Q65 met rubberboot naar Scheveningen
In het voorjaar van 1965 krijgen Frank Nuyens en Joop Roelofs, allebei gitaristen, het idee om een band op te richten. Zij benaderen Wim Bieler voor de zang, Peter Vink voor de baspartijen en Jay Baar voor de drums. De band krijgt de naam Q65 en er wordt hard gerepeteerd op de woonboot van de ouders van Jay Baar aan de Soestdijksekade. Na een eerste optreden in de UTS in Scheveningen gaat hun reputatie als een lopend vuurtje door Den Haag en omstreken. De band is ruig en hun muziek is rauw en loeihard. Het uiterlijk van de bandleden is onverzorgd en het meest opvallend is de zanger, Wim Bieler, met zijn lange haar en zijn Haags-Engelse uitspraak van de teksten.
De band wordt al gauw vergeleken met de Engelse band The Pretty Things. De groep repeteert ook vaak in het paviljoen van de rolschaatsbaan ‘de Eekhoorn’ aan de Leyweg. Via een tip wordt de interesse gewekt bij platenmaatschappij Phonogram, die Peter Koelewijn langs stuurt om een optreden van de Kjoe, zoals de band inmiddels in Den Haag bekend staat, te bekijken, wat uitmondt in een eerste single You’re The Victor, een ruig en ongepolijst nummer, met op de b-kant een rustiger nummer And Your Kind. In maart 1966 komt de single de Veronica Top 40 binnen en bereikt als hoogste notering de elfde plaats. Na dit succes raakt de carrière van de band in een stroomversnelling. In mei 1966 wordt de tweede single opgenomen: The Life I Live met op de b-kant Cry In The Night.
Voor de release van de single wordt door de platenmaatschappij een spectaculaire stunt verzonnen: de jongens maken met een rubberboot de oversteek van Londen (waar zij zouden optreden en enkele interviews geven) naar Scheveningen, om daar de nieuwe single The Life I Live ten doop te houden. Halverwege zouden zij nog het zendschip Veronica aandoen om daar een live-sessie te houden. Het plan werd door de bandleden in hun jeugdige overmoed enthousiast ontvangen. De trip zou echter heel anders verlopen...
Op 3 juli 1966 vertrekt de band met de volgboot, de ex-mijnenveger de Zilvermeeuw, vanuit Muiden naar Londen. De Konink-lijke Nederlandse Reddingsmaatschappij (KNRM) had een rubberboot beschikbaar gesteld, die op het achterdek klaarlag voor de geplande terugtocht. In Londen zou worden opgetreden in de hippe beatclub The Tiles, maar bij aankomst bleek niemand eraan gedacht te hebben een werkvergunning aan te vragen. Het optreden ging dus niet door, tot grote frustratie van de Kjoe. Wel deden zij nog wat interviews en foto shoots. De volgende dag vertrok de band met de rubberboot over de Theems richting Nederland. Om toch nog wat aan promotie te doen, deed het bootje in de monding van de Theems de Engelse piratenzender Radio City aan. Radio City zond uit vanaf fort Shivering Sands, een voormalige luchtafweerbasis uit de Tweede Wereldoorlog. Volgens Frank Nuyens waren het “een aantal ijzeren containers op heel hoge palen”. Wim Bieler wist later nog te vertellen dat “iedereen met een vreselijk eng touwladdertje naar boven moest klimmen”.
Na een praatje met de Engelse dj, die meteen de nieuwe single draaide, klom de groep weer terug in hun rubberbootje en voeren verder de Noordzee op. Al gauw werden de opvarenden vanwege het ruwe weer wat pips om de neus en de een na de ander jammerde van ellende bij iedere hoge golf die het rubberbootje overspoelde. De mensen van de platenmaatschappij besloten de groep maar weer aan boord van het volgschip te nemen voor er nare dingen zouden gebeuren. Er werd vervolgens koers gezet naar Zeebrugge, waar ook de nacht aan boord werd doorgebracht.
De volgende dag, zondag 5 juli, werd de reis weer vol goede moed voortgezet richting Scheveningen. Ter hoogte van Hoek van Holland stapte de groep weer over in de rubberboot en voer Q65 stoer en vol bravoure richting de Pier in Scheveningen, waar inmiddels duizenden mensen waren samengestroomd om de helden te begroeten. De fans hadden via Radio Veronica gehoord dat de band per rubberboot uit Engeland zou arriveren. Na nog bijna door de stroming tegen de Pier te zijn aan gekwakt, landde Q65 moe maar voldaan op het strand naast de Pier. Eenmaal bijgekomen van hun ‘hachelijke’ overtocht gaf Q65 nog een optreden op de Pier. De kranten stonden vol van het avontuur van de Kjoe en zo werd een promotiestunt, die een totaal fiasco dreigde te worden, toch een promotioneel succes. The Life I Live bereikte de vijfde plaats in de Veronica Top 40 en betekende de grote doorbraak van de Q65.
Details
-
Schrijver
Aad Spanjaard -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Q65 maken de overtocht in hun rubberboot. Foto: Bert Bossink, Sound of the Sixties -
Editie
5-2023