Skip to main content

In de ban van de oliebol

De oudhollandse gebakkramen, verspreid over Den Haag in straten en op pleinen, verkopen al wekenlang overheerlijke appelflappen en oliebollen. Maar in de laatste week van het jaar zal ook bij de bakker en in de keuken van vele Hagenaars de geur van gebakken deeg door kieren en spleten zijn weg naar buiten vinden. Op oudejaarsavond nemen we met een oliebol in de hand afscheid van wat is geweest en kijken we vooruit naar wat komen gaat. De oer-Hollandse lekkernij staat dan ook garant voor feestelijkheden en traditie. 

In 1935 werd de oliebol in Den Haag gebruikt om geld in te zamelen voor de armlastigen in onze Residentie. Het aantal Hagenaars dat door de crisis in bittere nood verkeerde, was in de eerste helft van de jaren dertig zodanig gestegen dat alle hulp meer dan welkom was. Om de kas te spekken besloot het Haags Crisis Comité een oliebollendag te organiseren op 30 april, de verjaardag van prinses Juliana. Het streven was om tweehonderdduizend oliebollen te bakken en te verkopen. Een niet te onderschatten uitdaging. Welke bakker was in staat een dergelijk aantal te verwerken? Men had berekend dat de hoeveelheid benodigde ingrediënten enorm was. Namelijk 4000 kilo bloem, 2400 liter slaolie, 480 kilo gist, 4700 liter melk, 200 kilo basterdsuiker, 2000 kilo krenten en rozijnen, 80 kilo citroenrasp en 40 kilo zout. Het plan was om de oliebollen voor tien cent per zakje van twee stuks te verkopen. Maar aangezien de kostprijs ongeveer negen cent was, zou er weinig overblijven voor het Crisis Comité. Dankzij de hulp van een aantal Haagse bakkerijen die de oliebollen belangeloos zou bakken en van grote Nederlandse bedrijven die de benodigde ingrediënten en materialen gratis ter beschikking zouden stellen, bleven de kosten laag.

In de week voor 30 april werden de inwoners van Den Haag in een oliebollen-stemming gebracht. In kranten en bladen werd volop aandacht gegeven aan het goede doel en het festijn dat alle Nederlandse oliebollen records zou gaan breken. Een speciaal aangepaste vrachtauto, waarop een klein model-oven was getimmerd, reed door de stad om de verkoop luidsprekend aan te moedigen. Bedrijven en instellingen werden opgeroepen om hun personeel te trakteren op een overheerlijke oliebol. Wie van tevoren een bestelling deed voor ten minste een gulden, dus twintig stuks, zou ze gratis thuisbezorgd krijgen. 

Op maandag 29 april werd in de Haagse bakkerijen enthousiast begonnen met het bakken van de tweehonderdduizend oliebollen. Het hoofdkwartier was de luxe broodfabriek Hus-Carels, gelegen aan het Kortenbosch 109. Het was er een drukte van belang. In vier ploegen van veertig man werd vanaf vijf uur in de middag de hele avond, nacht en ochtend doorgewerkt. De stemming was opperbest. Men wilde niets liever dan dat de Haagse oliebollendag zou slagen. Talloze bakkersknechten stonden het deeg te kneden. Bij de grote, gloeiende ketels met olie hielden de meesterbakkers zich bezig met het eindresultaat. Voorzichtig en kundig werden de oliebollen gekeerd, mooi bruin gebakken en op druiprekken gelegd. Daarna gingen de versgebakken bollen naar de inpakafdeling. Door de gangen rolden onafgebroken stellingen met de in dozen verpakte lekkernijen. Met vrachtwagens, taxi’s en personenauto’s die kosteloos ter beschikking waren gesteld, werden de oliebollen naar vijfentwintig kraampjes verspreid over de stad gebracht. 

Het inladen van de vele tienduizenden oliebollen gebeurde onder grote belangstelling van de buurtbewoners. Kinderen stonden nieuwsgierig en likkebaardend opeengepakt voor de poorten van de bakkerij, waar twee sterk uitziende politiemannen de toegangswegen tot het luilekkerland nauwlettend in de gaten hielden. 

Bij toekijken bleef het gelukkig niet. Door een aantal Haagse kindervrienden was aan het Crisis Comite een donatie gedaan om zoveel mogelijk kinderen van deze oliebollendag mee te laten genieten. De goed gevulde bollen werden dankbaar aangenomen. Niet zelden stonden zoveel blije kindergezichten voor de deuren van een bakkerij.

Op 30 april was heel Den Haag in de ban van de oliebol. Verdeeld over de stad stonden kraampjes waar de overheerlijke lekkernijen gekocht konden worden. Daarnaast werden oliebollen in straten en langs huizen te koop aangeboden. Het geld werd meteen afgedragen in een verzegeld H.C.C.-busje. De verkopers hadden al snel handen te kort. Rijen dik stonden Hagenaars watertandend op hun beurt te wachten. Overal in de stad smulde jong en oud van de goudbruine traktatie. Duizend oliebollen werden bij het tehuis voor onbehuisden en bij het Leger des Heils afgegeven. Een echtpaar dat 55 jaar getrouwd was werd met een evenredig aantal oliebollen verblijd. Die avond nog maakte het Crisis Comité bekend met bijzondere voldoening en grote tevredenheid terug te kijken. De Haagse oliebollendag had maar liefst 11.147 gulden opgebracht. 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Foto uit 1950, Fotocollectie Anefo, Nationaal Archief
  • Editie

    24-2022

Meest gelezen artikelen