseren het vernietigen van het oude jaar, door middel van lawaai probeerde men de kwade geesten af te schrikken. Er werd geofferd aan de goden en het voedsel dat overbleef werd opgegeten. Er werden geschenken uitgewisseld om de vriendschapsbanden aan te halen. Eigenlijk doen we dit nog steeds rond de jaarwisseling. 

Juist die lange avonden, de verwarming lekker hoog en de kamer verlicht door lamplicht of een kaars, geven aanleiding tot gezelligheid. Nu ik dit zo opschrijf moet ik denken aan de winteravonden die ik als kind meegemaakt heb. Ik bedoel dan die avonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Terugdenkend aan die tijd herinner ik me vooral dat knusse, intieme. Buiten was het kwaad en binnen was je veilig. Mijn vader was vaker thuis dan gebruikelijk en er werden spelletjes gedaan. Mijn vader zorgde ervoor dat er voldoende te eten was en af en toe iets lekkers lukte hem ook nog wel. Hoewel ik ook minder prettige herinneringen met betrekking tot die oorlogsjaren heb, denk maar aan het bombardement op het Bezuidenhout, overheersen gelukkig die andere momenten. 

En dan de laatste maand van dit jaar. Zonder enige twijfel een wonderlijk jaar. Hoewel je 2021 zeker niet met de oorlogsjaren kunt vergelijken, zijn er wel degelijk overeenkomsten. Ook nu hebben we te maken met een gemeenschappelijke vijand, een vijand die moeilijk te verslaan is. Hoewel er veel kritiek is op de manier waarop de overheid met dit probleem omgaat, geef ik het u te doen om de juiste maatregelen te treffen. Ik denk overigens dat het voor jongeren veel moeilijker is om hiermee om te gaan dan voor ouderen. Er is voor mij en mijn vrouw eigenlijk niet zoveel veranderd. Natuurlijk houden we ons aan de bekende regels. Die zijn zinvol en werken tot op zekere hoogte. Hoewel ik van een generatie ben die in het algemeen weinig opheeft met een van de meest ingrijpende uitvindingen van deze tijd, te weten de smartphone, heb ik er toch maar een aangeschaft om mijn kinderen en kleinkinderen zo af en toe te kunnen zien, en bovendien kun je er nog prachtige foto’s mee maken ook. 

Een tijd als deze vraagt om creatieve maatregelen en dat heeft wel iets. Wat kunnen we nog wél doen en hoe gaan we dat doen? Onder andere door in kleine kring die gezelligheid te koesteren. Door ons positief te blijven opstellen en zeker niet door overal maar kritiek op te hebben en dit vervolgens op alle mogelijke manieren kenbaar te maken. De bevolking van ons land werd wel eens omschreven als een volk van kooplieden en dominees. Ik heb een beetje het gevoel dat in deze laatste tekst die dominee om de hoek komt kijken, maar waarom ook niet? Kortom, maak er iets van. Er is op z’n minst één troost. Deze krant, De Haagse Tijden, gaat alweer op weg naar de vierde jaargang. Ik hoor van mensen om mij heen dat de verhalen die erin staan zeer gewaardeerd worden. Ze geven een goed beeld van Den Haag in vervlogen jaren en zeker Hagenaars en niet te vergeten oud-Hagenaars hebben hier belangstelling voor. 

En zo is mijn verhaal weer rond. In het begin schreef ik immers dat juist in de maand december teruggekeken werd naar het verleden en dat er plannen gemaakt werden voor de toekomst. Ik wens u allen en ook de mensen die deze krant samenstellen een prettig Joelfeest toe.


Details

  • Schrijver

    Carl Doeke Eisma
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Dagelijkse Groenmarkt in kerstsfeer. Foto: Harry van Reeken
  • Editie

    25-2021

Meest gelezen artikelen