De Fred, een ware beleving
De kwalificatie ‘beleving’ staat voor The Mall of the Netherlands, maar de liefhebbers van de Fred (want zo wordt de Frederik Hendriklaan door klanten en winkeliers liefkozend genoemd) gebruiken dit woord al veel langer. Het valt ook niet te ontkennen dat de Fred een uniek karakter heeft en in veel opzichten boven alle andere winkelstraten in Den Haag en directe omgeving uitspringt. Robert ’t Hart-Van Rongen, secretaris van de winkeliersvereniging, weet als geen ander zijn enthousiasme nauwelijks te verbergen. “Het is in de eerste plaats een statige laan (niet zo vreemd, midden in het Statenkwartier), de Fred heeft een zekere klasse, zeker na de algehele herinrichting waardoor een vrije loop mogelijk is gemaakt. Het is een winkelstraat voor buurtgenoten die de laatste jaren veel meer expats kent. Maar iedereen uit heel Den Haag voelt zich welkom.
De grote ketens kennen we allemaal wel, maar hier overheerst de kleinschaligheid, de speciale winkels waar je graag weer terugkomt. En er zijn zaken die hier al tientallen jaren zitten. Ik noem er een paar - zonder anderen tekort te willen doen: Kalkman, Paagman, Plasman, Slot Menswear, Oele heren-mode, Nolten de schoenenzaak, Simon de Vogel, van Mourik, Veldkampwasserette, Alpina Bloemen aan het Frederik Hendrikplein.”
En laten we vooral het Haagsch Snoephuis van Robert ’t Hart en zijn levenspartner Martin niet vergeten. Het duo begon een snoepspeciaalzaak, naast Jamin de enige in Den Haag. Het Haagsch (“wel met sch hè”, benadrukt Robert nog) Snoephuis kan zich op twee zeer speciale klanten verheugen: een paar keer per jaar verschijnt prinses Beatrix in de deuropening. Al vanaf het moment dat zij snoep kwam kopen voor haar kleinkinderen. En steevast elk jaar bezoekt (de echte) Sinterklaas deze winkel tijdens de intocht op de Fred.
Veel winkeliers hebben een lange historie gelinkt aan deze unieke winkelstraat. Oele (herenmode pantalons en overhemden) kwam er in 1990, maar was afkomstig van een winkel in de Hobbemastraat. “Waar op een bepaald moment toch te veel de verpaupering toesloeg”. Paul Beerman
- zijn vader had destijds de firma Oele in de Schilderswijk overgenomen, maar de naam Oele werd vanwege de naamsbekendheid gehandhaafd - werkte bij Meddens, maar verhuisde mee naar de Fred en maakte de ontwikkeling mee (breder looppad, meer ruimte voor flaneren). “Misschien hebben we momenteel iets te veel delicatesse- en foodwinkels”, merkt hij kritisch op. Maar positivisme overheerst, ook al vindt hij het jammer dat driekwart van de straat in handen is van grote investeerders en de huren exponentieel gestegen zijn: “Op de Fred word je gewoon goed geholpen, het is hier sfeervol en je kunt hier echt Haags winkelen. Het heeft stijl, maar is voor elke Hagenaar toegankelijk”.
Gezichts- en geschiedenis-bepalend is natuurlijk de firma Paagman op de hoek van de Willem de Zwijgerlaan, wellicht de bekendste boekhandel van Nederland. Fabian Paagman (derde generatie) onderstreept dat het bedrijf in 1951 is gestart, dus vorig jaar al het zeventigjarig jubileum vierde. Paagman krijgt ook wel eens leden van het Koninklijk Huis op bezoek, maar Fabian noemt liever geen namen vanwege de privacy. De presentatie van het boek van Geert Wilders in 2004 (Kies voor vrijheid) had wel wat voeten in de aarde: “Het was een emotionele tijd net na de moord op Theo van Gogh. Boekpresentaties van onder meer Kees van Kooten en internationale bestseller Isabelle Allende verliepen wat rustiger.” Volgens Fabian is het vooral de gunstige ligging die winkelen op de Fred zo leuk maakt: “Het is een gegoede wijk met een krachtige winkelstraat die uitstraling en impact heeft. Naar mijn mening de mooiste van de 60 tot 65 winkelstraten die Den Haag kent. En vergeet niet dat de straat precies tussen het Haags centrum en Scheveningen in ligt, dus het trekt de belangstelling van twee kanten.”
Memorabel vindt deze Paagman de huldiging van Bart Veldkamp op de Fred in 1992, na het behalen van goud op de Olympische Winterpelen in Albertville. Hierover verscheen al eerder een artikel van mijn hand.
Roy van der Hoorn nam Slot Menswear over in 2007, maar de zaak bestaat sinds 1947. Hij werkt er al 39 jaar, dus maakte veel van de ontwikkeling van de Fred mee. “We trekken een breed georiënteerd publiek, de in 2019 ontwikkelde looproute heeft veel verbeterd qua toegankelijkheid en heeft zowel kopen als flaneren beter mogelijk gemaakt. We zitten eigenlijk midden in de stad, maar we zijn ook een beetje een dorp. Het ‘dorpsgevoel’ gaat samen met onze stijlvolle kleding. Onder invloed van corona is overigens het koopgedrag meer in de richting van casual en stretch gegaan; mensen werken immers meer thuis.”
Bekende Hagenaars? Roy doet er niet geheimzinnig over: “Ach, de voorlaatste burgemeester van Den Haag (Van Aartsen) woonde hier zo ongeveer om de hoek. Ook Donner kwam hier veel. En naast talloze acteurs en advocaten behoorde ook de familie Jol tot de vaste klanten, net zoals voormalig minister van Financiën Gerrit Zalm. Maar de talloze expats en studenten zien we hier natuurlijk even graag”, aldus Roy.
De bekende schoenenzaak Nolten is al sinds 16 oktober 1973 gevestigd op de Fred. Eric Nolten (de huidige eigenaar) vertelt hierover: “Mijn vader begon de zaak op 16 oktober 1973. Het was toen het allerkleinste schoenenwinkeltje van Den Haag, nog geen vijftien vierkante meter! Later werd de winkelruimte van de buren erbij betrokken en nog later openden we ook een winkelruimte aan de overkant. We zaten en zitten bij het Frederik Hendrikplein; waanzinnig sjiek voorheen en nu een gezellig park en een heel druk speelplein.” Eric Nolten onderstreept nog het oorspronkelijk Indische karakter van het Statenkwartier. “Er woonden in deze buurt veel redelijk deftige, uit Indonesië afkomstige Nederlanders. Mijn vader was niet voor niets specialist voor de ‘kleine voetjes’. Overigens kan ik mij ook nog heel goed de klanten herinneren die hier in Scheveningse klederdracht verschenen; dat zie je al lang niet meer. Overheersend blijft het dorpse karakter van de Fred. Het is hier gemoedelijk, de bewoners kennen elkaar vrijwel allemaal. Maar het mooiste vind ik nog altijd de al tientallen jaren bestaande markt op Koningsdag. En niet te vergeten de Koningskermis op het plein.”
Kasper van Mourik kwam in 1990 bij zijn vader in de beroemde drogisterij Van Mourik, die tot 1981 eigendom was van de bekende Haagse keten De Salamander. ‘Als van Mourik het niet heeft, is het nergens te krijgen’, is een gevleugelde uitdrukking die menig klant van deze traditionele drogisterij graag bezigt om deze zeer speciale zaak te karakteriseren. Nee, het is geen drogisterij zoals het Kruidvat, het is echt alleen een drogisterij. Vader en zoon lopen er ook nog altijd in een smetteloos witte jas rond. Ouderwets? Jazeker, maar het typeert de principes van deze drogisten-familie. “De witte jas werd vroeger gedragen door drogisten, omdat ze eigenlijk een verlengstuk van de huisarts waren en die witte jas symboliseerde de integriteit.”
Qua oppervlakte is van Mourik geen superzaak. En… de ruimte werd jarenlang en wordt nog steeds maximaal benut: het is er overvol met echte drogisterij-spullen. Zoals Reckit Blue en Odol. Lippenstift zul je er niet vinden, net zomin als oogschaduw. “Vele jaren geleden hadden we hier ook nog een petroleum-pomp, want toen kochten de mensen nog petroleum voor het kacheltje in de keuken. En we maakten ook zelf waterstof.” Ook Kasper roemt de Fred als ‘groot dorp in de stad’. “Iedereen kent elkaar hier.” Overigens is Van Mourik niet uitsluitend te typeren als traditionele of ouderwetse drogist. Er wordt namelijk ook veel online verkocht. De herinneringen van Van Mourik? Kasper aarzelt geen moment: “In de begintijd van het North Sea Jazz Festival gingen de musici zich vaak warm spelen op de Fred. Dat was een prachtige tijd.” En beroemde klanten? Die heeft Van Mourik zeker: “Tineke Dragt (de schrijfster), Wieteke van Dort, wijlen Jan Rot, Docters van Leeuwen en Kim Holland”. Ach, ze zullen er stuk voor stuk geen moeite mee hebben om als klant van deze zeer bijzondere zaak genoemd te worden.
Er zijn natuurlijk meer ondernemers die voor de Fred gezichts- en sfeerbepalend zijn geweest en nog steeds zijn. Zoals Simon de Vogel, Plasman, Kalkman, Veldkamp, Alpina Bloemen en Choc. Ik had ze graag allemaal willen interviewen. Wie weet komt er een vervolg…
De Frederik Hendriklaan is vernoemd naar Frederik Hendrik van Oranje (1584-1647) zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny. De prins van Oranje was onder meer stadhouder, kapitein-generaal en admiraal-generaal van de Republiek der Zeven Verenigden Nederlanden. Hij kreeg de bijnaam ‘stedenbedwinger’ dankzij de vele onder zijn leiding behaalde overwinningen in de tachtigjarige oorlog. Van 1890-1915 wordt het stedelijk gebied uitgebreid richting Scheveningen. Ook is deze wijk een verwijzing naar het dagelijks bestuur in de zeventiende en achttiende eeuw. De meeste straten in het Statenkwartier zijn vernoemd naar politici uit de Gouden Eeuw. (Bron: Wikipedia)
Details
-
Schrijver
Ton van Rijswijk -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Franse week in het Statenkwartier. Op de voorgrond een geïmproviseerd terrasje, waar men kaas kan eten en wijn drinken. Foto Stokvis, collectie HGA -
Editie
21-2022