Skip to main content

Mysterie van de Haagse klopgeest

In 1951 was de Paets van Troostwijkstraat in de wijk Laakkwartier het toneel van spookachtige taferelen. Op maandagavond 2 juli werden de bewoners van de parterrewoning op nummer 47 ruim twee uur lang opgeschrikt door hevig en hardnekkig geklop. Alsof er met een heiblok tegen de muren werd geramd. Zo hevig dat de schilderijen aan de muren klapperden. Op de daaropvolgende avonden herhaalden de krachtige slagen zich. Het zorgde voor oplopende ergernis bij de buren. De bewoners van de eerste etage vonden het na een week wel welletjes worden en gingen naar de benedenburen met het verzoek om te stoppen met hameren. De van overlast beschuldigde bewoners verklaarden dat zij het geluid niet maakten. Ze waren juist in de veronderstelling dat de bovenburen iets in elkaar aan het timmeren waren... 

De buurman van de tweede etage werd erbij gehaald en ook hij had hetzelfde lawaai gehoord. Ook buiten waren de slagen en kloppen goed hoorbaar. Buurtbewoners die zich inmiddels voor de parterrewoning hadden verzameld, vroegen zich af wat er binnen gaande was. Omdat niemand een verklaring had voor de mysterieuze geluiden en men begon te denken aan een klopgeest, besloten de bewoners van de geplaagde huizen de politie te alarmeren. 

Het nieuws dat er iets gaande was in de Paets van Troostwijkstraat ging als een lopend vuurtje door Den Haag en randgemeenten. De gebeurtenis trok duizenden nieuwsgierigen. Iedereen wilde met eigen ogen en oren de klopgeest aanschouwen. “Wij willen het spook zien!” werd er geroepen. Maar helaas verscheen het niet. Wel werden de vreemde slagen gehoord. Stoere kinderen stonden met hun oren tegen de muur en drukten met hun neuzen tegen de ruiten om het geheimzinnige geklop te horen. In de straat nam de drukte toe. Er werd gejoeld en geschreeuwd. Op een gegeven moment werd er zelfs luidkeels gezongen: “Hoor wie klopt daar kinderen”. 

Om de menigte op een afstand te houden werd er een afzetting geplaatst. Ondertussen hadden agenten veel moeite om het drukke verkeer naar de Paets van Troostwijkstraat in goede banen te leiden. Politiejeeps reden af en aan en iedereen die in het gebied wilde komen, moest aantonen welke grondige reden daarvoor was. Inmiddels deden de meest fantastische verhalen de ronde. Zo zouden er zwarte op- en neergaande voorwerpen gezien zijn ter grootte van de kap van een naaimachine. Het spook zou de geest zijn van een zonderlinge man die in een van de woningen van de trap was gevallen en daarbij het leven had gelaten.
Een buurbewoner wist te vertellen dat er een oude vrouw was vermoord die met haar laatste woorden dreigde terug te komen.

De politie stelde met twaalf man sterk een uitgebreid onderzoek in. Met enige aarzeling maar met ware heldenmoed gingen ze de parterrewoning en de daarboven gelegen huizen in. De agenten kropen onder de vloer om te zien of er iets met de funderingen van het huis aan de hand was en onderzochten de kalk die van de muren viel. Omdat men ook dacht aan een grappenmaker hielden rechercheurs de hele avond de wacht in de woningen. Ze renden naar iedere hoek waaruit het geklop scheen te komen. Echter zonder iemand of iets te zien. Ook ambtenaren van de bouw- en woningtoezicht stelden een onderzoek in. Diverse huizen in de straat vertoonden scheuren en verzakkingen. Als mogelijkheid werd geopperd dat deze krakkemikkigheden de geluiden voortbrachten. Tegen middernacht stelden de ambtenaren deskundig vast dat het geluid afkomstig was van de ruimte tussen de eerste en tweede etage. Het vermoeden was dat een defect in de waterleiding de klopgeluiden veroorzaakte. Een aannemer werd erbij gehaald voor verdere inspectie. Zijn conclusie dat de bouwvallige huizen ‘werkten en kraakten’ was helder en ontnuchterend. Toch werd een echte oorzaak niet gevonden.

Opvallend was dat de geluiden na het onderzoek een week lang wegbleven. Maar zodra de politie het allemaal wel welletjes ging vinden en de publieke belangstelling luwde, kwamen de geluiden weer terug. Toen twee agenten erbij werden gehaald, verdween het gestommel. Het nieuws dat de klopgeest was teruggekeerd zorgde weer voor veel belangstelling. Wat was er toch aan de hand? Het werd nog vreemder. Het spook bleek te kunnen schrijven en zelfs over dichterlijke vaardigheden te beschikken. De bewoners kregen een aantal brieven waarvan er een in dichtvorm was opgesteld en ondertekend met ‘Het Spook’. Was het een flauwe grap? De meeste bewoners meenden van wel. Maar enkele twijfelden of dachten van niet. Er werd zelfs een echt spook gezien. Het was een meisje dat, met gevoel voor humor, in een wit laken over de daken van de Rijswijkse Tulpstraat liep, recht tegenover de Paets van Troostwijkstraat. Het waren de laatste oprispingen van het mysterie. De Haagse klopgeest liet niets meer van zich horen. 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Drukte op straat uit belangstelling voor het spook in het huizenblok in de Paets van Troostwijkstraat. Foto: Friezer-Stokvis, collectie HGA
  • Editie

    22-2022

Meest gelezen artikelen