Schaatsen op de Schenk
Er zullen ook toen heus wel jaren geweest zijn zonder vorst van enige betekenis, maar toen ik jong was konden wij vrij vaak de schaatsen uit het vet halen. Ik schaatste meestal op de Schenk. Met de molen als achtergrond leverde dat ook leuke foto’s op. Vanuit mijn ouderlijk huis aan de IJsclubweg keken we uit op het weiland waar in de zomer de koeien van molenaar/ boer Akkerman graasden. In de winter was er altijd wel een gat in de omheining en konden we via het weiland snel het ijs op.
Mijn moeder en haar broers hebben in hun jeugd óók op die Schenk geschaatst, op een gedeelte wat verderop langs de Schenkkade. Zij woonden destijds in de Amalia van Solmsstraat, dichtbij het toenmalige VUC-terrein. De Schenkkade had in die tijd alleen nog maar bebouwing tot aan de Van der Wijckstraat; het laatste stukje Bezuidenhout-Oost was nog volop in ontwikkeling. Mogelijk heeft mijn moeder met haar broers wel eens een tochtje richting Leiden gemaakt en zag ze toen dicht bij de molen woningen in aanbouw. Ze heeft vast niet gedacht dat ze ooit in een van die huizen op de IJsclubweg zou komen te wonen en haar kinderen op diezelfde Schenk zou leren schaatsen.
Mijn Friese vader heeft op 16 december 1933 deelgenomen aan de Elfstedentocht, de enige keer dat de ‘tocht der tochten’ al in december plaatsvond. Hij was best trots op het Elfstedenkruisje, dat helaas in de oorlog is zoekgeraakt. Mijn vader schaatste op Friese doorlopers en mijn zusje Renée en ik kregen ook houten schaatsjes. Om de schaatsen stevig vast te binden, had hij daar leren riempjes aan gemaakt. Standaard werden ze met stoffen bandjes verkocht, die vaak los gingen zitten.
Mijn moeder reed nog op de schaatsen waarmee ze furore maakte toen ze een jaar of twintig was. De ijzers moesten met een sleuteltje vastgedraaid worden onder hoge witte schoenen. Ze had leren schoonrijden op de brede veilingsloot naast station Leidschendam/ Voorburg, waar ze toen met haar ouders dichtbij woonde. Tijdens de mobilisatie in de winter van 1939-40 waren daar soldaten gelegerd die het kunstrijden beoefenden. Dat ‘zwieren en zwaaien’ is niet erg bekend meer, maar er zijn nog steeds clubs die af en toe demonstraties geven, meestal in klederdracht van vroeger. Die vaak al oudere clubleden trainen daar wekelijks voor, uiteraard nu op overdekte banen.
In de winter van 1954 gingen Renée en ik een tochtje maken met onze ouders, wij waren toen negen en tien jaar. Er stond die zondagochtend een harde wind die we grotendeels schuin achter hadden en onderweg was er enige beschutting van wat kleine bosjes. Toen we op een open gedeelte vanaf de Schenk een bocht moesten maken naar een vrij brede zijsloot kreeg Reneetje de wind pal van achter en werd prompt weggeblazen. Mijn vader wist niet hoe snel hij er achteraan moest want ze kreeg veel te veel vaart en kon niet meer stoppen. We waren allemaal erg geschrokken, maar gelukkig waren we toen al dicht bij café De Landbouw bij Wassenaar, waar we warme chocola gingen drinken. Ons kleine zusje Wieske bleef toen thuis, maar in de winter van 1956 toen ze vijf jaar was, kon ze al aardig schaatsen en ging mee toen we op de schaats naar oma in Leidschendam gingen. In die tijd was het rondom Den Haag nog lang niet volgebouwd; we konden vanaf de Schenk tussen de weilanden door via allerlei sloten naar Leidschendam schaatsen en kwamen uiteindelijk bij de Vliet uit. Daar wachtte ons een teleurstelling. De Vliet was weliswaar helemaal dichtgevroren maar omdat er in een laat stadium nog een ijsbreker doorheen was gevaren zat het ijs vol hobbels en ging het schaatsen erg moeizaam. Daarom moesten we het laatste stuk naar oma helaas lopen.
Voor Wieske geldt zeer zeker het gezegde: jong geleerd, oud gedaan. Ze was jarenlang lid van de hardrijdersvereniging Westland en trainde ‘s winters elke zondagochtend op de Uithof. Ze deed vrij succesvol mee aan wedstrijden op gewestelijk niveau, de korte baan was haar specialiteit. Meermalen is ze voor trainingsweken naar de buitenbanen van Inzell en Innsbrück geweest. Dat ‘kleine zusje’ is nu 72 en staat nog steeds regelmatig op het ijs. Op woensdagochtend geeft ze in Alkmaar training aan een vast clubje dames. Zelf deed ik slechts eenmaal aan een wedstrijd mee. In 1956 zat ik in de eerste klas van de Thorbecke-HBS toen de school schaatswedstrijden organiseerde op het terrein van de Haagse IJsclub. Het jaar daarop was dat niet meer mogelijk. Die ijsbaan werd opgeheven vanwege de aanleg van toegangswegen voor de nieuwe wijk Mariahoeve.
Details
-
Schrijver
Bonnie Spaans-Barkmeijer -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
1932 Henri -
Editie
4-2023